31-5-13 William; burning your bridges

57 14 3
                                    

Ierland, Limerick

31-5-13

10:37


Ik had de vrijheid kunnen proeven.

 Het was binnen handbereik geweest. Zo dichtbij dat ik het door mijn vingers had kunnen voelen glippen.

'Idioot,' Cian sloeg met zijn vuisten op de kantine tafel. Meerdere gevangenen draaiden hun hoofd nieuwsgierig onze kant op. De bewaker zijn hand vloog waarschuwend naar de knuppel die aan zijn riem hing.

'Eén dag. Eén dag en je was hier weg geweest! Ben je soms gek geworden!?' Cian zijn hoofd was rood aangelopen. De bewaker leek het niet helemaal te vertrouwen. Hij schuifelde langzaam onze kant op.

Ieder ander persoon had zich druk gemaakt om zijn veiligheid, wanneer een mede gevangene tegen je begon te schreeuwen. Ik bleef echter kalm op mijn lunch kauwen.

Cian was gewoon boos, niets meer.

' Ik begin te denken dat ik je hier liever uit wil hebben dan jijzelf.'

Hij zat niet ver van de waarheid af. Dat zou ik hem uiteraard niet vertellen.

'En wat laat je dat denken?' Vroeg ik onschuldig.

Cian gaf me een sceptische blik. 'Je succesvolle pogingen tot een stafverlenging van drie maanden is een goed voorbeeld.'

Ik wende mijn ogen af en staarde naar mijn bord. Ik wou dat ik weg kon lopen. Even met niemand hoeven te praten klonk als muziek in mijn oren.

Helaas had je die luxe niet in de gevangenis.

Je had hier een boel tijd voor jezelf, maar lang niet genoeg. Dag in dag uit werd je gedwongen om tegen mensen aan te kijken die je niet uit kon staan. Gedwongen om meerdere uren op de dag in dezelfde ruimte door te brengen. En dan vonden ze het gek dat er soms gevechten ontstonden.

'Waarom heb je het gedaan?' Vroeg Cian. Zijn stem bitter en vol afschuw. Waar die bitterheid vandaan kwam was geen groot raadsel.  Cian zou er alles voor doen om weer vrij te zijn. Hij zou er alles voor doen om met mij te ruilen.

Ik haalde mijn schouders op.

Het duurde even voor Cian zichzelf wat wist te kalmeren. Zijn vuisten ontspande zich langzaam. Nu iedereen wist dat er geen gevecht zou komen wenden ze hun hoofden teleurgesteld weer af.

Waarom ik het had gedaan?

Een goede vraag.

Ik wou net als ieder ander weer op vrije voet zijn. Ontsnappen van deze grauwe, deprimerende plek.

Iets simpels doen als in een auto over de snelweg rijden met de ramen omlaag, de wind door mijn haar en luid meezingend met de radio.

Kijken hoe de zon ondergaat en plaats maakt voor de maan en heldere sterren.

De simpele dingen die mensen stopten te waarderen omdat het voor ze als vanzelfsprekend was.

Als ik mijn eigen  vrijlating niet had gesaboteerd had ik dit allemaal weer kunnen hebben.

'Nou?' Drong Cian aan. 'Dringt het al tot je door dat je maatje, Riley, zich in de tussentijd klaar maakt om naar huis te gaan? Dat hij in de drie maanden dat jij hier zit zijn leven weer op zal bouwen?'

Waar Riley ook heen ging; het was niet naar huis. Dat was iets wat we gemeen hadden. Buiten deze muren om hadden we niemand. Geen familie, vrienden of geld. Niemand om de autoritten over de snelweg of de nachten onder sterrenhemel te delen .

We waren compleet alleen daarbuiten.

Ik zou dit nooit, maar dan ook nooit, hardop toegeven, maar dat was een reden dat ik niet zo erg uit keek naar mijn vrijlating. De reden dat ik niet zo enthousiast was als ik hoorde te zijn.

Ik had niks. ·Hierbinnen had ik mijn oom.

De snelste manier om mijn vrijheid uit te stellen was door mijn straf te verlengen. Moeilijk was dat niet.

Gevechten en rellen beginnen was al een goede reden om een gevangenen te straffen. Gooi daar het slaan van een bewaker bij en het was gedaan.

Drie maanden extra.

Riley zou naar het eerste de beste krot opzoek gaan en daar overnachten. Wat hij daarna zou doen was een vraag waarvan ik het antwoord niet hoefde te weten.

Hopelijk zou ik hem na morgen nooit meer zien.

Alles wat er tussen ons was gebeurd hierbinnen, de avonden die we samen door hadden gebracht in onze cel, niemand hoefde dat te weten. Niemand.

Dit had ik Riley meerdere keren duidelijk gemaakt. Af en toe, wanneer hij dwars begon te liggen, met het nodige geweld.

Riley was koppig en vasthoudend. Het had dan ook de nodige moeite gekost hem stil te houden.

 Ik had het voordeel dat ik degene was die Riley tijdens zijn verblijf had beschermd. Ik was degene die Cian had overgehaald om Riley bij zijn bende te laten.
Riley stond bij me in het krijt.

Na morgen had ik echter geen macht meer over hem. Hij zou buiten mijn bereik zijn. Wat betekende dat hij niet meer naar me hoefde te luisteren.

Ik was niet naïef. Ik wist dat, ondanks wat we in deze vier jaar hadden doorgemaakt, Riley geen enkele loyaliteit aan me had. Hetzelfde gold voor mij.

 Er zou geen emotioneel afscheid komen morgen.


Something To Live For (unfinished)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu