Hoofdstuk 4

96 7 2
                                    

Debbie en ik hadden aandachtig naar Niels zijn verhaal geluisterd. Opeens herinnerde ik me iets heel stoms...

"Godverdomme dat ik daar niet eerder aan dacht!!" riep ik. Debbie en Niels begrepen er niets van. "Ik herinner me net pas dat ik m'n mobiel bij heb. Ik probeer de alarmdiensten te bellen." "Ooow Michelle sukkeltje," zei Debbie. Ik pakte mijn mobiel uit mijn zak, en drukte op het ontgrendelknopje. Mijn mobiel had nog 15% batterij over, dat is niet veel. Ik typte het alarmnummer in. Net als ik op het bel- icoon wil drukken, gaat de deur open...

SH*T!! NIET NU!! Dacht ik bij mezelf. Ik stopte mijn mobiel zo snel mogelijk weg, terwijl de schimmen steeds dichterbij kwamen. We kregen blinddoeken om, en moesten meelopen...

Even later zaten we naast elkaar in een kamer op houten stoelen. We keken om ons heen, maar zagen niemand. Toen kwamen er een stuk of 6 van die gemaskerde mensen binnen. Ik voelde in mijn zak of mijn mobiel er nog zat, maar tot mijn grote schrik zat ie er niet meer!! "Zocht je dit?" vroeg een van de gemaskerde mensen. Hij hield mijn mobiel in zijn handen. Ik wilde ja zeggen, maar kon niets uitbrengen. "Dacht ik al." "Ik weet dat jullie bang en verward zijn, maar ik kan jullie verzekeren dat jullie niet bang hoeven te zijn." Niels, Debbie en ik zaten doodstil, we wisten niets te zeggen. Net als de gemaskerde persoon verder wil gaan met zijn verhaal, hoorden we geroep. "Dat zal de baas wel zijn, we splitsen ons op! Twee van ons blijven bij hun, en de andere gaan kijken wat er is." De spreker en nog 3 anderen gingen weg, terwijl de andere 2 ons in de gaten hielden. Ik zag weer kans. Ik friemelde voorzichtig wat aan het touw om mijn handen. Niels merkte het op, want die keek heel onopvallend naar wat ik aan het doen was. Ik zag dat hij wist wat hij moest doen, want hij friemelde ook aan het touw om zijn handen. Na een hoop gefriemel waren mijn handen weer los. Ik hield het touw voorzichtig vast, terwijl ik me bedacht wat ik als vervolg moest doen. Ik kreeg een idee. Als ik de gemaskerde mannen af zou kunnen leiden, zou Niels Debbie los kunnen maken. Ik deed alsof ik moest hoesten, waar Niels op reageerde door te kijken. Ik seinde met mijn ogen naar het touw om Debbie' s handen. Hij had het begrepen. Hij liet me zien dat hij ook los was gekomen, en hield ook het touw nog in zijn handen. Stap 1 van het plan was gezet, nu de rest nog...

Ik begon te doen alsof ik me niet goed voelde. In eerste instantie reageerden de gemaskerde mannen er niet op. Toen het steeds 'erger' werd met mijn misselijkheid, keken ze naar me. Een van hen kwam dichterbij me staan, waardoor ik moeilijk in mijn rol kon blijven. Toen hij nog dichterbij kwam, reageerde ik spontaan door een schop tegen zijn been aan te geven. Volgens mij deed het pijn, want hij pakte zijn been vast. Ik sloeg in het gezicht van de gemaskerde persoon, waardoor die naar achteren viel. Ik liet het touw vallen en stond op. Ik liep richting de tweede persoon en probeerde die ook een klap te verkopen, maar dat mislukte. Ik werd vastgepakt. Zo stevig dat ik helemaal niets meer kon. Ik zag dat Niels Debbie had losgemaakt, want Debbie stond ook op. Ze liep op mij en de gemaskerde persoon af, en sloeg hem in zijn gezicht. Ook die viel op de grond, waardoor ik weer vrij stond. "Wat nu?" vroeg Debbie. "Volg mij maar," zei ik. We liepen naar dezelfde deur als waar ik de vorige keer naartoe gelopen was, en kwamen in een gang uit. We renden de gang voorzichtig door, richting een deur. We hadden de goede deur, want we kwamen buiten uit...

Toen we buiten waren wist ik nog maar 1 ding te doen. "KOM OP, RENNEN!!" We renden zo hard als we konden, en zagen de nare plek steeds verder achter ons verdwijnen. Uiteindelijk schoten we een zijstraatje in, waar we op adem konden komen. Terwijl we op adem probeerden te komen, hield ik de omgeving in de gaten. Opeens hoorden ik vage stemmen en keek om. De gemaskerde mannen waren ons aan het zoeken!! Dit kon niet waar zijn! "Jongens, rennen!! Die gemaskerde mensen zoeken ons!!" "O nee!!" riepen Debbie en Niels tegelijk. We begonnen weer te rennen, weer tot we bekaf waren. "Kom, we moeten ons verstoppen!" Dat deden we, in de struiken. Vanaf die struiken konden we alles goed zien. We schrokken toen we ineens die gemaskerde mensen in de verte aan zagen komen. We wisten niet of ze ons zouden vinden, maar we bleven zitten. Ze kwamen steeds dichterbij, en hielden vlakbij de struiken stand. "Splitsen, zorg dat je ze vindt!!!" zei een van de gemaskerde mensen. We zagen ze per 2 een kant op gaan. Ik wenkte Debbie en Niels dat ze me moesten volgen, en dat deden ze.

We liepen heel voorzichtig achter de struiken door verder. Zo konden ze ons minder snel vinden. Toen we geluid hoorden, gingen we stilzitten. Ik draaide mij om naar Niels en Debbie, en gebaarde dat we heel stil moesten zijn omdat ze erg dichtbij waren. Opeens werd Debbie van ons weggesleurd. "DEBBIEEEE!!!" riepen Niels en ik. We kwamen achter de struiken vandaan, en zagen daar 2 gemaskerde mannen die Debbie vasthielden. Ze gaven haar een pilletje, en legden haar neer. "We hebben ze gevonden," zei de gemaskerde persoon tegen een of ander apparaatje. Niels en ik verroerden ons niet.

Even later kwamen de andere gemaskerde personen terug. "Dit was niet het slimste wat jullie konden doen," werd er gezegd. Ondertussen kwamen er 2 gemaskerde mensen naar ons toe, en pakten ons beet. "Slaap zacht," was het laatste wat ik hoorde.

Opeens zat ik een kamer die ik nog niet gezien had. Ik zat op mijn knieën op de grond. Er zaten kettingen om mijn handen, die aan de grond vast leken te zitten. Die kettingen deden pijn aan mijn handen, ze knelden nogal. De deur ging open en er kwamen 3 gemaskerde mensen binnen. 2 kwamen naast mij staan en de ander voor mij. "Dit was vast niet wat je gehoopt had," zei een van de gemaskerde mensen. Volgens mij was het een man, vanwege zijn mannenstem. "Weglopen heeft geen zin, want je komt toch elke keer weer terug hier. Dat merk je denk ik wel." Ik trok het gewoon echt niet meer, en barstte in tranen uit. "Waarom ben ik hier? Waarom zijn Debbie en Niels hier? Waarom laten jullie ons niet gaan? Waarom zijn jullie zo zorgzaam?" Alles kwam naar buiten, terwijl ik bleef huilen. "Rustig maar, kalmeer" zei de gemaskerde man op een hele rustige toon. Ik werd steeds rustiger op de een of andere manier. Toen ik weer rustig was, zei hij: "Jezus je bent me er wel eentje. Je blijft proberen weg te lopen, totdat je het lukt. Je hebt best wel een doorzettingsvermogen." Ik wist niets te zeggen, maar bleef naar de grond staren. "We willen je geen pijn doen, echt niet." Ik werd steeds verwarder. Ik kon dit niet geloven. Ik mocht dit niet geloven, hoe graag ik het ook wilde. "Ik snap dat dit heel verwarrend voor je is, deze hele situatie." Ik knikte. "Pak maar even de stoel," zei de gemaskerde man. Een van de andere mensen liep weg. De stoel? Dat klinkt niet als een gewone stoel. Dat klinkt meer als een stoel die mij problemen gaat geven. Mijn gevoel zei me dat dit helemaal niet goed was. Ik werd dus weer onrustig. Vooral toen de andere persoon terug kwam met een rare stoel. Het leek op een rolstoel, maar dan met riemen. De stoel werd voor mijn neus neergezet. De gemaskerde man naast mij maakte mij los, en zette mij in de stoel. Samen met nog iemand anders werden mijn armen op de leuningen gelegd. Ze deden een soort ijzeren riemen om mijn armen, om mijn middel en voeten.

"Waarom ben ik in dit ding gezet?" vroeg ik. Mijn gevoel zei me niet veel goeds, en daar vertrouwde ik op. "Ik weet dat je je nogal verward voelt en je raakt af en toe in paniek, daar gaan we wat tegen doen." "Wat gaan jullie ertegen doen dan?" vroeg ik. "Zorgen dat je de komende uren onder zeil bent. Verdovende pilletjes werken hooguit 2 uur, dat is te weinig. We moeten ervoor zorgen dat je een tijdje slaapt, dat is alles." "Waarom zou ik zo lang moeten slapen?" vroeg ik me af. Voordat ik antwoord kreeg, liep de gemaskerde man even weg. Toen hij terugkwam, had hij een koffer in zijn hand. Hij opende de koffer, maar ik kon niet zien wat hij eruit haalde. Hij stond met z'n rug naar mij toe, en deed zijn armen de lucht in om iets te doen. Het enige wat ik kon zien, was een potje met vloeistof in zijn linkerhand. Wat hij in zijn andere hand had kon ik niet zien.

Hij boog voorover om iets terug in de koffer te doen, en draaide zich daarna om...

Tot mijn grote schrik had hij een spuit met vloeistof in zijn handen!! Ik ben ontzettend bang voor die dingen. Ik raakte overstuur. De gemaskerde man merkte het, want hij gebaarde naar de anderen. "Als ik het goed begrepen heb ben jij dus bang voor deze dingen?" Ik knikte hevig, in de hoop dat hij het nu niet meer zou doen. "Het doet maar even pijn, maar daarna slaap je wel een tijdje. We brengen je dan naar een andere kamer, zodat die andere je niet wakker kunnen maken." Hij kwam steeds dichterbij, totdat hij naast me stond. "Nee... Nee... NEEEE!!!!" is het laatste wat ik riep, voordat het beeld zwart werd...

De gemaskerde organisatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu