Hoofdstuk 28

42 5 0
                                    

Het is een week nadat de man is opgepakt samen met zijn andere leden. Debbie en Niels zijn bevrijd en naar huis gebracht. Debbie, Niels en ik hebben afgesproken...

"Oow jongens, jullie weten niet hoe blij ik ben dat jullie nog leven!" zeg ik blij.

"We zijn blij dat je terug bent, Mies" zegt Debbie.

"Sorry dat ik niet luisterde... ik voel me schuldig..."

"Hoeft niet. Je was gehersenspoeld, je kon er niets aan doen."

Ik denk na over wat de man zei voordat hij de auto in stapte. De zin 'Het is nog niet voorbij' galmt door m'n hoofd.

"Waar denk je aan?" vraagt Niels.

"Oow... van alles en nog wat," zeg ik.

"Mies, kom op. Iets zit je dwars," zegt Niels.

Ik vertel hem over wat ik hoorde.

"Hij kan ons niets meer doen, hij zit in de gevangenis samen met de rest."

"Weet ik, maar toch..."

"Ik snap het, en Debbie ook denk ik."

"Ja, natuurlijk begrijp ik de bezorgdheid."

We kletsen nog een tijdje door. Uiteindelijk ben ik de zin vergeten.

Is het nu dan echt voorbij??

De gemaskerde organisatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu