Hoofdstuk 26

47 6 0
                                    

Als ik mijn ogen open, zit ik op het bed van de slaapkamer. Ik grinnik en spuug het tabletje uit. Daar is hij toch mooi ingetrapt. Okee wat nu? Ik moet Debbie en Niels vinden! Maar hoe? Wacht... ik moet een kamer vinden met computers. Daar hebben ze vast in staan waar ze Debbie en Niels hebben heen gebracht!

Ik loop richting de deur, die is niet op slot. Ik open de deur en loop voorzichtig de gang in. Ik open een willekeurige deur, daar is niets te vinden. Zo open ik nog een aantal deuren. Bij de volgende deur die ik dan open, kom ik in een kamer met allemaal computers uit. Bingo!

Ik ga achter een computer zitten en open 'documenten'. Ik kijk de mappen door, als ineens het beeld op zwart springt. Als het beeld weer aangaat, zie ik Debbie en Niels in een kamer met een gemaskerde persoon. Ik hoor een valse lach. Ik durf niet te kijken en dat is maar goed ook. Daarna zie ik Debbie en Niels niet meer bewegen. NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE!!!!!!!!!!!!!!!!! DEBBIE, NIELS!!!

Ik schrik als er ineens iemand voor me staat. Hij lacht vals.

"Dacht je nu echt dat ik erin zou trappen?"

Vanbinnen kook ik. Ik word echt kwaad. Ik spring op en ren naar de persoon. Ik sla zo hard ik kan. Met de klap sla ik niet alleen hem bewusteloos, ik krijg in 1 klap m'n herinneringen terug. De ontvoering, de brief, de tabletjes, de slaapkamer, het ontsnappen, alles... Maar dan zak ik in elkaar. Ik begin te huilen. Mijn vrienden... vermoord... Wat moet ik nu?

De gemaskerde organisatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu