Wat moet ik doen? Ik voel me alleen, verdrietig, kwaad en bang. Ik moet naar mijn ouders toe! Ik moet ze laten zien dat ik nog leef en ik moet ze vertellen wat er gebeurd is. Ik sta op en loop de kamer uit. Ik loop de gang door. Ondertussen kan ik alleen maar aan Debbie en Niels denken. Oow jongens, ik mis jullie. Waarom deden ze jullie dit aan? Huilend loop ik verder. Dan stop ik. Waar ben ik mee bezig? Die mensen zijn er nog, en ze zullen iedereen die ik liefheb uitmoorden! Ik mag ze niemand pijn laten doen. Er zit maar 1 ding op. Ik zal moeten vechten, of erger...
Ik hoor voetstappen. Ik glip een kamer binnen en doe de deur dicht. De persoon loopt voorbij, de kamer in waar ik net was. Hij schreeuwt om hulp, dan zal hij vast de andere persoon hebben zien liggen. Ik ren de kamer uit in de richting waar die persoon vandaan kwam. Ik kom in een andere gang uit. Die is een stuk korter. Aan de andere kant van de gang zie ik een deur die verschilt van de rest. Zou dat de buitendeur zijn? Zonder te aarzelen ren ik naar die deur. Ik open de deur. Wind blaast in mijn gezicht. Ik ben buiten. Ik hoor iemand roepen. "Hé blijf staan!" Mooi niet. Dit keer doe ik het anders. Ik ren zo snel mogelijk naar de overkant van de straat. Ik zie het steegje, waar ik Debbie en Niels voor het laatst zag. Hun fietsen staan er nog. Hier blijf ik staan. Ik wacht geduldig op de gemaskerde persoon.
Na een tijdje hoor ik voetstappen steeds sneller dichterbij komen. Dan sta ik oog in oog met een gemaskerd persoon. "Hier ben je," zegt de persoon. Ik word weer kwaad. Ik ben bereid te vechten. Ik maak me breed, met mijn armen in een houding die uitnodigt tot vechten. "Dus je wil vechten? Dan doen we dat."
Ja, laten we vechten. Ik ben het weglopen zat. De persoon haalt naar me uit, maar ik ontwijk de beweging. Ik schop, hij kan de schop niet ontwijken en valt op de grond. Hij wil opstaan, maar in een opwelling geef ik een klap met mijn vuist. Nu ligt hij op de grond. Ik ga op zoek naar een mobieltje. In broekzak van de persoon vind ik een mobieltje. Ik bel 112. Als er word opgenomen, vertel ik kort dat ik ontvoerd ben en dat er 2 mensen vermoord zijn. Als ik de nodige informatie heb doorgegeven, hang ik op. Ze komen er meteen aan.
Dan hoor ik iemand achter me in zijn handen klappen. Het is de gemaskerde persoon die ik eerder sloeg.
"Zo te zien werkt het."
"Werkt wat?"
"Mijn plan. Ik heb je laten denken dat je vrienden vermoord zijn."
"Zijn ze dat niet dan?"
"Nee, de video was niet echt."
"Waarom? Waarom liet je me dit alles doen en deed je de dingen die je hebt gedaan?"
"Ik wilde weten hoe je zou reageren als we angst en woede zouden prikkelen. Je reageerde niet hoe we dachten dat je zou reageren. In plaats van in paniek raken, kreeg je een woedeaanval. Ofja woedeaanval, het was meer woede met een overdosis adrenaline. Ik wist wel dat ik je woede kon prikkelen op de juiste manier."
Ondertussen is de politie gearriveerd.
"HANDEN ACHTER UW HOOFD, OP DE KNIEËN!" bevelen de agenten.
Ik had verwacht dat de gemaskerde persoon dat niet zou doen, maar in plaats daarvan doet hij precies wat er gevraagd wordt. De agenten boeien de man en lopen richting de politieauto. Voordat hij instapt, draait hij zich om.
"Ze zitten in de kamer waar het allemaal begon."
De kamer waar het allemaal begon? De donkere kamer!! Nog voordat ik kan beginnen te rennen terug naar het huis, hoor ik de man nog iets zeggen...
"Dit is nog niet voorbij..."
JE LEEST
De gemaskerde organisatie
Mystery / ThrillerMichelle wordt ontvoerd door een organisatie. 2 van haar beste vrienden zijn daar ook. Ze denken dat het om mensenhandel gaat, maar dat is het niet. Er zit meer achter. Ze proberen achter de waarheid te komen, die veel dieper blijkt te liggen dan ze...