Hoofdstuk 13

60 7 0
                                    

Water. Een zee. Ik ben bij de zee. Ik voel me vrij. Ik draai me om en zie Debbie en Niels staan. Ze staan te praten en ik zwaai naar hun. Ze zwaaien terug. Een lekker dagje aan het strand. De lucht wordt grijs en wolken vormen zich. Ik draai me om naar Debbie en Niels, die er niet meer zijn. Ik word bang. Als ik me terugdraai naar de zee staat de gemaskerde man daar. Hij staart me eng aan. Plotseling sta ik in een andere ruimte. De man is weg. Ik hoor een stem die me bekend voorkomt.

"Het komt goed. Je bent op een goede plek. We zullen goed voor je zorgen. Niemand zal je pijn doen. Sluit je aan..."

Ik val. Alles om me heen is zwart. Ik val nog steeds. Dan word ik opgevangen. Ik kan niet zien waardoor, maar het was een zachte landing. Ik zit in een stoel met beugels om mijn handen en voeten. Ik kijk naar een film. De film gaat over een jongen wiens vrienden hem hebben verraden. Hij wordt naar een eiland gebracht, waar al zijn zorgen verdwijnen. Ik kan niet wegkijken, ook al zou ik willen. De beugels schieten los en ik zweef. Terwijl ik zweef zie ik maskers om me heen, die me bekend voorkomen.

Dan sta ik weer op de grond, overal liggen maskers. Dan zie ik 2 gemaskerde mensen staan. Ze staren naar mij. Ik wil vluchten, maar dat kan niet. Hun gewaden en maskers verdwijnen... Het zijn Debbie en Niels.

Naast mij staat een jongen van een jaar of 19 met bruin haar en bruine ogen. Hij draagt een zwart T-Shirt met een zwarte broek. Debbie en Niels verdwijnen.

"Zolang je bij mij blijft doen ze je niets."

Ook hij verdwijnt en ik blijf alleen achter... Alleen...

geca+

De gemaskerde organisatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu