Proloog

871 39 11
                                    

Daar loop ik dan. In mijn witte jurk met het strakke bovenlijfje dat bij mijn middel overgaat in een met glitters schitterend groot bolvormige rok. Even voel ik me net als Assepoester die op het punt staat te trouwen met haar droomprins, maar wanneer ik op kijk naar de man die bij het altaar op me wacht, verdwijnt dat gevoel als sneeuw voor de zon. Ik ben weer gewoon Eva die gaat trouwen met Frank, de man waar ze al jaren lang een relatie mee heeft en die haar nooit in de steek zal laten. Houdt ze van hem? Ja, ongetwijfeld. Maar die diepe, allesbeheersende, passievolle liefde die ze lang geleden voor hem voelde is er allang niet meer. Die behoort nu aan iemand anders toe. Aan Hem. Aan de man met de helderblauwe ogen die haar stralend aan keken, zijn ogen vol liefde die sinds die fatale dag nooit meer hebben mogen stralen. Met een geforceerde glimlach op mijn gezicht begeef ik me maar Frank. Na al die jaren had hij eindelijk de moed verzameld om me ten huwelijk te vragen. Ik had 'ja' gezegd. Niet dat ik het zo graag wilde, ik was liever getrouwd met Hem, maar Hij behoorde niet meer tot het heden. Eigenlijk had ik niet echt een keus. Het was trouwen met Frank of de rest van mijn leven alleen zijn. Dat maakte me eigenlijk ook niet zo heel veel uit, maar ik deed het voor Frank. Zo zou in ieder geval één van ons gelukkig zijn. Ik ga zitten in de stoel voor het altaar en laat de woorden van de dominee langs me heen gaan. Pas wanneer Frank mijn rechterhand pakt en me overeind trekt weet ik dat het tijd is voor jawoord. Met nog steeds die zelfde geforceerde glimlach op mijn gezicht kijk ik hem aan als hij de woorden 'ja, ik wil' uitspreekt. Op de een of ander manier lijk ik iets te bespeuren in zijn ogen, waardoor ik het gevoel krijg dat ik op het punt sta om de grootste fout van mijn leven te maken. Het is een soort mengeling van geniepigheid en valsheid wat me doet twijfelen. Moet ik dit wel doen, moet ik wel met hem trouwen. 'Mevrouw Van Dongen?' De dominee haalt mij uit mijn gedachten en is besef me dat het nu mijn beurt is. 'Ik, ik uhh...' Twijfelend draai ik mijn hoofd om naar de mensen die achter ons zitten. Marion knikt me bemoedigend toe en tegelijkertijd valt me op dat de plek naast haar leeg is. De plek waar Esmee zou moeten zitten. 'Eefke?' Frank knijpt me kort in mijn hand en ik draai mijn hoofd terug naar hem. Een beschaamd, nerveus lachje ontsnapt uit mijn keel. Ik open mijn mond en net wanneer ik eindelijk mijn jawoord wil gaan geven, vliegt de deur open.

Ogen Vol LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu