Deel 2

629 40 13
                                    

Ik lig op mijn rug met mijn ogen gesloten. Beelden van Wolfs en mij flitsen voorbij. Ik kan nog steeds niet bevatten dat hij er niet meer is. Als we gewoon hadden gewacht op de versterking dan was dit allemaal niet gebeurd. Het is allemaal mijn schuld, ik moest zonodig direct ingrijpen. Het meisje heeft het gelukkig wel gered dus is het toch niet allemaal voor niks geweest, maar was het me dat wel waard. Als ik had geweten dat dit de uitkomst was geweest, had ik dan alsnog dezelfde keuze gemaakt. 'Mevrouw Van Dongen?' Ik open mijn ogen en zie een dokter naast mijn bed staan. 'Fijn dat u weer wakker bent. Ik ben dokter Versteeg en ik neem aan dat uw vriend al heeft uitgelegd wat er is gebeurd?' Ik knik. 'Mooi. We hebben u een tijdje in coma gehouden om het uw lichaam wat makkelijker te maken met het herstellen van uw verwondingen. We mogen van geluk spreken dat u er verder niets aan over heeft gehouden. Mijn collega's zullen u zo komen ophalen voor een scan, maar ik ga er vanuit dat daar niks bijzonders uit zal komen. Het is eigenlijk alleen maar als extra controle. Voordat u die scan in gaat, zal ik u graag nog even onder vier ogen willen spreken' De dokter draait zich om naar Frank, die mij vervolgens vragend aankijkt. Ik knik als teken dat het goed is en hij verlaat de kamer. Dokter Versteeg gaat in de stoel naast mijn bed zitten en neemt een serieuze houding aan. De blik op zijn gezicht bezorgt me een onaangenaam gevoel. Gespannen wacht ik af, maar ik hoef gelukkig niet lang te wachten. Dokter Versteeg schraapt zijn keel en kijkt me onderzoekend aan. 'Goed, mevrouw Van Dongen, ik heb ook nog wat minder goed nieuws voor u' Ik houd mijn adem in, precies waar ik dus al bang voor was. 'Aangezien u er nog niet naar gevraagd heeft, ga ik er vanuit dat u het zelf nog niet wist. Toen u hier werd binnengebracht, was u drie weken zwanger. Het vele bloedverlies is het embryo fataal geworden. Uw kindje heeft het niet gered' Met grote ogen kijk ik de dokter aan. 'Ik- ik was zwanger?' Versteeg knikt en de eerste traan ontsnapt uit mijn oog. 'Het spijt me, mevrouw Van Dongen. Wilt u dat ik het uw vriend vertel?' Bijna stem ik toe, maar bedenk me op het laatste moment. 'Nee. Nee, hij mag het niet weten' Verbaasd kijkt Versteeg mij aan maar hij zegt er niets van. Hij zal er vast zijn eigen conclusies wel uittrekken. De deur gaat open en er komen twee verpleegsters binnen lopen. 'Hallo mevrouw Van Dongen, wij komen u meenemen voor de scan' De dokter grijpt naar mijn hand vlak voordat de zusters me wegrijden. 'Sterkte', zegt hij en ik knik naar hem als bedankje. Wanneer ik door de gang wordt gereden, dringt het pas echt tot me door. Ik was zwanger, van Wolfs. Het moest wel van Wolfs zijn, want ik was al in geen tijden meer intiem geweest met Frank. Ik wilde het niet. Ik was van Wolfs, niet van Frank. Wolfs. Het enige wat ik nog van hem had, is me ook al afgenomen en ik wist het niet eens. Als ik het had geweten, was ik sowieso voorzichtiger geweest. Ik schreeuw het uit van verdriet en de daarbij komende pijn. Het kan me niet schelen dat de mensen me raar aankijken. Tranen stromen in volle vaart over mijn wangen. Met mijn handen op mijn lege buik rol ik me op als een klein bolletje. Ik huil met volle uithalen, haast hysterisch. Een zuster grijpt mijn arm en ik voel een klein prikje. Mijn ogen worden zwaar. Ze moet me iets kalmerend gegeven hebben denk ik nog voordat mijn ogen dichtvallen.

Knipperend tegen het felle licht open ik mijn ogen. 'Hé Eva, daar ben je weer' De vrolijke stem van mijn vriendin Marion doet me goed. Een waterig glimlachje verschijnt op mijn gezicht. 'Hey', zeg ik met mijn stem nog schor van de slaap. Ik probeer mezelf wat hoger in bed te krijgen, maar de pijn in mijn schouder maakt dat ik het snel opgeef. Met mijn gezicht verbeten van de pijn reik ik naar de afstandsbediening van mijn bed. Wanneer het me eindelijk gelukt is, laat ik me met een zucht langzaam terugvallen op bed. 'Waar is Frank?', vraag ik. 'Frank is even naar huis zich opfrissen' Iets in haar blik doet me denken dat ze iets voor me achterhoudt. 'Ik- ik moet je iets vertellen, maar je moet me beloven dat je het niet tegen Frank zal zeggen' Ik moet het aan iemand kwijt en Marion weet toch al van mijn verhouding met Wolfs. 'Ik was zwanger van Wolfs' Ik wil huilen, maar het lukt niet. Blijkbaar zorgt dat spul er nog steeds voor dat ik rustig blijf. 'Oh Eva, hoe kon je dan ook zo dom zijn' Stom verbaasd kijk ik haar aan. Dit had ik niet verwacht, al helemaal niet van Marion. Ik weet dat ze geen voorstander was van mij en Wolfs, maar ze is wel mijn vriendin. 'Het kindje is weg' Ze knikt begrijpend en pakt mijn hand. 'Weetje Eef, misschien is het alleen maar beter zo. Je kan verder met Frank en hij hoeft van niks te weten. Als jullie kindje het wel gered had, dan had je hem de waarheid moeten vertellen. Had je dat gewild? En als Wolfs nog wel geleefd had, dan had je hoe dan ook een keuze moeten maken en laten we wel wezen, Wolfs is nooit echt het type geweest om een goede vader te worden.' Haar woorden doen pijn. Misschien heeft ze wel gelijk, maar ik had op zijn minst een beetje medeleven verwacht. Ik hield van Wolfs, ik hou nog steeds van hem. Met Frank was het al tijden niet meer zoals het hoorde te zijn. Met Wolfs was het spannend, passioneel en allesvernietigend. Ik was er klaar voor geweest om mijn leven met Frank op te geven en me te storten in het onbekende met Wolfs. Ik geef Marion geen antwoord en draai mijn hoofd van haar weg. De regen tikt buiten tegen het raam en even lijkt het of het zo moet zijn. Alsof de wereld met mij rouwt om het verlies van Wolfs en ons kindje. Het schuiven van de stoel maakt me erop attent dat Marion is opgestaan. Ik hoor het tikken van haar hakken op de grond. Ze raken steeds verder verwijderd van mijn bed, maar ik draai me niet om.

'Hé lieverd! Sorry dat ik niet eerder kon komen, Mechels liet me niet eerder gaan' Esmee komt met haar gebruikelijke enthousiasme mijn kamer binnen gewandeld. Al snel betrekt haar gezicht wanneer ze de tranen in mijn ogen ziet. 'Ik kan het maar niet bevatten' Ze kijkt me meelevend aan en pakt mijn hand vast. 'Het doet zo'n pijn Es' 'Ik weet het' Ik schud mijn hoofd. Ze weet het niet, ze heeft nooit geweten van mijn verhouding met Wolfs. 'Ik had al een aantal maanden een verhouding met Wolfs', besluit ik haar toe te vertrouwen. Het kan nu toch geen kwaad meer. Eigenlijk kan het me ook niet schelen als Frank er achter komt, alleen wil ik hem geen pijn doen. Esmee lijkt niet eens verrast. 'Ik had al zo'n vermoeden', zegt ze. 'Ik was zwanger' Ik hoop dat ze niet zo reageert als Marion. Daar zou ik niet nog een keer tegen kunnen. 'Schuif eens op' Ze komt bij me op bed liggen en trekt me dicht tegen haar aan. Esmee is altijd al veel vrijer en knuffelige geweest dan ik ben, maar voor nu maakt me dat niks uit. Ik heb juist behoefte aan een schouder om op uit te huilen. Ik vertel haar alles over Wolfs en mij, vanaf onze eerste zoen tot het moment dat we werden neergeschoten. Het voelt goed om eindelijk mijn verhaal kwijt te kunnen. Marion had altijd al haar afkeer laten blijken over mijn verhouding met Wolfs. Esmee zegt niks en laat me rustig alles vertellen. Wanneer alles eruit is, huilen we samen tot ik van vermoeidheid in slaap val.

Als jullie lief zijn, vanavond misschien nog een deeltje ;)

Ogen Vol LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu