Deel 21

739 29 19
                                    

Omdat sommigen van jullie niet willen dat ik met de fleva deeltjes stop, maar weer een fleva deeltje ;)

Hand in hand strentelen we door de stad. Beiden blijven we wel allert, mochten we iemand tegen komen die we kennen dan moeten we immers snel elkaar los laten. Wolfs probeert me een kledingwinkel in te trekken, maar dat komt hem op veel tegenspraak te staan. Gelukkig weet ik hem ervan te overtuigen dan we beter geen winkels binnen kunnen gaan, tenzij hij mij liever de rest van de dag chagrijnig heeft. We lopen verder naar de Maas. Even blijven we staan om te kijken naar hoe het water langzaam voor bij gaat. Met Floris' hulp klim ik op het muurtje en laat mijn benen over de rand bungelen. Floris blijft achter mij staan met zijn armen stevig om mijn middel geslagen om te voorkomen dat ik voorover val. Starend naar een vogel die laag over het water vliegt, voel ik ineens zijn lippen op mijn wang. Ik sluit mijn ogen en geniet van het moment, van de zachte aanraking van zijn lippen. Pas wanneer ik mijn ogen weer open, zie ik dat hij een zijn telefoon vast houdt en een foto heeft gemaakt. Grijnzend laat hij me de foto zien. Ik had het niet verwacht, maar toch is het een leuke foto geworden. Mijn ogen zijn gesloten en op mijn lippen ligt een tevreden glimlach, Floris' lippen zitten op mijn wang en ook hij heeft zijn ogen gesloten. 'Dit wordt mijn nieuwe achtergrondfoto' Gelijk past hij het aan. 'Vind je dat niet een beetje riskant, wat als Frank het ziet' Zuchtend laat hij zijn hoofd op mijn schouder rusten en geeft geen antwoord. Toch is het voor mij antwoord genoeg. Hij wil het er niet over hebben, wetend dat her waarschijnlijk weer zal eindigen in een heftige discussie over dat ik het Frank moet vertellen. Ik neem genoegen met zijn zwijgen, want ook ik heb geen zin in een discussie. Bovendien is de kans dat het dan weer op een ruzie uit loopt heel groot en dat wil ik dit weekend vermijden. We hebben allebei zo uitgekeken naar dit weekend, een ruzie zal alles verpesten. Daarnaast zou het dan ook wel eens definitief het einde kunnen betekenen van onze relatie en daar zou ik al helemaal niet mee kunnen leven. Allebei volledig in gedachten verzonken, zien we de donkere wolken niet aankomen. Pas wanneer de eerste druppels vallen, lijken we te ontwaken uit onze starende toestand. Geschrokken kijken we naar boven. 'Ik denk dat we maar beter heel snel naar huis kunnen gaan, want dat belooft niet heel veel goeds', zegt Wolfs wijzend naar de bijna zwarte wolk die steeds dichter bij komt. Hij heeft het nog niet gezegd of het gaat harder regenen. Snel spring ik van het muurtje en begin ik te rennen. 'Niet zo snel, Eva van Dongen', hoor ik achter mijn roepen. Ik blijf even staan tot hij bij mij is, laat hem even op adem komen en pak dan zijn hand. Samen rennen we door de regen naar de Ponti. Ik voorop en Wolfs meesleurend. Volgens mij hadden we net zo goed gewoon kunnen lopen, want het regent inmiddels zo hard dat de regen verticaal naar beneden lijkt te vallen. Alsof ze boven met grote gieters liters water over ons heen gooien. Tegen de tijd dat we in onze straat aankomen, zijn we beiden tot ons ondergoed toe doorweekt. Ineens blijft Wolfs stilstaan. Door de kracht word ik als het ware naar hem terug getrokken. Met een draai kom ik tegen zijn borst aan. Wolfs trekt mijn elastiekje uit mijn haren, draait me weer van hem af en legt daarna zijn vrije hand in mijn zij. Hij gebaart dat ik mijn hand op zijn schouder moet leggen. Verbaasd kijk ik hem aan. 'Doe nou maar, Eef' Niet begrijpend wat hij hier nou precies mee wil, leg ik toch maar mijn hand op zijn schouder. Hij knijpt even in mijn hand, waarna hij in beweging komt en ons begint rond te zwieren door de straat. Lachend volg ik zijn bewegingen. Dit had ik totaal niet achter hem gezocht. Dat hij kon dansen wel, maar in de regen? De regen stort nog steeds over ons heen, maar dat stoort ons niet. Nog altijd dansend, kan ik niet stoppen met lachen. Wolfs laat me draaien en zwiert ons de hele straat door. Verderop zie ik mensen onder een paraplu naar ons staan kijken. Ik wijs Wolfs op de mensen, hij zwaait naar ze en snel lopen ze door. Hij laat me nog een keer draaien en dit keer zorgt hij ervoor dat ik weer tegen zijn borst eindig. Ik sla mijn armen om zijn nek en druk mijn lippen op de zijne. Hij legt zijn armen om mijn middel en ongestoord blijven we staan zoenen in de regen. Als ik zijn handen onder mijn shirtje voel glijden, verplaats ik ons richting de voordeur. Al zoenend vallen we bijna naar binnen. Ik hoor wat scheuren en besef dan dat dat mijn shirt was. Wolfs kijkt me schaapachtig aan. Lachend zoen ik hem opnieuw. Met alle kracht in mijn armen, trek ik zijn overhemd los. De knopen vliegen er vanaf. Steeds meer kledingstukken vallen op de vloer. Hij tilt me op en loopt de trap af. Beneden zet hij me tegen de muur, zo ongeveer de enige plek waar we het gisteravond en vannacht nog niet gedaan hebben. Voorzichtig brengt hij ons samen. Al snel vullen we het huis met ons gekreun. Plots denk ik boven wat te horen. Ik gebaar Wolfs om stil te zijn. Samen wachten we af, maar we horen niks meer. Zonder enige aankondiging gaat hij weer verder. 'Oh Wolfs, harder' Hij volgt mijn bevel op en het duurt niet lang voordat ik mijn hoogtepunt bereik. Ik schreeuw zijn naam uit en kort daarna schreeuwt hij ook de mijne. Wolfs laat me los en ik zak langs de muur naar beneden tot ik weer met beide benen op de grond sta. Uitgeput blijven we staan. Terwijl Wolfs lieve woordjes in mijn oor fluistert, denk ik boven opnieuw wat te horen. Die gedachte wordt echter snel verdreven door Wolfs die in mijn oorlelletje bijt. Genietend sluit ik mijn ogen, inmiddels al weer klaar voor de volgende ronde.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 08, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Ogen Vol LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu