Hoofdstuk 3

984 26 8
                                    

                  

De volgende ochtend word ik weer vroeg wakker. Ik kijk op de wekker en zie dat het 7 uur is. Ik plof mezelf weer neer op bed en kijk naar het plafond. Na een kwartier in dezelfde positie gelegen te hebben sta ik met tegenzin op om me vervolgens klaar te maken voor werk. Zoals gewoonlijk ontbijt ik niet en loop richting de bus.

Op werk aangekomen slenter ik naar binnen en heb geen behoefte aan vrolijke mensen op de vroege ochtend. Ik loop naar de koffiezetapparaat en schenk mezelf stilletjes een kop koffie in. ''Gooooeeeeedemorgen Essie!'' hoor ik de welbekende stem van Misha zeggen. Met tegenzin draai ik me naar hem om en zet mijn gemaakte glimlach op. ''Goedemorgen Misha.''
Misha is zo gay als het maar zijn kan! Hij is pas uit de kast gekomen en sindsdien is hij niet te stoppen over de drama tussen hem en zijn vriendje. Daarnaast kan hij o-ver-dre-ven vrolijk zijn. Zo vrolijk dat jij je als individu eraan begint te ergeren. Vooral op een vroege ochtend als deze. Maar ondanks zijn hyperactieve gedrag is het een aardige vent om mee te werken. Als het samenwerken maar niet op de ochtenden vallen want dan wil ik het liefst in stilte over mijn warme bed rouwen. We maken een kort praatje- eigenlijk was hij meer aan het woord dan ik- waarna we naar de kantine lopen.
Al mijn collega's zitten netjes op een stoel. We bespreken even wie wat doet en wanneer ze zeggen dat ik de 'doe het zelf' afdeling moet uitzoeken heb ik de neiging om kreunend mijn hoofd op de tafel te leggen. Misha klopt bemoedigend op mijn rug. ''Het komt goed Essie, voor je het weet is de dag om en kan je lekker uitrusten.'' Ik slaak een zucht. ''Ik kan niet wachten totdat dat moment komt.'' mompel ik vermoeid.
De ochtend verliep sneller dan verwacht. Ik heb al de helft uitgezocht waardoor alles er al een stuk overzichtelijker uitziet.
Ik kijk even om me heen en zie dat niemand zich op deze afdeling bevind. Wie zou er op zijn vrije dag nou gereedschap kopen. Bedenk ik me cynisch. Ik loop weer één van de vele paden van deze afdeling in en begin weer met uitzoeken. Ik ben nog een tijdje bezig in dit pad totdat ik een gestalte achter me voel staan. Diegene is blijkbaar zo groot dat hij het licht in dit pad overschaduwt met zijn enorme gestalte. Ik rol met mijn ogen, want waar ik momenteel totaal geen zin in heb is een vraag van een klant. Ik draai me langzaam om en zie de dezelfde jonge man die mij gister bijna omver reed. Dit keer heeft hij geen pak aan maar een zwart t'shirt en een donkerblauwe spijkerbroek.
Zijn ontzettend brede schouders laten zien dat hij heel vaak traint en worden daarom ook meer geaccentueerd door het shirt die strak om zijn spieren zit gespannen. Ik kijk op naar zijn gezicht en zie dat hij twee koppen groter is. Zijn getinte huid laat zien dat hij blijkbaar van Arabische afkomst is. Ik blijf hem even aankijken. Zonder ik het me besef blijf ik hem aankijken en realiseer me dat zijn schoonheid onmenselijk is. Alles zit perfect, alsof het gebeeldhouwd is. Wanneer het me opvalt dat ik hem veel te lang aangaap en zijn donkere ogen mij opnemen, werp ik mijn blik naar de grond en voel mijn wangen een beetje warm worden.
Nog steeds zegt hij geen woord en blijft me alleen maar aankijken met zijn doorborende blik. Ik begin een tikkeltje nerveus te raken waardoor ik het woord neem. ''Kan ik u ergens mee helpen?'' Ik doe net alsof ik hem niet ken en kijk weer op. Hij blijft me aankijken. Waarna hij zijn sensuele lippen opentrekt. ''Kabelbinders.'' Antwoordt hij met een hele diepe mannelijke stem en kijkt me weer met die donkere blik aan. Ik schut lichtjes met mijn hoofd en loop vervolgens naar het pad ernaast terwijl ik zijn ogen op mijn rug voel prikken. Ik stop bij de kabelbinders, pak twee verschillende uit het vak en laat ze aan de mysterieuze man zien.
''Welk van de twee zou u willen?'' vraag ik een tikkeltje ongemakkelijk. Zijn ogen worden donkerder wanneer hij zijn blik van de kabelbinders naar mij werpt. Ik begin te slikken en wanneer ik zie dat mijn handen een tikkeltje beginnen te trillen, pakt hij ze gelukkig van me aan. Hij houdt ze vast in één hand en wanneer ik denk dat hij eindelijk weer weg zal gaan, zit ik er totaal naast en zie hem nog steeds op dezelfde plek staan. Zenuwachtig begin ik aan het uiteinde van mijn hoofddoek te friemelen.

''Touw'' zegt ie vervolgens weer met dezelfde zware stem als voorheen. Ik kijk op en loop naar het pad ernaast om de rollen touw te laten zien. Ik sta weer stil en kijk naar hem op. ''We hebben drie verschillende soorten touw. Waar gaat uw keuze naaruit?'' vraag ik hem zo beheerst mogelijk. Zijn donkere blik richt hij op de drie soorten touw. Hij laat zijn grote hand over elk touw heen vallen en stopt vervolgens bij de middelste. Hij kijkt me weer aan.
''Deze'' antwoordt hij weer met dezelfde donkere blik. Ik knik. ''Hoeveel wilt u ervan?'' vraag ik hem dit keer niet aankijkend. ''3 meter'' antwoordt hij weer kort terug. Ik loop naar het middelste en tevens dikste touw die we hebben. Ik begin het touw om mijn arm te draaien en zo geconcentreerd mogelijk te tellen. De concentratie gaat wat stroever aangezien zijn blik nog steeds op mijn huid prikt. Ik doe net alsof ik geconcentreerd aan het tellen ben en ben opgelucht wanneer ik bij de drie meter ben gekomen.

Ik maak er een behendige knoop in en geef het vervolgens aan hem aan. Onze vingers raken elkaar kort aan en wanneer ik weer een stap achteruit neem zie ik dat hij me nog een laatste blik gunt, zijn rug naar me toekeert en vervolgens het pad uitloopt. Nadat hij eindelijk uit mijn zicht is heb ik het gevoel dat ik eindelijk normaal kan ademhalen. Ik loop weer terug naar het pad waar ik me eerst bevond en begin weer alles uit te zoeken. Wat was dat? Vraag ik mezelf verward af.

Om 6 uur 's avonds kan ik eindelijk naar huis. Ik neem afscheid van mijn collega's waarna ik rustig richting de bus loop. Het is al december waardoor het al om 6 uur 's avonds pikken donker is. Ik houd van de avonden alleen de gevaren die je dan kan oplopen weerhouden me om in de avond een wandeling te maken. Ik loop door een verlaten straat. Deze stilte is niks voor Amsterdam. Een gek gevoel bekruipt me. Het gevoel alsof er iets niet klopt.
Ik kijk even om me heen waarna ik mijn pas versnel en richting de bushalte loop. Wanneer ik de straat uit loop zie ik tot mijn grote opluchting een stelletje lopen. Hierdoor begin ik me veiliger te voelen dan zojuist. Ik stap de bus in, doe mijn oortjes in en leun met mijn hoofd tegen het raam.

Wanneer ik de bus uitstap bekruipt hetzelfde gevoel me weer. Argwanend begin ik weer om me heen te kijken. Zo snel als ik kan open ik de deur van mijn appartement en loop naar binnen. Ik ontdoe me van mijn jas, schoenen en hoofddoek en loop de huiskamer binnen. Samira ligt preuts op de bank. Dit keer heeft ZIJ mijn roze beertjes pyjama aan!

AbductedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu