Hoofdstuk 13

1.2K 35 14
                                    

De volgende ochtend sta ik met een vreemd gevoel op. De vorige avond heb ik nagedacht over de hele situatie. Ik heb geprobeerd om me in te leven in de man die zich mijn vader noemt. Het is moeilijk, dat geef ik toe. Ik kan er namelijk nog steeds niet bij dat mijn oom ook in dit wereldje zit en eigenlijk de ergste dingen met mij had moeten doen. Met deze gedachtes krijg ik een rilling over mijn rug. Ik lig nog steeds in het bed maar ik word algauw uit mijn gepeins gehaald wanneer er op de deur wordt geklopt.
Ik pak mijn hoofddoek en drapeer het over mijn hoofd. ''Binnen.'' Zeg ik vervolgens. Hakima opent de deur en komt vervolgens binnen met een dienblad vol eten. Ik schenk haar meteen een glimlach en ontdoe me weer van mijn hoofddoek. ''Dank je Hakima.'' Zeg ik vriendelijk waarna ik uit het bed opsta. Ze legt het blad neer op de tafel aan de sofa. ''Je moet goed ontbijten want vandaag is je eerste lesdag!'' Ik begin diep te zuchten.
Ik vind het fantastisch dat ik mijn studie nog kan volgen alleen ligt het probleem bij de persoon wie mijn docent zal zijn. ''Ben je niet blij?'' vraagt Hakima direct wanneer ze mijn bedrukte gezicht ziet. ''Jawel..'' antwoord ik twijfelend. Ze loopt naar mij toe en legt haar hand op mijn wang. Ik kijk haar aan en zie dat ze warm terug kijkt. ''Kind, ik snap dat het moeilijk voor je is en dat je het liefst je studie volgt op je vorige college..Maar begrijp dat we dit niet doen om jou te kwellen! Je vader wilt alleen maar dat je veilig bent en dat jou niks overkomt. Hij was zijn dochter al 19 jaar kwijt. Hij wilt jou niet nog eens kwijt raken.''
De woorden van Hakima raken mij dit keer heel erg. Ik begin een brok in mijn keel te krijgen. ''Dank u Hakima.'' Antwoord ik een tikkeltje schor. Ze begint te knikken en ik kan aan haar zien dat zij het ook moeilijk begint te krijgen. Het is weer stil. ''Kom kind! Eet je ontbijt op, maak je klaar en doe je best tijdens je eerste lesdag!'' zegt ze waarna ze mij een bemoedigende glimlach schenkt. Ik schenk haar een kleine terug en begin te knikken. Ze knikt terug waarna ze mijn kamer weer verlaat.

Na mijn ontbijt fris ik mezelf helemaal op en loop vervolgens de inloopkast weer in. Ik pak dit keer een grijze broek, een lange zwarte blouse en een zwarte hoofddoek. Ik doe weer mijn zwarte All Stars aan en bekijk mezelf vervolgens tevreden in de spiegel. Mijn litteken verberg ik deels met mijn hoofddoek en mijn donkere kringen zijn weer even donker als altijd. Ik haal mijn schouders op waarna ik de kast uitloop. Ik werp mijn blik op de klok die ik sinds gister in mijn kamer heb hangen en zie dat het al 9:05 is.
Ik ben 5 minuten te laat, en Zakaria zal dat zeker niet appreciëren. Wanneer ik zijn arrogante blik weer voor me zie begin ik me al te irriteren. ''Weet je wat! Die zak mag lekker nog 10 minuten extra van mij wachten!'' zeg ik vastbesloten tegen mezelf. Ik krijg een gemeen lachje rond mijn lippen, alsof ik zojuist het beste idee ooit heb verzonnen.

Wanneer ik zie dat het 9:15 is loop ik rustig mijn kamer uit. Ik schrik me dood wanneer ik Zakaria himself voor mijn neus zie staan. Ik kijk hem geschrokken aan en zie dat hij boos terugkijkt. ''Kan jij geen klok kijken?'' vraagt hij cynisch maar wanneer je in zijn ogen kijkt zie je dat ze een donkere gloed over zich heen hebben gekregen. Hij is woedend. Ik begin moeizaam te slikken. ''Ik kan klok kijken.'' Antwoord ik rustig terug. ''Oh, en als jij dat zo goed kan waarom ben je dan een kwartier te laat?'' vraagt hij heel geïrriteerd.
Ik haal nonchalant mijn schouders op. ''Daarom.'' Antwoord ik doodleuk. Hij begint ongemeend te lachen. Voor het eerst zie ik hem lachen waarbij je al zijn witte tanden ziet. Hij heeft een mooie lach, ondanks dat ie het niet meent. ''Nou?'' hoor ik hem opeens vragen. Ik kijk verward op. ''Nou wat?'' vraag ik hem niet begrijpend aan. ''Moet de prinses nog gedragen worden naar de bibliotheek of kan ze dat zelf wel?'' sist hij mij geërgerd toe. Ik begin even te knipperen met mijn ogen.
''Pardon?! Ik ben een kwartiertje te laat en gelijk maakt meneertje er een drama van!'' Boos loop ik weer terug mijn kamer in. Mooi niet dat ik nog überhaupt les van deze zak wil krijgen. Ik loop naar het balkon en wanneer ik net de deur ervan wil openen wordt mijn kamer deur door monsieur geopend. ''Wat moet je?'' vraag ik geïrriteerd. ''Je loopt nu met mij naar de bibliotheek.'' Antwoordt hij dit keer kalm, te kalm. ''Mooi niet. Je mag de pot op van mij!'' spuw ik uit. Met grote stappen loopt hij op mij af en duwt mij tegen de deur van het balkon aan. ''Auw! Laat me los zak!'' roep ik uit. Hij staat pal voor mij en kijkt mij super doordringend aan.
Ik blijf hem boos aankijken in de hoop dat hij mij loslaat. Want waar ik een groot hekel aan heb is wanneer een man in mijn persoonlijke cirkel staat. ''Rot op!''
''Bek houden!'' roept hij ineens. Van de schrik kijk ik hem slechts aan. Het is een tijdje stil en nog steeds staat hij te dichtbij. ''Je gaat nu luisteren want ik heb geduld genoeg met je gehad!'' Ik wil mijn mond weer openen om hem van repliek te geven maar zijn blik zegt al dat ik beter mijn mond moet houden. ''Ik ben die grote bek van jou spuug zat en wil je nooit meer brutaal horen spreken! Jij gaat je nu gedragen als een volwassenen en met mij meelopen naar de bibliotheek.''
Ik kijk hem boos aan.
''Begrepen?'' Sist hij boos in mijn oor. Mooi niet dat ik ja ga zeggen! Denk ik bij mezelf. Ik kijk hem aan en zie dat hij wacht totdat ik ja antwoord. ''Stik.'' Sis ik hem terug. Hierdoor kijkt hij weer met een donkere blik waarna hij mij nog steviger tegen de muur aan duwt. Het doet pijn, maar in geen geval zal ik dat zeggen. ''Je laat me nu los of ik schreeuw iedereen en alles bij elkaar.'' Sis ik hem weer woedend toe. Het liefst verkoop ik hem een goeie klap in zijn perfect geschapen gezicht. Wanneer ik dacht dat hij geen stappen meer dichterbij kan zetten had ik het mis. Hij neemt nog een stap dichterbij waardoor onze lichamen tegen elkaar zijn aangedrukt. 
Mijn gezicht komt tegen zijn harde borstkas aan waardoor zijn cologne mijn neus binnendringt. Nog nooit heb ik zo dicht tegen een man aangestaan. Alarmbellen gaan bij mij af, maar ik kan geen kant meer op.
''Afstand graag!'' probeer ik zo beheerst mogelijk te zeggen. Hij luistert er niet naar. ''Ik zei af..'' ''Pas als jij stopt met die verdomde klote gedrag die je telkens vertoont en onmiddellijk naar de bibliotheek gaat.'' Onderbreekt hij mij koel. Ik slaak geïrriteerd een diepe zucht. ''Oke.'' Sis ik tussen mijn tanden door.
''Oke wat?'' Dit keer kijk ik boos naar hem op. ''Wie denk je wel dat je..'' Ik zie hem mij waarschuwend aankijken. Voor de tweede keer slaak ik een zucht. ''Oke, ik zal ermee ophouden en naar de bibliotheek gaan.'' ''Goed.'' Antwoordt hij neutraal terug. Hij laat mij vervolgens los waardoor ik weer ademruimte heb. Hij blijft mij even aankijken. ''Doe dat nooit meer!'' roep ik hem boos toe. ''Wat?!'' ''Kom nooit, maar dan ook nooit meer binnen mijn persoonlijke cirkel oke!'' roep ik weer terwijl ik met mijn wijsvinger naar hem wijs. Hij reageert er niet meer op, draait zich om en loopt de kamer uit. Ik slaak een vermoeide zucht waarna ook ik de kamer verlaat. Die klootzak!

AbductedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu