Hoofdstuk 6

1K 34 8
                                    

De dagen vliegen voorbij en voor ik het weet is de kerstvakantie aangebroken. Mijn tentamens heb ik gelukkig goed gemaakt waardoor ik niks hoef te herkansen in de vakantie. Met een voldaan gevoel loop ik de VU uit en het gevoel wordt alleen maar beter wanneer ik me besef dat ik een maand lang geen stap in dit gebouw hoef te zetten.
In plaats van richting de bus te lopen, loop ik naar de trein om op bezoek te gaan naar mijn oom. Ik heb hem al maanden niet gezien aangezien ik het veel te druk heb met mijn studie.

Ik loop richting de treinen terwijl ik Samira aan het appen ben om door te geven dat ik vanavond niet mee eet. Ik check in, loop naar spoor 4 en wacht op de trein richting Utrecht. Ik leg mezelf neer op een bankje en stop mijn oordopjes in mijn oren. Ik zet 'de beat op' zoals Samira het altijd noemt en wacht geduldig op de trein.

De trein komt in zicht waardoor ik mijn rugzak goed op mijn rug zet en vervolgens de trein in stap. Ik neem plaats bij het raam, leg mijn rugzak naast me en staar vervolgens naar buiten.

Denkend aan mijn oom die ik al een tijd niet heb gezien. Aan Samira die morgen samen met haar ouders 2 weken naar Marakkech gaat en die mysterieuze man die ik voorheen bijna elke dag zag en nu een tijdje niet meer.

Ik schrik op uit mijn gedachtes door twee Marokkaanse meisjes die luidruchtig de trein instappen. Allebei dragen ze korte rokjes en een veelte strakke crop top. Zo schaars gekleed in hartje winter nota bene!
Wanneer ze langs me lopen schenken ze me een vieze blik en lopen vervolgens lachend verder. Ik rol met mijn ogen en staar vervolgens weer uit het raam.

Ik ben altijd al zo'n type geweest die heel saai gekleed was. Een broek, tuniek, zwarte All Stars en een zwarte hoofddoek; daar bestaat mijn garderobe 9 van de 10 keer uit. Ook draag ik nooit make-up omdat ik me er gewoon niet fijn in voel.
Door mijn 'saaie' kledingstijl heb ik bijna elke dag een discussie met Samira. Samira kleed zich namelijk altijd volgens de laatste mode en draagt ook make-up en het staat haar prachtig. Haar prachtige zwarte krullen heeft ze bijna altijd los hangen. Hiermee windt ze elk persoon zo om haar vinger. Alleen is dat niks voor mij.

Ik kijk even op vanuit mijn gedachtes en zie dat een jonge man tegenover mij is gaan zitten. Wanneer ik hem aankijk zie ik dat hij naar me glimlacht. Ik glimlach kort terug waarna ik weer door het raam kijk. Ik word vanuit mijn gedachtes gehaald doordat dezelfde jonge man op mijn knie aan het tikken is. Ik trek een wenkbrauw op en kijk hem lichtelijk geërgerd aan. Hij glimlacht weer en vraagt vervolgens naar de krant waar ik half op ben gaan zitten. Ik reik het hem aan en draai me vervolgens weer om naar het raam.
''Station Utrecht Centraal'' hoor ik een vrouwelijke stem door de intercom zeggen. Ik doe mijn rugzak weer op mijn rug en wanneer ik op het punt sta om de trein uit te stappen hoor ik de jonge man nog ''tot ziens'' zeggen. Ik geef een korte knik waarna ik de trein uit loop.

Na een totale reis van bijna een uur zit ik weer eens tegenover mijn oom aan de eettafel.

Als mijn oom en ik altijd samen in de huiskamer zijn dan zitten we nooit op de bank met elkaar. Mijn oom is uit het formele hout gesneden waardoor we altijd aan de eettafel tegenover elkaar zitten.
We kijken elkaar even aan. Ik zie aan hem dat hij in een korte tijd veel meer rimpels heeft gekregen. Vast en zeker door het roken waar hij maar niet mee kan stoppen. Zijn zwarte haar is bijna helemaal vergrijsd. Ondanks dat, zijn zijn dikke zwarte wenkbrauwen nog steeds even zwart als voorheen. Dit geeft hem ook een streng uitstraling.
''Dus, hoe gaat het met u?''
''Goed alhamdoulillah, hoe gaat het met jou?'' vraagt hij beleefd terug. Ik kijk hem even aan en antwoord vervolgens.

''Met mij gaat het ook goed oom.'' Hij geeft me een korte knik waarna er weer een stilte heerst.

Er heersen altijd lange stiltes tussen oom en mij. Het zijn geen ongemakkelijke stiltes maar eerder vertrouwd en fijn.

AbductedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu