Hoofdstuk 9

964 28 4
                                    

Mijn gesloten ogen open ik en voor me zie ik een jonge vrouw die mij in haar armen vasthoudt. Vertederd kijkt ze me aan. Ze knuffelt me waarna ze haar fluwelen stem laat horen en zachtjes begint te zingen. Ze wordt onderbroken door schoten die gelost worden. Ze kijkt angstig.
Hard begint ze het op het rennen te zetten, terwijl ze angstig achter zich kijkt. Voetstappen volgen ons. Ze houdt me nog steviger vast, totdat er een laatste schot wordt gelost en ze op de grond valt met mij in haar armen. Een zwarte schim komt mijn kant op gelopen en buigt zich over me heen..

Gillend word ik wakker. Ik kijk verwilderd om mij heen. Het is pikken donker, maar hoe?
Ik sta onmiddellijk op en zie dat ik me niet in mijn slaapkamer bevind. Ik begin bang te huilen.
''Oh God waar ben ik?!'' roep ik huilend uit. Ik begin nog harder te snikken, mezelf totaal niet in de hand. Een gevoel van machteloosheid en verlorenheid bekruipen mij en nemen de overhand. Zonder dat ik het door heb begin ik op mijn onderarmen te krabben. Ik blijf krabben en overstuur huilen zonder dat ik enig besef van mijn omgeving heb.
Van de verte hoor ik een deur met een klap open gaan. Ik hoor een gedimd geluid van een vrouw. Het lijkt alsof ze roept.
Maar ik blijf huilen en mezelf krabben. Harder, harder, harder. Hoor ik een stem alleen maar zeggen. Ik begin pijnlijk te huilen. Het lijkt net alsof de pijn diep uit mijn ziel komt. Opeens hoor ik een ander gedimd geroep, een man. Twee armen pakken mijn handen stevig vast. Hierdoor wordt het krabben belemmerd. Ik probeer me van diegene los te wringen, maar het lukt niet. Ik begin te gillen.
''Laat me los!! Laat me alleen!'' gil ik huilend uit. Dit keer duwen die grote handen me tegen een muur aan.

De grote handen pakken mijn handen vast en klemt ze vast tegen de muur. Ik begin nog alleen maar te huilen. ''Verdomme!'' hoor ik diegene hard vloeken. ''Iedereen de kamer uit..'' roept hij. ''Maar..'' hoor ik een vrouwelijke stem nog zeggen.
''NU!'' roept hij. Ik hoor dat de deur wordt gesloten, wat gevolgd wordt door een koude stilte.
Het enige wat de stilte verbreekt is mijn pijnlijk gesnik.
''Verdomme, waar heb jij opeens last van?!'' roept degene gefrustreerd uit. Ik blijf huilend voor mij uit staren, nog steeds niet het volledige besef van wat er gebeurde en wat er nog steeds gebeurt.
Plotseling voel ik een klap op mijn wang. De klap wordt gevolgd door een branderig gevoel op mijn rechter wang.

Als uit de trans gehaald, kijk ik geschrokken naar degene op.
Hij pakt mijn kin vast waardoor onze ogen elkaar kruisen.
Tot mijn verbazing zie ik dat het de mysterieuze man is. 
Hij heeft me geslagen! bedenk ik me geschrokken.
''Wat..'' vraag ik nog steeds geschrokken.

Met betraande ogen kijk ik in de donkere ogen van de mysterieuze man.
''Houd op met huilen.'' Zegt hij gefrustreerd.
Dit keer vallen mijn tranen stilletjes naar beneden.
Hij blijft mij aankijken en ik hem.  
''Waarom laten jullie mij niet gewoon gaan?'' breng ik er hees en gebroken uit. Hij blijft me slechts diep aankijken.
''Dit is waar je blijft, wen er maar aan. Je kan er beter wat van gaan maken anders heb je er alleen jezelf mee.'' Zegt hij koel. Ik begin weer te huilen.
''Laat me alsjeblieft gaan.'' Snik ik er weer uit. Ik hoor hem gefrustreerd zuchten.
En wanneer hij ziet dat ik geen aanstalten maak om te stoppen met huilen duwt hij me meer tegen de muur aan.
''Houd je mond wil je?'' zegt hij dit keer geïrriteerd.
Kom op Esrae verman je. Zeg ik tegen mezelf. ''Kan ik je weer loslaten zonder dat je jezelf weer gaat krabben?'' vraagt hij nu een tikkeltje sarcastisch. Ik kijk naar mijn onderarmen, die door zijn grote handen vastgehouden worden en naast beide kanten bij mijn gezicht tegen de muur staan.
Ik zie dat er krassen op zitten en wat bloed mijn onderarmen bedekken. ''Heb ik dat gedaan?'' vraag ik gebroken terwijl ik nog steeds naar mijn armen kijk. Het is een tijdje stil, niemand die aanstalten maakt om zich te bewegen.
''Je armen moet worden schoongemaakt.'' Mompelt hij waarna hij me voorzichtig loslaat. Hij neemt een stap achteruit waardoor ik dan pas besef dat hij heel dicht tegen mij aan stond. Ongewild begin ik een beetje rood te worden. Hij kijkt me strak en vooral koud aan.
''Blijf hier.'' Zegt hij kort waarna hij zich omdraait en de kamer verlaat.

AbductedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu