Hoofdstuk 5.

39 4 0
                                    

Verward - en stiekem ook wel een beetje blij, want ja misschien is het wel een geheime aanbidder ofzo - kijk ik naar het briefje wat zojuist mijn kluisje uit is gevallen. Langzaam raap ik het op van de oranje-gele kunststoffen vloer die bij de kluisjes is aangelegd. Mijn handen klemmen zich om het papiertje heen terwijl ik in mijn hoofd bedenk wat het kan zijn. Misschien wel een brief die me toelaat tot de spionnenacademie? Dat klinkt zo stom dat ik ter plekke een rode kleur begin te krijgen. Nee, dat is het niet. Maar wat dan wel? Geruisloos open ik het briefje. 

Stop met zoeken. Jullie zijn kansloos samen. 

Geen geheime aanbidder, geen spionnenacademie. Wel een idioot die nu nog idioter in mijn hoofd wordt aanschouwd. Waarom stoppen met zoeken? Zijn we echt kansloos? Tegen die gast natuurlijk wel. Of ja, dat denk ik nu dan. Vanuit mijn ooghoek zie ik een groepje brugklassers aankomen. Snel prop ik het briefje in mijn broekzak en sluit ik mijn kluisje. Ik kijk nog één om me heen en loop daarna de grote aula in. 

In de aula is May al op me aan het wachten. Na Nederlands hadden we één tussenuur. Maar helaas had May bijles onder het tussenuur - ja, bij ons op school hebben ze met bijles het niet helemaal op een rijtje - dus we konden niet samen dingen doen.

''Wat kijk je angstig is er iets?'' Vraagt May als ik me rustig nestel op de brede, witte vensterbank. Ja, dat is er zeker. Er is even té veel van dat 'iets'. 

''Ja, nou,'' Begin ik. Ik kijk even wantrouwend om me heen. ''Hier.'' Ik haal het briefje uit mijn broekzak en leg het op May's schoot. May beschouwd alles nog steeds met een ongeruste blik. Een blik die in je hoofd kan blijven hangen totdat je .. Weet ik veel, dood bent ofzo?

 May laat haar blik rustig op mijn angstige gezicht vallen. Is zij dan niet bang? Dit is toch wel een situatie waar je je gevoel mag laten zien. Gelukkig, weet ik mezelf ervan te weerhouden om May in mijn armen te nemen en op een bezorgde toon te zeggen 'leef je uit met je gevoelens', maar dat idee laat ik lekker varen als ik zie dat May op staat. Nieuwsgierig kijk ik naar haar. May grijnst nog één keer naar het briefje en stopt het dan in de zak van haar rood met zwarte blouseje wat ze om haar middel heeft geknoopt. 

''Wat ga je ermee doen?'' Wat kon je doen met een briefje van één of andere gast die wilde dat je ging stoppen met zoeken? Helemaal niks, volgens mij.

May schiet in de lach. ''Daar ga ik nog even over nadenken. Maar één ding kan ik je wel vertellen. We gaan niet naar hem luisteren.'' Ja, dat is me al wel duidelijk. Maar wat wil May ermee gaan doen? We gaan op onderzoek uit. Maar wat kun je onderzoeken aan een briefje? Niks toch?

-

Ik zit bij geschiedenis als het besef komt dat ik misschien wel moet stoppen met zoeken. Geschiedenis is - jammer genoeg - ook de enige les dat ik naast iemand anders zit dan May. Een heel uur wachten totdat ik May kan spreken zie ik ook niet echt zitten. 

''Dames en Heren,'' Begint de geschiedenislerares. Zo spreekt ze ons altijd aan. Het maakt er ook niet uit dat ze er al vanaf het begin van het schooljaar over wordt uitgelachen. Nee, dat maakt haar echt helemaal niks uit. ''ik ga even mijn flesje water vullen. Zouden jullie verder willen gaan waar jullie gebleven waren met het huiswerk?'' Een zucht galmt door de klas heen. Niemand heeft daar echt zin in, maar de geschiedenislerares - laten we zeggen dat ze niet de normaalste is, om wat ze allemaal doet - gaat er toch maar vanuit dat we het doen. Met een tevreden glimlach op haar gezicht loopt ze het klaslokaal uit. 

Is dit iets wat het lot speciaal voor me doet, of is dit toeval? Zodat jullie nog een beetje vertrouwen kunnen hebben in mijn hersenen, ga ik maar voor het laatste.

''May!'' Fluister ik, nadat ik me heb omgedraaid naar mijn beste vriendin die zich achter me bevindt. 

''Wat?'' Vraagt May op een geërgerde toon. Ik weet wel waarom. Laat ik één woord gebruiken als opheldering : maakwerk. Ze haat dat. Denk nu maar niet dat ze leerwerk wel leuk vindt, want dat is ook niet het geval. 

''Misschien moet ik het maar niet doen, het is gewoon niet slim enzo.'' 

May draait met haar potlood rondjes in haar schriftje. ''Je bent echt een watje Am,'' Misschien heeft ze wel gelijk. Maar is het ook 'watjesachtig' als je gewoon een beetje bang bent, en overbezorgd? Oké, laat dat 'over' maar even weg, want dat onderbouwd mijn standpunt niet echt. ''waarom ben je bang? Die gast kan je toch niks maken?''

- - -

Oe, daar zegt ze wat! 

Snap jij dat Amira bang is, of vindt je haar ook maar gewoon een watje net als May? 

Sorry, sorry, sorry voor de late update. Ik had gewoon veel aan mijn hoofd. Net nu wanneer ik dinsdag als vaste update-dag wilde claimen. Misschien nog maar een paar keer goed over nadenken? ;)

Xxx







vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu