Hoofdstuk 16.

10 1 0
                                    

De zon schittert vrolijk door de ramen als het blaadje voor mijn laatste toets op mijn tafel wordt gelegd. Ik kijk naar mij die links van me zit. Ze staart uit het raam. Het is niet alsof ik baal dat ze zo veranderd is, maar het is toch nog een beetje wennen. Geen stoere vriendin meer, alleen een verliefde vriendin. Jay heb ik niet meer gesproken sinds dat ik met hem ging praten. Ik weet niet wat ik er van moet vinden. Aan de ene kant verlang ik ernaar om bij hem te zijn, maar aan de andere kant ben ik ook best wel zenuwachtig en onzeker als ik bij hem ben.

''Veel succes iedereen.'' De lerares glimlacht van oor tot oor - zeker omdat dit de laatste keer is dat ze hier bij ons zit dit schooljaar - en loopt nadat ze haar zin heeft uitgesproken weer terug naar haar bureau.

Ik pak een pen uit mijn etui en begin aan de toets. Het is niet heel moeilijk want ik heb er best wel goed voor geleerd. Na 30 minuten schrijven schuif ik mijn papieren naar de hoek van mijn tafel.

Ongeduldig wacht ik tot de rest van mijn klasgenoten ook klaar zijn. Eigenlijk is het jaar best wel snel voorbij gegaan. Vooral het laatste moment, waarin ik en May opzoek gingen naar de dader. Misschien is het ook wel goed dat Jay bestaat - ja, ik ben verliefd op hem maar ik hem nog niet helemaal vergeven - zonder hem had ik nooit verliefd geworden en had mijn eerste liefde misschien wel plaats gevonden in het bejaardentehuis.

Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe de laatste klasgenoot nog wat op zijn blad schrijft en deze daarna weglegt.

''Iedereen klaar? Jullie mogen alvast gaan. Een hele fijne vakantie toegewenst en tot volgend jaar!''

Zo snel als ik kan loop ik het klaslokaal uit, naar mijn kluisje. Gelukkig, mogen we alvast wat eerder weg. Vanuit mijn ervaring weet ik dat het op het einde van het schooljaar altijd heel druk is bij de kluisjes. Dan moet ik me ook nog helemaal door die menigte wurmen en daar heb ik dus echt geen zin in.

Ik duw mijn kluissleuteltje in het slot en open mijn kluisje. Een wit papiertje fladdert als in een soort duif naar beneden. Eén witte duif. Ik buk me om hem te openen. Dit keer denk ik er niet bij na of het van een spionnenacademie of iets anders zal zijn, dit keer denk ik na over wat hij me zal vertellen. Wat hij dit keer van me wil. Misschien wil hij wel dat we elkaar nooit meer zien, misschien zegt hij dat ik maar een contact verbod moet aanvragen, misschien.. Ik open het papiertje en lees zijn onmiskenbare handschrift.

Hi, waarom ik wegging vorige week weet ik niet, maar ik kan vertellen dat ik er spijt van heb. Ik wil je iets vragen Amira. Iets waar ik al zo'n tijd van droom. Wil je verkering met me?

Verbaast kijk ik naar het briefje. Ik wist dat hij er van droomde maar het is toch onverwachts. Nog een paar keer lees ik het briefje over totdat ik besef dat ik iets moet gaan doen. Voordat deze gangen helemaal vol gaan lopen met allerlei leerlingen. In een beweging haal ik mijn kluisje leeg en doe deze daarna weer op slot. Met mijn tas in mijn handen loop ik naar Jay's kluisje toe. Gelukkig, hij is er nog.

Zijn blik staat ernstig. Misschien verwacht hij wel dat ik boos zal worden en het briefje zal versnipperen boven de prullenbak. Of misschien wel dat ik hem nooit meer een blik waardig zal gunnen en een contactverbod aan ga vragen. Maar dat doe ik niet. Het enige wat ik doe is verstijfd bleven staan terwijl mijn mond openstaat. Van verbazing? Nee, ik weet niet eens waarom ik zo sta. Jay duwt met een harde klap zijn kluisje dicht en blijft me aanstaren - net zoals ik bij hem doe. Zo blijven we staan. Totdat me bel gaat. Het teken waardoor alle deuren opengaan en de gang helemaal volstroomt. Nu moet ik dus snel gaan handelen. Sneller dan dat ik het eigenlijk zo willen. Ik knik. Zo lichtjes dat ik me afvraag of hij het wel ziet. Maar dat doet hij. Want hij trekt me spontaan in een knuffel. Een knuffel zo veilig dat ik amper merk dat er om me heen een groep kinderen klaagt over dat we dit maar ergens anders moeten gaan doen.

Samen met Jay wandel ik een paar minuten later naar buiten. Om onze schouder hebben we allebei een volgepakte tas zitten. De zon schijnt vol op onze hoofden. Het is perfect.

- - -

Awh.. dit was het laatste echte hoofdstuk. Ik ben we héél blij dat ik dit boek heb kunnen afmaken. Het is me nog nooit echt gelukt en anders was het wel een boek van ongeveer 5 hoofdstukken.

Hierna komt er nog een epiloog. Dat had ik eerst niet zo gepland, maar toen ik dat laatste zin van dit hoofdstuk had staan wist ik het.

Iedereen heel erg bedankt - alvast - voor het lezen van mijn boek. Ik had nooit verwacht dat mensen het ook daadwerkelijk leuk zouden vinden. Zelf had ik namelijk wel een beetje van die moment waarop ik dacht 'Wauw, dit is wel een heel saai hoofdstuk' gelukkig, konden jullie daar niet heel erg meezitten. Dankjulliewel.

Xxx

vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu