Hoofdstuk 13.

13 1 0
                                    

''Misschien moet je hulp hebben van een boek,'' May ratelt maar door over welke manier mij kan helpen met mijn zogezegde 'verliefdheid'. ''Ik kan wel kijken in de mediatheek. Of misschien staat er op internet een artikel over.''

''May kap nou eens met die onzin. Ik ben niet verliefd oké?'' Bijna gelijk nadat ik deze woorden heb uitgesproken schiet May in de lach. Lachend klampt ze zich vast aan een wc-deurtje wat recht naast haar bevindt.

Ik bekijk mezelf in de spiegel. Misschien nog wat mascara? Of nog een beetje van mijn favoriete Babylips? Misschien moet ik wel mijn haar anders doen. ''May, wat vind je van mijn haar?''

Wat May nu doet is meer op een hysterisch mij gek maken, dan echt te lachen. ''Mooi zoals het is. Ik zou voor een staart gaan, dat staat je het leukste. Je wilt er natuurlijk wel goed uit zien voor een jongen waar je verliefd op bent.''

Ik negeer haar opmerking en verandering mijn vluchtige knotje in een paardenstaart. Dat ziet er wel beter uit - daar heeft May dan weer wel gelijk in.

''Hier!'' May drukt een Victoria's Secrets parfum in mijn handen. Ik spuit wat over mezelf heen en glimlach.

''Ik ben klaar, denk ik.''

May glimlacht. ''Ik weet het zeker.'' Ze geeft me een duwtje in mijn rug - want ja, het zou natuurlijk vreselijk zijn als ik nu nog zou terugkrabbelen - en ik laat me gewillig meevoeren. Ik moet en dat weet ik. Hierna kan ik May - en Jay - overtuigen dat ik niks van hem wil.

Ik open de deur naar de gangen en sjok naar de kluisjes toe. Toch twijfel ik nog. Ik wil niks van hem, maar dat kan ik toch ook gewoon bewijzen door hem gewoon te negeren. Oké, ik weet dat ik het dan met May aan de stok krijg - want die vindt die jongen bijzonder aandoenlijk opeens - maar dat kan me ook niet zoveel schelen. En zolang kan ze het niet volhouden. Haar liefdesleven moet onderhand ook maar eens beginnen.  Dat hoop ik tenminste, want dan kan ze stoppen zich met mij te bemoeien.

Jay's kluisnummer weet ik niet uit mijn hoofd, maar ik weet wel in welk blok hij zit. In die ene naast de mijne. Best gek eigenlijk dat ik hem nooit als verdachte heb gezien. Hij was gewoon té onopvallend. Tenminste, dat dacht ik .

Langzaam glijdt mijn blik nog één keer de gang rondt. Niks bijzonders. Gelukkig. Ik voel hoe mijn hart sneller begint te kloppen en mijn ademhaling sneller gaat. Met moeite onderdruk ik de zenuwachtigheid die door mijn aderen giert. Waarom? Ik ken Jay al bijna mijn hele leven. Zo bijzonder is hij niet.

''Hey, ik dacht dat je misschien niet meer zou komen.'' Jay glimlacht als hij mijn gezicht ziet. Ergens wil ik terug glimlachen, maar dat geeft hem te veel hoop. Ik wil geen valse hoop afgeven, dat maakt het alleen maar nog zieliger.

''Oké, nou hier ben ik dan.'' Wat is dat voor een antwoord? Ik vloek binnensmonds terwijl ik naar Jay's heldere ogen staar.

''Ja leuk.'' Mompelt hij. Een ongemakkelijke stilte volgt, waarin ik en Jay elkaar onophoudelijk aankijken.

Misschien moet ik beginnen met iets te zeggen? Zoiets als 'sorry, maar ik kan je niet vergeven.'. Oké, misschien is dat een beetje gevoelloos. Maar wat is er dan goed?

''Amira.. Het spijt me.'' Zijn stem klinkt zo.. Zo zacht, zo breekbaar. Jay staart naar de grond. Wat moet ik doen? Dit is best wel zielig. Ik moet iets doen. Maar als ik de waarheid wil vertellen, dan zal hij nog zieliger zijn.

''Ehm.. Ik weet niet of .. ''

''Ik snap het ook geheel als je me niet kunt vergeven. Ik ben zo stom geweest. Waarom ben je hier überhaupt?''

Ik staar hem aan. Zoals ik al zo vaak heb gedaan tijdens dit gesprek. Of tijdens dit moment. Maar ik kan niks anders doen. Ik wil niks anders doen. Zijn ogen zijn niet meer helder. Ze stralen niet meer. Heb ik hem pijn gedaan? ''Sorry.'' Mompel ik zacht. Mijn blik glijdt ook naar de grond.

Jay kijkt verbaasd naar me op. Ik durf niks anders te doen dan naar de grond te kijken. Waarom zei ik sorry? Ik hoor geen sorry te zeggen. Ik moet me niet laten misleiden door zijn zieligheid. Come on Amira.

 ''Waarom zeg je sorry?''

Ik plof neer op de grond en kruip ineen. ''Omdat ik stom ben en niet zeker weet over wat ik moet zeggen.'' Mompel ik. Natuurlijk, tegen een jongen zeggen dat je stom bent verhelpt het probleem zo goed.

''Hé, natuurlijk niet. Ik vond het eigenlijk wel grappig.'' Door mijn wimpers zie ik Jay glimlachen. Zijn ogen zijn weer helder. Eigenlijk is hij best wel leuk. Niet leuk-leuk, maar gewoon leuk. Dat kan toch?

- - -

Denken jullie dat ze verliefd is op Jay? Ik hoop dat jullie Jay nu ook een beetje aardig vinden. Eigenlijk is hij best schattig ;)

Oké, ik vind jullie echt suuper tof jongens. Omdat jullie dit lezen en zo.

Xxx



vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu