Hoofdstuk 12.

15 1 0
                                    

''Am?'' May port me aan - waardoor ze me wegjaagt uit mijn onverbiddelijke trans -.

''Ja?'' Het briefje ligt nog steeds in mijn handen. Mijn vingers glijden eroverheen. Kan May een beetje opschieten? De nieuwsgierigheid wint het straks nog van mijn beleefdheid. 

''Je weet hopelijk wel dat we aan het spijbelen zijn toch?'' Wat?! Nee, dat wist ik niet. Gek genoeg blijf ik nog ontzettend kalm onder deze informatie. Misschien heeft May me dan toch niet helemaal uit die trans weggehaald. ''De pauze is al een kwartier voorbij.''

''Oké.'' Ik besteed er maar niet te veel aandacht meer aan. Ik moet dat briefje openmaken! Mijn vingers glijden weer over het briefje heen en maken hem open. Het papier ritselt in de stilte die door de gangen heen sluipt. 

Je hebt me gevonden. Gelukkig. Kom na schooltijd naar mijn kluisje toe. Ik zie je dan.

''En? En?'' Nieuwsgierig rukt May het briefje uit mijn handen en leest het door. Terwijl ik het zelf nog niet eens beseft heb. Wat is er toch met me? ''Zo zo.. Als jij dat wilt gaan doen moet je wel je haar wat beter doen hoor.'' 

''Wat?!'' Ik kijk May aan. Ik wil het niet doen en ga het ook niet doen. Die sukkel mag oprotten! Echt waar hoor, denkt hij dat ik hem nu nog wil? ''Ik ga niet.'' Mompel ik terwijl ik het briefje weer van May afpak en hem daarna rechtstreeks versnipper.

''Hoezo niet?'' Is ze gek geworden of zo? Natuurlijk ga ik niet naar hem toe. Nee, daar hoef ik echt niet over te piekeren. Ik doe het gewoon niet. Klaar. ''Grote kans dat hij dan je vragen gaat beantwoorden.'' 

''Grote kans dat als ik er niet heen ga, hij me ook niet meer lastigvalt. Hij moet niet denken dat ik hem zomaar kan vergeven, want dat kan ik niet.'' Kaats ik terug. Ik snap niet dat May dit niet begrijpt. No way, dat ik daar heen ga. 

''Your choice.'' Mompelt May terwijl ze opstaat. Ik volg haar voorbeeld. Ze heeft gelijk, het is mijn keuze. ''En nu? Wat gaan we nu doen? Naar de les?'' Dat lijkt me geen goed idee. We zijn sowieso al een kwartier te laat - ik denk al iets langer - en wat voor smoes wil je dan bedenken? Dat we liefdesverdriet hadden? Ik zie May er nog wel voor aan om dat te zeggen. Maar ik hoop niet dat ze het doet want dat zou echt gênant zijn. Vooral omdat Jay ook in onze klas zit.

Ik hoef hem gewoon even niet meer te zien. Al weet ik niet hoe me dat gaat lukken. Ik zit bij elke les bij hem in de klas. Misschien gaat hij wel naar me kijken. En dan.. Als ik terugkijk dan kijkt hij weer weg en zo zal de hele les vol irritante momenten zitten. Ik wil het gewoon niet. Ik mag hem gewoon niet. Hij moet dat gewoon begrijpen. 

-

''Zo daar hebben we May en Amira,'' Misschien was het toch niet zo'n goed idee om toch nog naar de klas te gaan. Ik had er op aangedrongen bij May. De leraar wenkt dat we naar binnen mogen komen. ''wat is jullie smoesje?'' 

Ik bijt op mijn lip en kijk naar May. Het is toch wel vanzelfsprekend dat May iets verzint. Ik kijk even naar de leraar, maar dan laat ik mijn blik maar op de grond neerzakken. 

''Het is mijn schuld.'' Mijn blik schiet razendsnel omhoog naar Jay. Jay is opgestaan en heeft het voor ons opgenomen. ''Ik had tegen ze gezegd dat de les uitviel. Gewoon ik wilde een grapje uithalen.'' 

De leraar schudt met zijn hoofd. Hij zucht. ''De jeugd van tegenwoordig. Ga maar zitten dames. Ik bespreek dit nog wel met de andere docenten.'' Ik knik verlegen en ga op mijn plek bij het raam zitten. Het was best wel lief van Jay. Het zo voor mij opnemen. Maar hij moet niet denken dat ik het hem daardoor vergeef. Oké, het is lief en leuk en zo, maar het is niet zo'n hele grote daad toch? 

''Jay is eigenlijk best wel aardig voor je he?'' Owh, begint zij nou ook al? Mijn gedachten alleen die dat denkt is al genoeg hoor. 

Ik kijk weg. Dat is misschien nog wel het beste wat ik kan doen. ''Slijmbal.'' Sis ik. Jay kijkt achterom. Even hebben we oogcontact. Even.. Totdat hij zich weer vlug omdraait. Zijn ogen zagen er zo fonkelend uit. Maar het was geen positieve fonkeling. Nee, juist niet. 

''Wat zit je nou raar naar hem te kijken? Ooh wacht eens.'' Ik kijk haar geschrokken aan. Ik weet wat ze bedoelt. Maar dat is niet zo. Of ja, dat denk ik dan. Nee, ik weet het zeker. Ik voel niks voor Jay Maas. Nooit zou ik dat doen. Hij is een stalker. ''Ik ga wel met je mee vanmiddag.'' Mompelt ze nog vlug voordat ze weer verder gaat aan de tekening in haar schrift.

Ik ben zelf te moe om nog tegen te stribbelen en te zeggen 'Dat hoeft niet, want ik ga niet.' Ik hou May een andere keer wel tegen. Nu zal ik wel opletten. 

Jay draait zich nog een paar keer om, maar ik stuur hem een boze blik terug. Hij kan het uitzoeken. 

- - -

Hmm.. Misschien is Jay toch wel een beetje lief? Een héél klein beetje? 

Ik hoop dat jullie het een leuk hoofdstuk vonden. Heel veel inspiratie had ik niet, maar ik heb toch maar wat in elkaar geflanst. 

Tot slot hier een bericht aan beginnende schrijvers  - ik ben zelf ook beginnend, maar ben erachter gekomen - : Het hoeft niet gelijk goed te zijn. Je moet gewoon oefenen, oefenen, oefenen en dan wordt het beter. Ik lees dit hoofdstuk over met een gedachte van hoe slecht ik eigenlijk wel niet kan schrijven. Maar ja oefenen.

Xxx 









vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu