Hoofdstuk 9.

23 2 1
                                    

''Dan moeten we iets anders verzinnen!'' Breng ik uit. Volgens mij klinkt het heel stom. Aangezien we al zo veel geprobeerd hebben.

May zucht en kijkt naar haar rommelige bureau. ''Wat dan?''

Ik kijk om me heen. Er moet hier toch iets zijn wat onze inspiratiebron kan spelen? Misschien een potlood? Nee, dat is te weinig. Ik moet als een spion denken.  Wat zou een spion nu doen? 

Ja, dat is het! Ik spring op van May's bed - wat me een enorm verbaasde blik oplevert - en loop naar May's bureau toe. ''Dit mijn lieve vriendinnetje is onze redder in nood.'' Ik hou een donkerblauwe pen voor May's neus en krabbel wat op een briefje wat er naast ligt. Dit wordt het beste plan ooit! En ook het plan wat wél gaat lukken.

-

Het is ergens wel handig dat May zo'n groot whiteboard op haar kamer heeft staan. Ze doet er echt nooit wat mee. Dat snap ik niet want het is geweldig om er iets op te tekenen. Dat is dan ook precies wat ik nu ga doen.

Ik inspecteer mijn slordig getekende tekening van mijn kluisje. Het valt nog wel mee. T'is alleen wel moeilijk te zien dat het míjn kluisje is. Ach, dat kan May er zelf wel van maken.

''Moet ik anders tekenen?'' May kijkt me vragend uit. Natuurlijk! Soms vergeet ik wel eens dat mijn vriendin een bijzondere gave heeft voor tekening - zoals jullie misschien al weten -. Ik druk haar de stift in handen en kijk toe hoe ze mijn tekening voorzichtig uitveegt met de borstel. Daarna tekent ze een veel mooiere eroverheen.

Met open mond kijk ik toe hoe de kluisjes er nu uit zien. Het is zelfs een beetje te zien dat het mijn kluisje is. Met dat nummer en de kleur. Ik klap in mijn handen als May klaar is met tekenen en dan weer de stift in mijn handen drukt.

''May?''

''Ja?''

''Ben jij niet bang dat er hier iemand is geweest of zo?'' Ik zou dat namelijk heel erg zijn. Er is gewoon iemand in je kamer geweest! Ik denk dat ik dan ter plekke naar de zolder zou verhuizen. Misschien een nachtje in de woonkamer op de bank? Niet dat dat zo fijn is. Sowieso dat mijn rug dat niet overleefd.

''Nee.'' Wat? Ik weet natuurlijk wel dat May super veel durft, maar dat ze dit durft? Of beeld ik het me nou gewoon maar in dat het zo eng is. Misschien is het juist wel super cool en spannend. Nee, dat ook weer niet.

May schiet in de lach. ''Ik dacht dat jij dat wel zou weten.'' Ik grinnik even. Heel grappig vind ik het namelijk niet. Ik had dit wel kunnen weten ja. ''Ach joh! Maakt niet uit.''

Langzaam tover ik weer een glimlach tevoorschijn en loop dan weer naar het whiteboard. Nu moet ik mijn plan maar laten zien. Ik teken een briefje op het kluisje. Expres hou ik het briefje leeg. 

''En nu?'' May kijkt me vragend aan. 

''Ehm.. Nu moeten we een goede tekst verzinnen om erop te doen. Iets dat die gast aanlokt om weer iets in mijn kluisje te stoppen.''

May begint het langzaam te begrijpen. Tenminste dat kan ik uit haar lichaamshouding en de manier waarop ze knikt natuurlijk ook. Ik weet nog precies dat ik vroeger een detective bureau wilde starten. Dat is afgelopen tot een fatale ramp. Niemand nam me serieus en het ergste.. Mijn moeder dacht leuk te zijn door een nep zaak te verzinnen. Vreselijk. Ik was acht toen, maar ik zag nog steeds dat het allemaal een grote grap was. Moet je nagaan. Zo kun je ook gelijk zien dat mijn moeder de slechtste leugenaar ooit is. Ze heeft altijd zo'n vage blik in haar ogen als ze liegt. Gelukkig, liegt ze bijna nooit. Die blik is echt niet om aan te zien.

''Hm, ik heb een beter idee. Wat nou als we - bijvoorbeeld - jouw schoenen bij de gevonden voorwerpen zetten en er dan een briefje in doen. Is wel wat meer gericht.'' Ik knik. Daar heeft May wel een punt mee. Anders zou iedereen dat briefje zomaar kunnen lezen. Dat kunnen ze met May's idee ook, maar de kans is toch kleiner.

Ik denk nog even na. ''Maar liever niet mijn schoenen. Het moet iets zijn, waaraan je kunt zien dat het van mij is. Maar niet doordat mijn naam erop staat.'' Misschien is dat wel té veel gevraagd. Wat heb ik nou dat anderen niet hebben? Ik ben helemaal niet zo speciaal dat ik anderen spullen heb of zo. Al hoewel..? ''Mijn etui!'' Ik spring even op de grond - Wat ben ik toch kinderachtig - en kijk May verwachtingsvol aan. Mijn etui is echt de oplossing. Aangezien ik de enige ben die bij een win actie een etui heb gewonnen. Ik weet nog precies hoe jaloers alle meisjes waren. Dit was echt de mooiste etui die ik ooit heb gezien - deze was overigens ook niet verkrijgbaar in de winkel - en die iemand ooit had gezien. Die gast moet toch ook wel weten dat ik die etui heb gewonnen. 

''Wil je dan wel dat je etui dat te voortduren krijgt? Straks pakt iemand hem nog af.'' Daar heeft May wel een punt, maar dit is het waard. Ik moet dit gewoon weten en mijn etui weggeven daarvoor.. Misschien is het wel gewoon de moeite waard. Ook al ben ik wel erg gehecht aan dat ding. 

''Ik doe het!'' Nadat ik  deze woorden uit heb gesproken, rukt May de pen weer uit mijn handen en tekent dit keer mijn etui na. Laat dit plan maar aan ons over. 

- - - 

Zal dit plan wel lukken? Of loopt dit weer in de soep? Hopelijk niet!

Zelf vind ik dit niet een héél leuk hoofdstuk, maar het moet gewoon even om jullie het plan uit te leggen. Het volgende hoofdstuk wordt veel leuker, dus maak je maar niet druk ;)

Sorry, sorry, sorry, sorry, sorry, dat ik al zo'n tijd niets meer heb gepubliceerd. Ik beloof dat ik hier echt mee door zal gaan.

Xxx






vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu