Hoofdstuk 11.

16 1 0
                                    

Zolang, zolang, zolang heb ik al niet meer gepost dus ik doe alles nu gwn in een keer. Het spijt me ontzettend. Maar alles gaat komen. Erewoord.

- - -

''Tja meiden, ik had het ook niet verwacht. Maar jullie moeten die jongens niet zo pesten. Jullie houden toch zelf ook van roze?'' 

Ja, dat doe ik. Dat doe ik al mijn hele leven. Maar die jongen pesten? Hij pest mij al mijn hele leven.

''We moeten gaan. Dankuwel voor de informatie. Daag!'' May pakt me bij mijn arm en sleurt me weg bij de balie. De conciërge staart ons met een glazige blik aan, maar die wordt al verstoord als de volgende leerling weer een verhaal ophangt over hoe hij zijn fietssleutel is kwijtgeraakt. Sukkel. 

''Ik ga wel kijken of die gast.. Ja, je weet wel. Blijf jij maar hier!'' Wat? Maar ik wil mee. Ik wil toch zeker wel mijn eigen stalker ontmoeten? Ja, dat wil ik dus. Ik kijk May nog één laatste keer aan, maar loop dan met vlugge passen naar de kluisjes toe. 

Er zijn twee routes naar de kluisjes. Eén die iedereen wel kent, en één die ik alleen ken door de conciërge - er zullen ook wel andere zijn die hem kennen, maar May en die gast in ieder geval niet - daar kan ik nu dus mooi gebruik van maken. Eigenlijk is het niet echt een route náár de kluisjes, maar een route om de kluisjes te bezichtigen. Laat dat nou ook precies zijn wat ik wil doen. 

Ik loop een paar trappen op en tuur naar beneden. Nog een paar meter en ik weet het. Alles wat me de laatste tijd al bezig houdt. 

Ik voel hoe ik steeds langzamer begin te lopen. Mijn voeten vertragen en tempo en mijn ogen blijven op de onderste verdieping gericht. Daar! Daar is mijn kluisje. Ik probeer mijn tempo te versnellen en kijk recht naar beneden. 

Daar staat hij. Aan mijn kluisje te prutsen. Wat? Hoe kan hij het zijn? Hoe had ik dat niet door kunnen hebben?!

''Wat doe jij?!'' Ik schrik zelf van mijn plotselinge uitbarsting. Natuurlijk moet ik niet praten. Dan weet hij het toch! Maar.. 

De jongen kijk geschrokken om zich heen. Zijn blik glijdt naar boven en hij ziet mij. Zijn ogen worden groot. Zo groot dat ik het gek vind dat zijn ogen niet uit zijn oogkassen rollen. Hij staart hulpeloos om zich heen. 

''Wat moet je van me Jay?!'' mijn stem klinkt boos, heel boos. Misschien voel ik mezelf ook wel héél boos. Ik ken Jay al mijn hele leven. En dan doet hij dit? Om mijn aandacht te trekken. Of om me te pesten misschien. 

Jay kijkt nog één keer naar boven. Naar mij. Naar hoe ik naar hem kijk. Zijn ogen glinsteren. Alleen niet van plezier. Langzaam rolt er een traan over zijn licht gebruinde wang. Hij kijkt weg als hij ziet hoe ik hem aanstaar. ''Ik ga.'' Mompelt hij, zo zacht dat ik het net kan horen. En dan loopt hij weg.

Ik staar hem nog steeds geschrokken aan. Ik staar naar hém. Naar hem in zijn donkergroene t-shirt. Naar hem met zijn zwarte krulletjes. Naar hem met zijn wijde joggingsbroek. Had ik dit ooit kunnen verwachten? 

-

Als een volslagen idioot zit ik daar tegen het ijzeren hekje aan. Ik zit hier zolang als dat Jay helemaal uit mijn gezichtsbeeld was verdwenen. Eén traan sijpelt over mijn wang. Het doet me niet goed om hem zo verdrietig te zien. Hij heeft veel bij me gedaan, maar ik .. Ik weet het niet meer.

''Haloho? Wat ben jij hier aan het doen?! We ..'' May stopt abrupt met praten als ze mijn gezicht ziet. Ze rent naar me toe en nestelt zich naast me tegen het hekje. Ze slaat een arm om me heen. ''Hé, wat is er?''

Ik snik één keer en staar dan voor me uit. Wat is er eigenlijk met me? Waarom huil ik? Omdat ik Jay heb zien huilen? Nee, dat is niet de reden. Ik dacht juist dat ik blij zou zijn als ik hét wist. Dat is blijkbaar niet zo. 

''Weet je wie het is?'' vraagt May voordat ze me een keer dicht tegen zich aandrukt. 

Ik knik langzaam, net alsof ik het nog niet helemaal zeker weet. Maar ik weet het wel. Ik weet alles wat ik wilde weten, maar toch lijkt het nog niet genoeg. Toch wil ik nog meer weten over hem. Over wat hij heeft gedaan en waarom en.. En.. Waarom moest hij mij nou weer pakken? Waarom niet Lisa, Joy of misschien Elysah? Nee, Elysah gun ik zoiets niet, maar Lisa en Joy zou hij best mogen nemen. 

''Ja, het is Jay.'' Ik denk dat ik net zo verrast ben als May dat ik dit zo gelijk wil zeggen. Of durf te zeggen. 

May slaat haar hand voor haar mond. Misschien is zij eerder verrast door het feit dat het Jay is. ''Owhh.. Dan .. '' May graait even in haar broekzak. Wat is ze aan het doen? Wat pakt ze? Ze haalt een verfrommeld briefje tevoorschijn en duwt het ding in mijn handen. 

Mijn vingers glijden eroverheen. ''Is het van Jay?'' Vraag ik schor. Ik ben nog steeds niet helemaal bekomen van mijn huilbui. 

''Ja.'' 

Eigenlijk wil ik het verscheuren en ergens in de prullenbak dumpen. Maar ik doe het niet. Mijn hersenen luisteren even niet naar wat ik wil, maar naar wat ik moet. Mijn vingers maken het papiertje open. 

- - - 

Pfoe, het hoge woord is eruit! Het is Jay. 

Ik hoop héél erg dat de meeste van jullie hebben begrepen wie Jay is. Dat is namelijk ook wel een beetje de bedoeling. Heb je het niet begrepen zal ik het volgende hoofdstuk nog zo nodig aanpassen ;)

Thxx voor het lezen guyss

Xxx





vrijdag de dertiendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu