Mijn voetstappen maakte steeds hetzelfde, zachte ritme toen ik in de gangen liep die ik twee maanden met plezier had moeten missen. Het lessenrooster dat ik gekregen had de laatste week van de vakantie had ik in mijn twee handen geklemd en mijn tas hing losjes over mijn rechterschouder. Al vijf jaar ging ik naar deze school en nog wist ik de lokalen niet uit het hoofd. Het was hier één doolhof met zo veel verschillende, grote gangen en verdiepingen dat het gewoon niet te onthouden viel.
Eindelijk zag ik mijn lokaal en mijn slechte humeur werd iets beter. Ik was nog steeds gehumeurd, want ik haatte deze school verschrikkelijk. Niet omdat ik gepest werd, geen vrienden had of mij vreemd gedroeg, maar omdat school gewoon school was. Ik zuchtte diep en mijn eerdere gedachten schoot meteen terug mijn hoofd binnen toen ik het geschiedenislokaal binnenliep. Geschiedenis op de eerste dag van een nieuw schooljaar. Wie verzint het? Ik bedoel, hebben die mensen die hier werken geen hersenen?
We hebben net twee maanden niets gedaan, de tips negerend dat je beter de lessen eens kon herhalen om wat voorsprong te hebben. Nee, we hebben gewoon elke avond dronken op straat gelegen. Dat geld toch voor de meesten, niet mij meegerekend. Ik heb is één keer alcohol geprobeerd, ik dacht dat ik ging sterven. Ik ben één dag ziek geweest en voelde mij zo belabberd dat ik gewoon de hele dag in bed heb gelegen. Waarschijnlijk was dat biertje niet zo goed op mijn maag gevallen, maar door dat voorval verachtte ik alcohol.
Ik schold binnensmonds de leerkrachten uit en nam snel plaats helemaal achterin het lokaal waar er tenminste een deftig raam hing. Zo kon ik toch een beetje van de zon genieten en niet te hard opvallen.
Terwijl ik het raam probeerde open te doen om wat frisse lucht binnen te laten - het lokaal leek en stonk zelf alsof het twee eeuwen oud was - rook ik een scherpe bloemige geur. Precies of dat je in een veld stond met allemaal verschillende bloemen, iedere bloem met één specifieke geur. En al die geuren samengesmolten tot één geheel. Ik glimlachte. Deze geur, beter gezegd dit parfum kende ik uit duizenden.
Ik draaide mij om en zag een opgewekt meisje een paar meter voor mij staan. Ze had mij nog niet opgemerkt - dat mij totaal niet verbaasde - en leek in een diep gesprek te zijn met een andere klasgenoot, waarbij haar handen elk woord verduidelijkte. Ik grinnikte, typisch Thalia.
Ik ging zitten en staarde wat voor mij uit, dat is iets wat ik de laatste tijd meer en meer doe.
Na een paar minuten schoof er iemand naast mij op de stoel. Twee armen namen mij stevig
vast en ik keek op. Thalia, mijn beste vriendin lachte breeduit.
'Ik heb je zo gemist Aly!'
Ik lachte kort naar haar. Thalia was twee maanden lang naar Thailand geweest terwijl ik hier zielig, alleen, thuis ben achtergebleven. Elke vakantie gaat ze haar familie bezoeken en natuurlijk is het daar prachtig weer. Ze moest het zelfs niet eens zeggen, je zag het gewoon aan haar.
Ze zag er gewoonweg super uit.
Ik glimlachte zacht. 'Wauw, je bent echt super bruin geworden.'
In tegenstelling tot mijn schouder lange zwarte haar en iet wat blekere huid, heeft zij krullige blonde haren en een zongebruinde huid. Ik begrijp dan ook volkomen dat de jongens zich sneller aangetrokken voelen tot haar. Ze is sociaal, naturelle en spontaan terwijl ik meer het tegenovergestelde ben. Ik ben sociaal, in een zekere mate uiteraard, maar ik ga niet spontaan op iemand aflopen die ik zie zitten, terwijl Thalia niets anders doet dan op iedereen aflopen.
Ik zeg niet dat ze een slet is, absoluut niet. Ze behandeld elke jongen met respect, en wanneer ze deze niet terugkrijgt zal de jongen dat ook horen.
Mijn vriendengroep is beperkt. Thalia, boeken en chocolade. Het is niet dat ik verlegen ben, maar ik bind mij graag maar aan één persoon waar ik alles kan tegen zeggen. En Thalia heeft deze taak gekregen als vertrouwenspersoon, die ze maar al te graag beoefend.
Soms stel ik mij wel eens de vraag waarom wij vriendinnen zijn. Ik kan meer tegenstellingen opsommen dan gelijkenissen maar ja, tegenpolen trekken elkaar aan zeker?
'Ja inderdaad,' Thalia's opgewekte stem haalde mij uit mijn gedachten. 'Het was geweldig weer, en ik heb iemand ontmoet. Zijn naam is Jacen en -'
Thalia werd bruut onderbroken door een klap op onze bank. We keken allebei geschrokken op en staarden in de ogen van onze nieuwe geschiedenis leerkracht.
Een mager mannetje, ongeveer 60 jaar, keek ons streng aan.
'Juffrouwtjes, ik weet dat het vakantie is geweest maar nu is het mijn beurt om jullie allemaal verhalen te vertellen. En geloof mij, dat is veel interessanter dan met wie je op stap bent geweest.' Hij pauzeerde even om adem te happen en ging zijn preek verder.
'Dus nog één woord en jullie kunnen vertrekken.'
Thalia kreunde. 'Kan ik nu al niet vertrekken?'
De man, waarvan ik nog steeds de naam niet van wist, keek Thalia zo woedend aan dat ik even dacht dat zijn ogen uit zijn oogkassen zouden springen. Proberend mijn lachen in te houden, keek ik strak naar zijn gezicht.
'Je krijgt nog één kans jongedame, geen fout meer of je kan écht vertrekken.'
Hij keek naar mij en stak zijn vinger die gericht was naar mij uit.
'Dat geldt ook voor jou.'
Ik glimlachte wat erg geforceerd leek, omdat ik nog steeds moeite had met mijn lach in te houden. 'Natuurlijk meneer.'
Thalia zuchtte. 'Wauw, ik weet niet of dat ik dit jaar ooit ga overleven.'
'Dat geld ook voor mij.' Ik nam mijn geschiedenis boek en kneep mijn ogen samen om te kijken wat onze leerkracht op het bord had geschreven.
Ik zoog geërgerd lucht door mijn tanden naar binnen toen ik tot de conclusie kwam dat ik niet kon lezen wat op het bord stond.
'Thalia? Wat heeft hij op het bord geschreven?'
Ze kneep in mijn arm. 'Oeh, heeft er iemand een brilletje nodig?'
Ik rolde met mijn ogen. 'Ik ben gewoon nog niet goed wakker.'
Ze grinnikte, maar uiteindelijk wees ze de juiste pagina aan en focuste ze zich op de uitleg van de geschiedenis leerkracht.
Mijn gedachten dwaalde al meteen af. Het was in feite niet echt een leuke vakantie geweest.
Ik dacht terug aan de opgewekte, glinsterende, grijze pretoogjes van mijn oma. De witte krulletjes die altijd perfect lagen en haar prachtige verhalen. 80 jaar inmiddels.
De vakantie was nog niets eens halverwege of mijn moeder kreeg een telefoontje dat oma naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Gevallen over een losse steen bij haar thuis en daarna niet meer opgestaan. Gelukkig was Biko, de tuinman, thuis en kon hij meteen de ambulance bellen.
Ik ging nooit graag naar ziekenhuizen, maar de afgelopen maand was ik er bijna elke dag. Zij was mijn enigste oma, dus ze was ontzettend belangrijk voor mij. Onze band was speciaal, zo ook onze gesprekken. Ze wist altijd wel iets te vertellen en had altijd raad, en prachtige oppeppers of wijze woorden. Ik kneep mijn handen even samen toen het beeld van haar in het ziekenhuisbed in mijn gedachten schoot. De pretoogjes van mijn oma waren dicht. Een slangetje stak in haar neus waar vloeistof door kwam en haar handen lagen rustig op haar buik. Ze lag er zo vredig en tevreden, alsof ze een fijne droom had en gewoon rustig sliep. Een kleine glimlach lag op haar lippen. Ze lag in kunstmatige coma, de dokters vrezen voor haar leven maar ik heb nog steeds hoop. Mijn oma was sterk, dat was ze altijd al geweest. Ik geef de hoop niet op, nog niet.
----
Dit hoofdstuk is aangepast! Voor de gene die nu pas mijn boek hebben ontdekt; jullie hebben geluk. Voor de gene die dit al gelezen hadden; sorry schatjes. x
JE LEEST
Return
FantasyDeel 1 van de opkomende reeks. Eerste verhaal hierop gepubliceerd. [Nog bewerken] De eerste hoofdstukken zijn wat minder, even doorbijten en (dit vind ik persoonlijk) dan zal het beter worden. Geef dit boek een kans :) Aly is een doodgewoon meisje...