Hoofdstuk 11

340 27 8
                                    

Een monotoon geluid weerklonk

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Een monotoon geluid weerklonk. Ik keek rond en besefte dat ik in een ziekenhuis kamer stond. Ik draaide een halve cirkel tot mijn blik werd gevangen door de machine dat lichtjes piepte. Steeds weer hetzelfde geluid, niet sneller, niet trager, steeds weer hetzelfde ritme.
'Aly?' Een krakende stem zorgde ervoor dat mijn hart een sprongetje maakte van de schrik. Langzaam liep ik naar het ziekenhuisbed en zag daar een oude vrouw liggen. Kleine slangetjes waren aan haar vastgemaakt en haar wangen waren nat.
'Oma?' Mijn stem klonk onnatuurlijk. Ze zag er zo fragiel uit, ze kon elk moment breken. Haar ogen blonken nog even fel zoals vroeger en er waren nog steeds pretlichtjes te zien.
'Ja, mijn lieve Aly. Luister heel goed lieverd.' Ze nam mijn hand vast die ik op het laken had gelegd. Haar hand voelde zacht aan, maar koud en slap.
'Weet je nog wat ik vroeger zei, toen je naar mij kwam met je twee schattige staartjes in je haren na dat je gevallen was met de fiets en vroeg om een oppepper?'
Ik knikte. Elke dag, na school, ging ik naar mijn oma om mij vol te proppen met haar zelfgemaakte wafels en om thee of koffie te drinken. Elke dag vertelde ze mij fantastische verhalen en wijsheden die ik volgens haar nooit mocht vergeten. En dat deed ik ook niet.
'Ja,' ik zocht even mijn woorden, 'probeer verder te denken dat het normale, ooit zal er iets zijn wat je niet kan aanvaarden. Neem toch deze kans, want wanneer je dit niet doen komt de spijt na een onbepaalde tijd.'
Een klein glimlachje verscheen op haar lippen en kleine kuiltjes ontstonden in haar wangen.
'Goed zo prinsesje van me.' Ze gaf een stevig kneepje in mijn hand, hoewel haar hand zo slap aanvoelde. 'Doe het dan ook deze keer.'
Zou ze doelen naar Tray? Wat hij vertelde was nu niet bepaald normaal.
Er viel plots iets nat op mijn hand. Steeds weer vielen er kleine druppels. Ik kon niet ophouden met huilen en ik nam haperend adem. De tranen bleven van mijn wangen stromen en ik probeerde ze tevergeefs weg te vegen.
'Och, Aly toch. Laat het even allemaal bezinken, tranen laten kan soms deugd doen.'
Ik lachte, ondanks ik mij rot voelde, door mijn tranen heen. 'Ik mis je oma, ik mis je zo.'
'Voor je het weet zie je mij weer, gezond en wel. Levendig als nooit tevoren.'
Ik wist totaal niet waar ze het over had, maar ik geloofde haar. Ik heb nooit de hoop opgegeven en dat zal ik ook nooit doen.
De machine begon ineens harder te piepen en ik zag de lijntjes hoger en hoger gaan. Het ging uit zijn normale ritme en ik begon te panikeren.
'Beloof je dat?'
Oma draaide haar hoofd opzij en gaf een klein knipoogje. 'Natuurlijk beloof ik je dat Aly.'
Ze gaf nog een laatste kneepje in mijn hand.
'En Aly, het is nu echt tijd om terug te gaan. Ga maar.'
Toen viel haar hand uit mijn hand, van het bed. Ze zuchtte nog één maal en sloot haar ogen.
Het enigste wat ik nog hoorde was een hoog gepiep en ik keek naar de machine. Nu waren er geen pieken meer, nu was er alleen nog maar een lange lijn die eindeloos verder liep.

****

Een paniekerige stem, twee stevige handen die op mijn borstkas duwden. 'Aly!'
Druppels die op mijn voorhoofd vielen. Een plotselinge zachte aanraking op mijn wang.
Ik schoot recht en botste met mijn voorhoofd tegen een ander voorhoofd aan en viel voorover op een ander lichaam. Ik begon onophoudelijk te hoesten en de inhoud van de fontein kwam eruit. Ik hapte snel naar adem en ik deed mijn ogen open. Twee groene kijkers staarde mij aan.
'Dat is al de tweede keer dat je met je hoofd tegen de mijne botst.' Tray's sarcastische stem zorgde ervoor dat ik er weer helemaal bij was. 
Ik steunde met mijn handen op zijn borstkas en negeerde de emoties die door mijn lichaam raasden.
'Sorry, wat is er gebeurd?'
Hij zuchtte vermoeid. 'Ik was vergeten dat je de overstap niet meer aankon zoals vroeger, dus je was bijna verdronken.'
Vroeger? Ik nam mezelf voor dat ik het maar moest accepteren en verder niet erover zou moeten vragen. Ik zou het antwoord zelf wel ontdekken.
'Verdronken?' vroeg ik dan maar in de plaats daarvan.
'Hé, je leeft nog. Dat is het belangrijkste. Het is nu voorbij, je bent weer bij dus het doet er niet meer toe.'
Leuk antwoord. Ik werd mij er opeens bewust van dat ik nog steeds op Tray lag en met al mijn gewicht op hem aan het steunen was.
'Bedankt.' Ik draaide mij naar rechts, zodat ik van hem afrolde en ging naast hem op mijn rug liggen.
'Graag gedaan, maar voor wat juist dat bedankje?'
'Dat je mij, min of meer, gered hebt.'
Hij grinnikte. 'Een kleine moeite.'
Ik staarde naar de lucht en ineens zag ik dat het klaarlichte dag was.
'Uh, Tray? Het is dag.'
'Goed gezien van je.'
Ik draaide met mijn ogen. 'Daarnet was de maan er nog en was het avond.' 
'Ja, dat was op aarde. Nu zijn we in Arigoria.'
Ik nam bevend adem. Arigoria? Waren we serieus in Arigoria?
Een paar vogels vlogen voorbij, althans dat dacht ik toch. Ze leken wel iets groter dan een normale vogel, maar ze hadden vleugels en veren en vlogen met sterke slagen door de lucht.
De vogels zongen zachtjes een paar deuntjes en verdwenen uit het zicht. Kleine wolken waren in de lucht te zien en gingen op een traag tempo voorbij. Ik zag de felle zon die zonnestralen wierp op de oppervlakte en ik zag nog iets. Al knipperend met mijn ogen kwam ik omhoog en steunend op mijn ellebogen keek ik nog eens naar boven. Wat dat nu nog een zon?
'Is dat nog een zon?'
Tray legde zijn hand op zijn voorhoofd en knikte. 'Ja, we hebben twee zonnen en twee manen.'
'Waar is dat goed voor?'
Hij begon te lachen en stond langzaam recht. 'Dat zal je wel merken.' Hij liep een stukje weg en draaide zich om. 'Kom je nog, we moeten verder.'
Ik sprong geïrriteerd recht en zag dat mijn tas iets verderop lag. Al mopperend over vragen die onbeantwoord bleven, stapte ik ernaartoe en controleerde de inhoud ervan. Ik nam mijn kletsnatte portemonnee eruit en deed hem open. Teleurgesteld bekeek ik de schade, de 20 euro die erin stak was helemaal nat en was overal gescheurd. Ik dacht terug aan mijn kleine baantje, zo hard werken voor 20 euro en in één minuut was hij al meteen onbruikbaar.
Als mijn portemonnee er al zo uitzag, hoe gaat mijn gsm er dan niet uitzien?
Ik nam mijn gsm eruit en probeerde hem aan te zetten. Hij was helemaal kapot. Er waren een aantal barsten in, maar doordat hij in het water was gekomen had hij waterschade opgelopen. En niet een beetje. Weer dacht ik aan al mijn spaargeld dat ik hier aan besteed had en met spijt in mijn hart stak ik hem weer in mijn tas. De bloem bleek, tegenover de twee andere objecten die in mijn tas zaten, niets van schade te hebben opgelopen. 'Fantastisch,' zei ik sarcastisch. Het minst belangrijkste voorwerp overleefde dit hele gedoe. Ik deed mijn tas om, keek rond mij en werd dan pas bewust van de omgeving. De bomen waren meterslang en wanneer ik mijn hoofd in mijn nek legde, kon ik nog steeds de toppen niet zien. Verschillende bloemen groeide willekeurig door elkaar, allemaal soorten die ik nog nooit had gezien. Vlinders en bijen vochten om het meeste nectar en toen ik dichter ging kijken, zag ik dat de bijen iets op hun borststuk hadden. Er was een notenhoedje op het zachtste gedeelte van de bij gevestigd. Ik keek gefascineerd toe en vroeg mij af waarom er nu een notenhoedje op een bij zat. Ik stapte een stukje verder en ik zweerde dat ik zachtjes muziek hoorde, maar wanneer ik mij erop concentreerde leek het alsof het er nooit was geweest. In de war liep ik naar Tray, die al een stukje verderop aan het wachten was. Toen ik voor hem stond ruste zijn ogen op mij. 
'Aly, luister goed. Zorg dat je mij niet kwijtraakt en zeker niet van het pad lopen.'
Ik giechelde gesmoord, de stress en angst eiste zijn tol. Ik was op een plaats waar ik nog nooit was geweest met een persoon die ik nog maar twee dagen kende. 'Kom ik dan de boze wolf tegen, net zoals in Roodkapje?'
Hij lachte niet mee, in tegendeel, hij keek mij strak aan. 'Nee, nog veel erger.'
Ik stopte abrupt met lachen, keek snel de andere richting uit en probeerde mijn rode wangen te verbergen.
We liepen urenlang, althans, dat dacht ik. Mijn gsm werkte niet meer, ik had geen horloge aan en wanneer ik het uur vroeg aan Tray, zei hij eenvoudig dat de tijd wel zou kiezen hoe laat het was en dat wij er geen zaken mee hadden.  Geïrriteerd en verward sloeg ik mijn armen over elkaar. Mijn maag begon na enige tijd te knorren en mijn voeten deden ongelooflijk pijn. Het uitzicht was de hele tijd hetzelfde geweest. Bomen waarvan je de toppen niet van kon zien, een pad waar ik niet van mocht afwijken en soms hier en daar zacht gefluister en muziek waarvan ik nog steeds niet uit was of dat ik het verzon of dat het daadwerkelijk aanwezig was. 
'Kunnen we even pauzeren? We lopen al uren,' zei ik vermoeid. Ik bukte mij en wreef over mijn pijnlijke enkels.
Tray rekte zicht uit en ging op een afgeknakte boomstam zitten. 'Dat is inderdaad niet zo een slecht idee van je. Het is beter dat we ons niet in de nacht voort bewegen, dan kom je nog meer onderkruipsels tegen.'
Ik liet mij met een zucht op de grond ploffen en negeerde net wat hij zei over onderkruipsels. Het was beter dat ik niet doorvroeg. Ik legde mijn tas op de grond, zodat hij als kussen kon gebruikt worden en klopte er zachtjes op.
'Ik zal de eerste wacht houden, ik maak je na een paar uur weer wakker.'
Al knikkend legde ik mijn hoofd op mijn tas, die verbazingwekkend goed lag. Hoewel ik het vroeger smerig vond om te gaan kamperen in de buitenlucht door al de insecten die op de grond kropen, viel ik meteen in een droomloze slaap. 

---

Check! 


ReturnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu