Hoofdstuk 46

1.4K 86 2
                                    

Nauwfel:

Latifa kijkt me nu geirriteerd aan. "Lieverd, wat wilde je me vertellen?"vraagt ze. Ik kuch. "Niks, enkel dat ik nu dringend weg moet en nogmaals bedank voor je hulp! In een gucci-winkel werken, dat is echt iets voor me", zeg ik. Latifa glimlacht en kust me voordat ik vertrek. Ik neem de bus naar station. In de bus schaam ik me dood. Ik ben echt een idioot! Ik had het uit moeten maken, maar een kans om zo rijk te worden krijg je niet twee keer! Ik sms Intisar dat ze naar station moet komen en dat het belangrijk is. Bij het station wacht ik op Intisar. Als ze naar me toe loopt, kijkt ze me vragend aan. "Wat doe ik hier? Wat is er zo belangrijk?"wilt ze weten. Ik laat haar het onbekende bericht zien. "We moeten daar zijn? Maar daar komt niemand, dan moet het wel heel belangrijk zijn", zegt Intisar.

Ik zie Intisar bang kijken. "We kunnen het", moedig ik haar aan. "Wij twee", zeg ik. "Gewoon wij twee." En bij die woorden kijkt ze me aan. Er is oogcontact en ik kan gewoon niet wegkijken. "Kom, laten we dan gaan", zegt ze.

Intisar:

"Ik zie niemand", zeg ik. Ik kijk om me heen. Het is hier donker en ik voel dat er op dit moment iets vreselijks kan gebeuren. Automatisch denk ik aan Karim die me wou en dan aan Souhil. Beide dood. Ik wil niet dat Nauwfel voor mijn ogen dood gaat. Nee, hij is veel te belangrijk voor me. "Ik ook niet", zegt Nauwfel en ik zie hem fronsen. "Kunnen we niet beter gaan?"stel ik voor. Straks komt iemand en denkt die dat ik hier heb afgesproken met Nauwfel. Ik ben geen slecht meisje en daarom wil ik niet dat mensen dat idee krijgen. "Beter wachten we", zegt Nauwfel. Ik zucht. "Waarom?? Nauwfel, er is hier niemand! Dit kan een grap zijn of erger...", zeg ik. Ik probeer niet te denken aan Latifa en wat ze me heeft aangedaan met op facebook me voorschut te zetten. "Ik ben hier", begint Nauwfel. "Er kan niks misgaan." Maar dat betwijfel ik.

"Hallo?? Is er iemand? Ik ben het, Nauwfel! Met Intisar, zoals op het bericht stond", roept Nauwfel. Ik ben bang dat iemand anders dit gaat horen. "Kom tevoorschijn, wie je ook bent! We zijn hier alleen", help ik Nauwfel. Ik zie hem naar me glimlachen. "Bedankt", fluistert hij en ik knik. Opeens zien we in de verte een figuur op ons afstappen. Het is donker dus we zien niet wie, maar als die dichter bijkomt, stop ik voor een seconde met ademhalen. Kamal?

Gewoon Wij TweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu