Hoofdstuk 47

1.5K 93 1
                                    

Intisar:

Kamal?? Hij gaat voor ons staan. Ik weet niet wat ik moet doen. Hem omhelzen of... Toch wint het eerste en ik omhels hem. "Ik heb je gemist broer!"zeg ik in zijn armen. Kamal omhelst me stevig. Als ik hem loslaat zie ik dat Nauwfel niet echt weet wat te zeggen. Ik ook niet. "Zusje", begint Kamal. Ik zie hem om zich heen kijken. "Ik ben hier, maar ik moet er snel vandoor", zegt hij. Ik zucht. "Hoe durf je Karim te doden?? Ik had dat echt niet verwacht van jou! En Souhil, was jij dat ook?"vraag ik voorzichtig. Kamal schudt zijn hoofd. "Het is niet wat het lijkt, wel wat ingewikkelder! Echt, zusje, zoiets zou ik nooit doen, geloof me!! Ik heb niks gedaan en binnenkort zul je het merken. Ik moet dit rechtzetten, maak je geen zorgen. Binnenkort ben ik terug. Maar heb geduld, ik fix dit!"zegt Kamal. Ik zie hem heel zenuwachtig kijken. Hij omhelst me heel strak en als hij me loslaat kijkt hij naarr Nauwfel. "Zorg goed voor haar", zegt hij tegen Nauwfel en ik zie Nauwfel knikken. Kamal doet zijn capuchon op en dan verdwijnt hij in het donker.

Onderweg terug naar station ben ik stil. Ik zie dat Nauwfel iets wilt vragen, maar niet weet hoe. Ik laat het zoals het is. Ik vertrouw mijn broer. Hij heeft niks gedaan en binnenkort zal iedereen dat weten. "Ik moet je iets vertellen", begint Nauwfel. Ik kijk hem aan. "Ik ga werken in een gucci-winkel. Het is nieuw en ze vertrouwen me", zegt hij. Ik glimlach. "Ik ben blij voor je Nauwfel! Echt iets voor jou", zeg ik. Hij glimlacht nerveus. "Latifa gaat daar ook werken, zij heeft het voor mij geregeld", zegt hij. Ik weet niet waarom, maar daar kan ik niet tegen! Ik rol direct met mijn ogen. "Wat lief van haar", zeg ik droog. "Ik weet dat je haar niet mag, Intisar. Maar waarom?"vraagt Nauwfel en houdt me tegen dus stop ik met stappen. "Omdat ze een bitch is en gemeen tegen me zonder een reden", antwoord ik. "Niks anders?"vraagt Nauwfel. Ook omdat ze je vriendin is en ik wil dat zo graag zijn (zijn vrouw dan) , maar ik schud mijn hoofd. "Niks anders", zeg ik droog.

Thuis zie ik mijn moeder en ze vraagt waar ik was. Ik zeg dat ik iets moest regelen. Ik twijfel wel of ik het wel aan haar moet zeggen. Ergens wil ik het zo graag. En omdat ik mijn mond niet,kan houden vertel ik haar alles. Ik zie tranen in haar ogen en ik troost haar door te zeggen dat het goed komt In scha Allah. Binnenkort zijn we allemaal samen. Allemaal samen... dat is het enige dat voor mij telt.

Gewoon Wij TweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu