1

5.4K 164 76
                                    

Harry wordt wakker in de toren van Griffoendor. Zijn hoofd lag op het opengeslagen boek Toverdranken, en op zijn witte overhemd dat hij meestal onder zijn gewaad draagt zitten inktvlekken van het opstel dat hij van plan was te gaan maken. Hij vloekt binnensmonds en kijkt de uitgestorven kamer rond. Op de niet-bijelkaar passende fauteuils liggen snoeppapiertjes van het toversnoep dat de Wemel tweeling verkoopt, en op een van de tafels ligt een spel toverschaak. De gordijnen in de torenkamer waren dicht, maar onder de rode stof door baant zich de eerste vroege lichtstraal naar binnen. Harry rekt zich uit, staat op en propt zijn huiswerk in een tas die op de stoel naast hem lag. Hij zou buiten verder gaan en onderweg langs de keuken gaan om iets te eten te halen.

De favoriete plek buiten van Harry is op het gras onder de oude boom, naast het zwarte meer waar de reuzeninktvis woont. Tijdens het schrijven eet Harry zijn ontbijt en geniet hij van de langzaam opkomende zon. Hij denkt nog even niet aan de drukke dag die hem te wachten staat, hij zou twee lessen met de Zwadderaars hebben; Verzorging van Fabeldieren en Toverdranken. Het zou nu ongeveer half 8 zijn, en Hagrid ontfermt zich al over zijn geliefde pompoenen. Hij had Harry niet zien zitten, en het bordes was uitgestorven, dus pakte Hagrid stiekem de roze paraplu. Toen Harry hem nog geen vijf minuten later weer naar binnen zag gaan waren de pompoenen een paar centimeter groter.

'Hey Harry!' Hermelien schoof een stukje opzij naar Ron toe zodat hij er tussen kon gaan zitten. 'Goedemorgen.' De Grote Zaal begon al aardig vol te stromen, en de eerste uilen vlogen al over de tafels. Harry hoorde Ron lachen toen een grote kerkuil er met de hoed van een eerstejaars vandoor ging. 'Waar was je al zo vroeg heen?' Hermelien nam een hap van haar havermout terwijl ze hem vragend aankeek. 'Oh, ik was al vroeg wakker. Ben naar buiten gegaan, nog wat huiswerk gemaakt. Je weet wel.' Hermelien leek tevreden met dat antwoord, want ze nam haar laatste hap havermout en ging van tafel, nog even naar de bibliotheek.

Harry en Ron lopen samen naar hun eerste les van die dag. Dat zou Gedaanteverwisseling zijn met Huffelpuf. Wanneer ze bijna bij het lokaal zijn komt Malfidus de hoek om lopen, met hangende schouders, en zijn hoofd een beetje gebogen zodat het blonde haar voor zijn ogen was gaan hangen. Toen hij Harry en Ron zag versnelde hij zijn pas en Harry meende een rode kleur op de wangen van de Zwadderaar te zien. Ron trok een lelijk gezicht maar Harry liep gewoon door. Hij dacht aan hoe vreemd hij het vond dat Malfidus hun niet meer lastig viel. Hij was niet alleen gestopt met de beledigingen, maar soms verschoot hij van kleur als hij de Uitverkorene zag.

Na de pauze hadden Harry, Ron en Hermelien hun eerste vak met de Zwadderaars, Verzorging van Fabeldieren. Kletsend liepen ze over het schoolterrein richting Hagrids huisje, aan de rand van het verboden bos. Vijf minuten later was Zwadderich ook gearriveerd en begon Hagrid met de les. 'Vandaag heb 'k een acromantula voor de les meegenomen,' Hagrid had zijn zin nog niet uitgesproken of er waren een aantal meisjes aan het gillen. 'Rustig, rustig. 't Bennen geen vervelende beesies. Iedereen is bang voor ze, maar hunnie doen echt niemand kwaad.' Ron werd groen bij de herinnering aan hun avontuur in het tweede jaar. 'Gaat het Ronald?' Hermelien keek bezorgd opzij. Ron slikte zichtbaar en maakte een beweging met zijn hoofd dat leek op een knikje. Harry's blik kruiste die van Malfidus, en na twee seconden oogcontact keek Malfidus snel weg. De les was snel voorbij, ook al duurde het voor Rons gevoel een eeuw. Ook de rest van de lesuren leken voorbij te vliegen, tot ze hun laatste uur Toverdranken hadden. Met de Zwadderaars. Yay.

'Meneer Potter, let u ook op?' klonk Slakhoorns stem door het lokaal. Harry keek snel op uit zijn boeken, hij had de aantekeningen van de Halfbloed Prins gelezen, die in de kantlijn gekrabbeld stonden. 'Ja, professor.' Slakhoorn ging verder met zijn uitleg over de drank die ze vandaag zouden gaan brouwen. Harry keek het lokaal door en zijn blik bleef hangen bij Malfidus. Het witblonde haar dat extra wit afstak tegen de donkere muur van de kerkers, hing voor de grijze ogen van de Zwadderaar. Harry schrok toen zijn ogen omhoog schoten en recht in de zijne keken. Hij voelde zijn wangen rood kleuren en keek snel weg. Toen Harry's ogen twee seconden later opnieuw langs de tafel met de Zwadderaars schoten, zag hij dat Malfidus ook een kleur had gekregen.

Waarom deden ze zo raar tegen elkaar? Vroeger had Harry er nul problemen mee gehad als Malfidus een keer gewoon z'n muil zou houden, maar nu was Harry achterdochtig. Ze hadden nu al een paar keer oogcontact gehad, en het zou hem ook niks verbazen als Malfidus vaker naar hem keek dan hij doorhad. En dan ook nog blozen. Blozen. Malfidus. WTF. Wat is er mis met die jongen. Maar Harry keek zelf ook naar hem. Waarom keek hij naar Malfidus? Wat is er zo interessant aan dat stuk verdriet? Wacht, misschien is stuk verdriet wel een beetje overdreven. Lelijke flubberwurm? Nee, Malfidus is niet lelijk. Nu Harry er zo over nadacht vond hij Malfidus eigenlijk best knap. Zijn blonde haar, grijze ogen, een slanke bouw, perfect voor een zoeker...

DRARRY FANFICWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu