"Goedemorgen Maud." Zuchtend reageerde ik.
"Hey..." Ik wilde 'hey Rutger' zeggen, maar jij was niet degene die het zei. Je gaf een jongen naast je een stomp en siste:
"Dat is mijn tekst, Kevin." Kevin zuchtte hoorbaar geschrokken en zette een stap terug.
"Hey Maud." Zei je denigrerend terwijl je langs me heen liep.
"Hey Rutger." Verzuchtte ik. Je begon te lachen. "Hoorden jullie dat jongens? Ze heeft toch een stem." De jongens lachten, zelfs Kevin, die nog steeds over zijn arm wreef.
"Laten we geen tijd meer aan haar verspillen, we hebben wel betere dingen te doen." Zei een van de jongens.
"Serieus, Samuel? Ga je me nu vertellen dat je iets beters te doen hebt dan onszelf vermaken met dit hopeloze figuur? Daar was de afgelopen dagen niet zoveel van te merken." Zei je. Samuel leek van zijn stuk gebracht. Hij was waarschijnlijk in de veronderstelling dat hij een hilarische opmerking had gemaakt en jij had hem de grond ingeboord. Je was zo overduidelijk het alfamannetje van de groep dat de anderen niet eens een poging deden om zich op jou niveau te begeven. En als ze dat wel probeerden kregen ze daar al snel spijt van, net als Samuel en net als Kevin. Ik begreep wel waarom de jongens achter je aanliepen, beter stonden ze aan jou kant, dan alleen aan de kant waar ik stond. Ik moest een rilling onderdrukken. Ze waren bang voor je, net als ik.
"Hey, Maud, wanneer ben jij eigenlijk vrij vanmiddag?" De schrik sloeg me om het hart. Je ging me toch niet weer van mijn fiets trekken?
"Kwart over twee, net als jij." Fluisterde ik bijna.
"O, dat is handig, ik heb namelijk nog iets voor je. Ik heb hem alleen vandaag nog nodig dus ik geef het je vanmiddag wel terug." Zei je sarcastisch. Overdreven hard klopte je op mijn schouder als blijk van 'broederschap.' Je wenkte Kevin. Nieuwsgierig grijnzend ging hij aan de ander kant van mij naast me lopen.
"Zeg Kevin, heb jij ook een hand aan die kant?" Je hield spottend mijn hand aan zijn kant omhoog.
"Goh, verrek, ja." Zei Kevin lachend. Ook hij pakte mijn hand vast.
"Zouden die ook iets kunnen vasthouden?" Vroeg je nog steeds even sarcastisch aan Kevin. Ik schrok en om onbepaalde redenen gingen mijn gedachten toch even uit naar hun penis. Zou mijn mentor gelijk krijgen? Zo iets doen ze niet! Toch?
"Hier, mijn tas." Zei je lief lachend. Stiekem gleed de spanning van mijn schouders. "Kevin?" Mompelde je. Ook Kevin liet zijn tas van zijn schouder glijden en dropte het hengsel om zijn arm.
"Loop je met ons mee naar de les?" Vroeg je spottend. Ik slikte en wist me ondanks de opluchting geen raad met de situatie. Je wachtte niet op antwoord en klopte me belonend op mijn wang. "Braaf zo." Zei je. Jij en je bende liepen voor me uit richting het Frans lokaal. Wat moest ik nu doen? Ik kon niet jullie tassen rondbrengen en zelf op tijd komen! Woede welde in me op. Dít ging ik niet doen.
JE LEEST
De pen die ik nooit terugzag
General FictionHet was de eerste dag van de lente, ik was verhuisd, het was de eerste dag op mijn nieuwe school én ik kende er niemand. Kortom: de perfecte dag om een frisse start te maken. Ik was naast je gaan zitten, omdat jij, net als ik, niet naast iemand zat...