18 a map (part 2)

232 9 2
                                    

Zachtjes sloop ze door het woud. Terwijl de anderen aan het vechten waren geweest tegen Emma en haar squad was Myra er stiekem vandoor gegaan. Ze wilde de jongen vinden over wie ze het hadden gehad. De zoon van Emma Swan en een vrouw met korter donkerder haar die naar het schijnt Regina moest heten. Hoe hadden ze hem ook al weer genoemd? H... Hen... Henry? Ja, dat was het. Hem moest ze vinden. Maar waar kon hij zijn? Hoe moest ze beginnen? Ze besloot hem gewoon bij zijn naam te roepen. 'H-Henry?' riep ze. 'Henry! Henry, kun je me horen?' 'Mam, ben jij dat?' Ze draaide zich om en zag het jongetje dat door Greg en zijn vrouw ontvoerd was uit de struiken tevoorschijn komen. Hij had warrig donker haar, een jeansbroek en een rood hemd aan en kleine ogen, waarmee hij toen hij haar zag fronsend bekeek. 'Wie ben jij?' vroeg hij. 'Ik ben Myra. Ben jij Henry?' 'Eh, ja?' Myra knikte en toen was het even stil. 'Wat wil je van me?' vroeg Henry. 'Niets.' 'Waarom zocht je me dan?' 'Pan had het over je, dus ik werd nieuwsgierig.' 'Ken je hem ook?' 'Yep' knikte Myra. 'Hoe was hij?' 'In één woord: arrogant' antwoordde ze. En knap. En schattig. En romantisch. Stop, zei ze tegen zichzelf; zo mocht ze niet denken. 'Wat doe je hier?' Nu haalde Myra haar schouders op. 'Ik weet niet eens hoe ik hier beland ben.' 'Ben je ook ontvoerd?' 'Nee, dat niet.' 'O. Zullen we spelen?' 'Wat wil je dan doen?' 'Weet ik veel.' Henry keek om zich heen. 'Om het snelst in die boom klimmen en er weer uitkomen?' 'Goed. Als jij dat wilt.' Henry knikte heftig. Ze gingen allebei voor een de boom staan en Henry deed een stap naar voren. Hij rende op de boom af en greep met zijn de stam vast om zich naar boven te hijsen. Hij kwam redelijk ver. Toen hij de eerste stevige tak tegenkwam zette hij z'n voeten er voorzichtig op en pakte met zijn armen de hogere takken vast. 'Pas maar op dat je niet valt' waarschuwde Myra. 'Het gaat wel' riep Henry. 'Als jij het zegt.' Henry klom nog hoger. Hij sterkte zijn arm zo ver hij kon om de volgende tak te bereiken. 'Laat maar, Henry. Daar raak je toch niet.' 'Jawel' hield hij koppig vol. Hij grauwde nog steeds naar de tak, maar greep telkens mis. 'Kom maar, Henry. Straks val je.' 'Nee, het lukt me wel.' 'Nee dat lukt je niet.' 'Welles. Let maar op.' Met zijn arm maaide hij in het rond en hij ging zelfs op zijn tippen staan om erbij te kunnen. Tevergeefs. 'Henry, kom nou! Straks val...' Zijn voet schoof weg en Henry viel naar beneden. Hij kwam hard op de grond terecht. Myra liep naar hem toe. Hij bewoog niet. 'Henry?' fluisterde ze. 'Henry!' Ze schudde hem even zachtjes door elkaar. Henry gaf geen kick. Myra raakte in paniek; wat moest ze nu doen? Straks zag iemand haar! Wat zou diegene dan wel niet denken? Ze zouden zeggen dat zij hem vermoord had! Dit was nu niet echt de tijd voor problemen. Ze keek snel om zich heen. Toen zette ze het op een lopen. En liet Henry daar op de grond achter. Alleen. Buiten bewustzijn.

The Villains daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu