H41: Operatie Red Levi

3.1K 239 80
                                    

Natuurlijk reed Chris veel harder dan eigenlijk was toegestaan in dit heuvelige landschap. Met een snelheid van meer dan honderdvijftig kilometer per uur scheurden we over de snelweg en maakten we met een hoop herrie de Belgische Ardennen onveilig. Het leverde ons een hoop getoeter en een aantal middelvingers op, maar Christian leek zich daar niets van aan te trekken. Hij was enkel gefocust op een doel: Levi uit huis halen en daarna wegwezen. Daardoor had hij ook niet door dat ik me uit pure angst had vastgekluisterd aan het plafondhandvat. Het liefst had ik mijn ogen dicht gedaan en was ik hard gaan gillen, maar wanneer ik probeerde te praten, klonk er alleen een zacht gerochel. Omdat ik als verstijft op mijn stoel zat, lukte het me niet om mijn ogen dicht te houden, waardoor ik niet kon voorkomen dat ik vanuit mijn ooghoek zag dat we bijna de honderdzestig naderden.

'Imke, wil jij Lucas nu even opbellen om te vragen of we kunnen komen? Heb je een mobiel bij je? Anders moet je die van mij maar even gebruiken.' Hij liet het stuur met zijn rechterhand los om zijn mobieltje uit zijn zak te kunnen halen.

'Houd alsjeblieft beide handen aan het stuur, Chris. Straks eindigen we in de berm. Ik heb mijn eigen mobieltje bij me.' Christian keek voor het eerst naar opzij, wat bij mij weer een bijna-hartaanval veroorzaakte. Hij wierp een blik op mijn krampachtige houding.

'O, sorry Im! Ik wist niet dat je zo gespannen zat.' Direct merkte ik dat we vaart minderen. De snelheidsmeter zakte langzaam terug naar honderddertig. 'Waarom zei je niet dat ik langzamer moest?'

'Dat wilde ik wel,' mompelde ik met schorre keel, 'maar ik kreeg het mijn strot niet uit.' Door mijn wagenziekte heb ik nooit erg veel van autoritjes gehouden, maar ik vond het al helemaal niets om naast een snelheidsduivel als Christian in de auto te zitten. Het maakte me misselijk en nogal hysterisch.

Hoe langer we reden, hoe gespannener Chris in de auto zat. Hij tikte met zijn nagels op het stuur en vloekte binnensmonds over de verschrikkelijk onderhouden wegen die België zo rijk was. Ik pakte mijn telefoon uit mijn jaszak en zocht Lucas contact op. Daarna drukte ik op "bellen" en ging de telefoon over.

'Met Lucas,' klonk de nieuwsgierige stem van mijn beste vriend. 'Waarom bel je, Im? Heeft Chris je laten zitten?'

'Nee, we komen net bij een restaurant vandaan, maar dat is niet waarom ik bel,' zei ik. 'Chris kreeg net een telefoontje van Levi. Zijn moeder is het huis uit gegaan en heeft Levi daar bij zijn vader gelaten, maar hij is helemaal overstuur. We zijn nu onderweg naar hem en we vroegen ons af of we naar jullie toe kunnen komen.' Ik begon op mijn onderlip te kauwen. Lucas zijn familie waren bij opa en oma Lambert om een feestje te vieren en ik voelde me een ongelooflijke party pooper door hen op deze manier te storen.

'Wie is dat?' klonk de zachte stem van oma Lambert op de achtergrond.

'Imke,' zei Lucas. 'Ze is met Chris opstap, maar die heeft net een telefoontje gehad dat tante Lidewij het huis weer eens ontvlucht is. Ze zijn nu Levi aan het ophalen. Is het goed als ze zo hierheen komen?'

'Waarom zou je dat nog moeten vragen,' vroeg oma, duidelijk verbaasd. 'Natuurlijk zijn ze welkom! Ik ga de logeerkamers vast klaarmaken. Josephine, wil je me even helpen?' Ik hoorde nog iets instemmends op de achtergrond en het geluid van een stoel die achteruit werd geschoven.

'Jullie zijn welkom,' zei Lucas op vriendelijke toon.

'Super fijn,' zei ik. 'Dan zijn we er binnen drie kwartier.'

'Oké, tot zo! Houd je het nog een beetje uit met Chris?'

'Ja hoor,' zei ik, ondanks de beklemmende sfeer toch vrolijk. 'We zijn gaan eten bij een restaurant waar het niet raar is om met je handen te eten.'

'Dat klinkt als iets voor jou. Was het Chinees?'

'Nee, een all you can eat met bergen spareribs.'

De abstracte kant van liefde (✔)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu