Chapter 17

34 4 0
                                    

We mogen pas over een uur naar Noa toe maar we konden wel al naar de baby gaan kijken. Eigenlijk wilde ik de baby pas samen met Noa voor de eerste keer zien, maar ik weet dus niet hoelang het nog gaat duren voordat ze wakker wordt en ik kan het niet maken om de baby zolang alleen te laten liggen. We lopen me zijn allen naar een kleine ruimte waar we achter glas allemaal baby's zien liggen in aparte bedjes met hun ouders naam erop. Het lijkt wel één of andere dramafilm waar ik in ben beland. Er komt een verpleegsters aanlopen die ons allemaal vriendelijk begroet. ''Wie is de vader?'' Een beetje aarzelend steek ik mijn hand op. Het voelt nog zo vreemd om op die vraag te antwoorden met 'ik' of 'ja, ik ben de vader'. ''Mag ik u dan hartelijk feliciteren met een zoon?'' Enthousiast steekt ze haar hand uit. Met een ongemakkelijke glimlach bedank ik haar. Wauw, ik heb dus een zoon. Ondanks dat er een hele groep van familie en vrienden achter me staat voel ik me op het moment erg alleen. Ik heb geen idee waar Noa op dit moment is, en voor me tussen al die baby's moet mijn zoon liggen. ''Er mogen maar twee mensen tegelijkertijd naar binnen, dus wie wilt er nog meer mee?'' Harry steekt meteen zijn hand op. ''Ik ben de trotse oom'' glimlacht hij en loopt meteen met ons mee naar binnen. De verpleegster stopt bij een bedje met een blauwe rand waar de namen van mij en Noa opstaan. Het kindje wat erin ligt is iets kleiner dan de anderen baby's in de ruimte en hij heeft ook iets meer rimpels. ''Is het normaal dat hij zo klein is?'' ''Dat komt omdat hij nog zo jong is, maar ik kan je met zekerheid zeggen dat hij kerngezond is.'' Tenminste nog één positief iets in de afgelopen vijf uur. ''En hoe is het nu met Noa?'' vraagt Harry. ''Ze ligt nog steeds in coma, maar haar hartslag en ademhaling beginnen weer een beetje normaal en te worden en ze krijgt nu bloed toegediend via een infuus.'' Ik hoor wat de vrouw zegt maar op één of andere manier dringt het niet tot me door. Mijn ogen blijven hangen op het kleine wezentje voor me. ''Dan laat ik jullie even alleen, als de anderen nog binnen willen komen is dat oké maar dan wel met maar twee tegelijkertijd want we willen niet hebben dat alle baby's wakker worden en gaan huilen.'' Ze loopt het kamertje weer uit en nu staan Harry en ik alleen om het bedje. ''Gaat het?'' Harry slaat bezorgd een arm om me heen. ''Alles is zo raar op het moment. Ik heb een kind, Noa ligt in coma en ik ben nog maar zeventien!'' Opeens voel ik een traan over mijn wang glijden, en het worden er steeds meer. ''Shit'' mompel ik en laat me tegen de schouder van Harry aanzakken.

We zitten al een tijdje met de baby te wachten op de gang als opeens een arts komt aanlopen. Het is al half één in de nacht en ik ben doodop. Mijn moeder heeft hem nu in haar armen en om de tien minuten wordt hij weer doorgegeven. Het voelt nog zo vreemd om een kind te hebben terwijl hij nog niet eens een naam heeft. Natuurlijk heb ik het afgelopen half uur al over namen nagedacht, maar om te beslissen wil ik liever op Noa wachten. Al weet ik nog niet hoelang dat zal duren.... ''Familie Simons?'' ''Kunnen we naar haar toe?'' vraag ik meteen als ik zie dat het dezelfde man is als een aantal uur geleden. Even beduusd kijkt hij op van zijn notitieblok. ''Oh uh, ja natuurlijk.'' Ik sta meteen op en loop achter de man aan naar een aparte kamer verderop in de gang. ''Voordat we naar binnen gaan wil ik u even waarschuwen dat het soms als heftig kan worden ervaren als je iemand tussen al die grote apparaten in ziet liggen en aan al die draden ziet hangen.'' Een aantal doemscenario's vliegen mijn gedachten binnen. Zonder verder na te denken knik ik en doet de arts de deur open. Ik loop achter hem aan de kamer binnen. Daar zie ik inderdaad een aantal apparaten staan waar allemaal vreemde geluiden en lichtjes uitkomen. In het midden staat een groot bed met daarin een gevaarlijk magere Noa. Mijn ogen vullen zich weer met tranen. ''Ik zal u even alleen laten.'' De arts loopt weer de kamer uit en doet de deur dicht. Voorzichtig kom ik dichterbij. Er zitten allemaal draadjes aan haar linkerarm vastgemaakt en ze heeft een zuurstofmasker om haar mond geklemd. Ik ga op de stoel zitten die naast haar bed staat. Tranen beginnen te stromen en het lijkt niet op te houden. Als ik nu zou praten, zou ze me dan horen? Ik heb het wel al een aantal keer in een film gezien, en toen kon het. Zonder na te denken pak ik haar hand voorzichtig vast. Hij voelt koud en mager, alsof hij niet van Noa is. ''Ik weet niet precies wat ik moet zeggen en ik heb ook geen idee of je me wel kunt horen maar ik hou van je, en ik wil dat je weer heel snel wakker wordt. Dat lijkt allemaal zo vanzelfsprekend wat ik nu zeg maar er is niets wat ik nu liever zou willen.'' Even is het stil. Met mijn duim draai ik rondjes over de rug van haar hand, iets waar ze normaal gesproken rustig van wordt. Al heb ik geen idee wat ze op het moment voelt, hoort of ziet. ''We hebben trouwens een zoontje gekregen.'' Zodra de woorden uit mijn mond zijn besef ik me pas wat ik net heb gezegd. Een zoon. Ik, Ashton Irwin, ben een simpele zeventien jarige jongen uit Engeland, heb net een kind gekregen en mijn vriendin ligt in coma. Een zucht verlaat mijn mond. ''Hij lijkt op jou. Niet dat jij op een jongen lijkt maar zijn ogen stralen net zo erg. We zijn net even met zijn allen gaan kijken, en als het ons teveel wordt met de opvoeding heeft iedereen beloofd om te helpen. Niall is trouwens ook hier. We zaten met zijn allen op de gang helemaal in de stress over jou en opeens kwam hij doodleuk binnenlopen. Zijn ouders waren natuurlijk helemaal happy, Harry was totaal geïrriteerd en mijn moeder wist niet eens dat hij de jongen was waar we al die tijd naar op zoek waren.'' Zou ze hebben gehoord wat ik allemaal heb gezegd? Opeens gaat de deur open en komt Harry naar binnen. ''Sorry, ik wist niet dat je nog aan het praten was. Je moeder zei dat ik moest komen kijken omdat ze vond dat het te lang duurde en ze wilde niet zelf naar binnen komen omdat ze bang was dat jij dan boos zou worden.'' Hij sluit de deur weer en komt naast me staan. ''Het maakt niets uit, ik denk dat ik heb gezegd wat ik wilde zeggen.'' Ik heb er hand nog steeds vast en ik merk dat Harry ernaar kijkt. ''Ze is mager'' zegt hij opeens. ''Klopt, ik wist niet dat een operatie zoveel moeite kon kosten.'' ''Niall zat net de hele tijd op te scheppen over zijn 'avonturen' die hij heeft meegemaakt. En hoelang hij er wel niet over heeft getwijfeld om weg te gaan.'' ''De idioot, van mij mocht hij wel nog wat langer wegblijven'' grinnik ik. ''Je mag hem echt niet hè?'' ''Ik probeer aardig te doen om de hele situatie wat draaglijker te maken maar diep van binnen mag ik hem echt niet.'' ''Omdat hij haar heeft gezoend?'' Ik knik. ''Ik heb nog niet zo vaak zo'n serieuze relatie gehad zoals jullie nu hebben maar ik kan me voorstellen hoe je je nu voelt.'' ''Wil je anders even alleen met haar zijn?'' ''Als je niet weg wilt gaan hoeft dat niet hoor, ik wil je echt niet bang maken'' schiet Harry meteen in de verdediging. ''Jawel, ik ga mijn zoon even bewonderen'' glimlach ik. Hoe vaker ik het hardop zeg, des te leuker ik het ga vinden. Hij schudt lachend zijn hoofd en dan loop ik weer terug naar de gang. Daar tref ik de rest aan die automatisch opkijken zodra ik de deur sluit. ''Hoe was het?'' vraagt mijn moeder meteen. De baby ligt nu bij Maura die hem vertederend aankijkt. ''Er zijn nogal veel apparaten en draadjes maar volgens die arts ging het wel al de goede kant op.'' Mijn ogen blijven hangen bij het kindje dat rustig ligt te slapen in de armen van Maura. ''Wil je hem even vasthouden?'' vraagt mijn moeder zachtjes, zodat de anderen ons niet horen. Langzaam knik ik. ''Maura?'' Ze kijkt op en als ze de blik van mijn moeder ziet verontschuldigd ze zich en komt meteen naar ons toe. ''Sorry, ik zat even niet op te letten.'' Voorzichtig geeft ze hem aan mij over zodat ik weer kan gaan zitten. ''Maak je geen zorgen, dankjewel'' glimlach ik. ''Hij lijkt veel op jullie.'' Mijn moeder kijkt mee naar het kleine wondertje dat nu vredig in mijn armen ligt te slapen. ''Ik voel me nu al een trotse vader.''

De volgende ochtend word ik wakker in een ziekenhuisbed. Gelukkig hadden ze nog een kamer over en mocht ik onder hoge uitzondering een nachtje hier blijven. Harry is vannacht met veel tegenzin toch terug naar het hotel gegaan en beloofde me om zo snel mogelijk weer terug te zijn. Mijn moeder heeft me wel tig keer gevraagd of ik het zeker wist dat ik hier wilde blijven en na enige discussie is ze toch vertrokken. Het is nu half negen, en vreemd genoeg ben ik vannacht geen één keer wakker geworden. Ik heb in mijn kleren moeten slapen omdat ik geen pyjama bij me had, maar dat is wel het minste waar ik me druk om maak. De verpleegster die me deze kamer heeft gegeven zei vannacht dat ik vanaf acht uur terecht kon voor een ontbijt in het cafetaria van het ziekenhuis. Ik trek mijn schoenen weer aan en loop de kamer uit. Meteen loop ik naar Noa haar kamer maar als ik daar aankom komt er net een arts naar buiten gelopen. ''Meneer, wacht!'' Ik trek een sprintje en komt net tot stilstand voor de man. ''Je wilt weten hoe het gaat?'' Snel knik ik. ''Alles heeft nu een normale waarde dus ze kan elk moment wakker worden.'' Het duurt even voordat het tot me doordringt. Dan omhels ik de man, bedank hem en loop de kamer binnen. Ik ga weer op de plek zitten waar ik vannacht nog twee uur heb gezeten. De baby kon nog niet mee naar huis dus hebben ze hem in een bedje naast het bed van Noa gezet. Ik kijk even naar hem en automatisch verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Hij ligt vredig te slapen met zijn armpjes langs zijn hoofd. Het valt me nu pas op dat Noa het zuurstofmasker niet meer opheeft wat betekend dat ze nu uit zichzelf kan ademen. Ook een aantal draden zijn weggehaald wat me geruststelt. Gelukkig gaat het al wat beter.


The New Life (A Dutch Ashton Irwin Fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu