Ik werd wakker. De zon scheen fel. "Opstaan, waar ben je!" hoorde ik Nana roepen. "Je gaat zo meteen naar je tante." Ik kreunde. Ik moest de hele zomer bij mijn rare tante logeren. Nana die ging op vakantie. Dat mag ze wel. Ze zit tien maanden met een enorm probleemkind. Vorige zomer had tante Margrit me leren medicijnen maken met planten uit het moeras. Ergens vond ik dat niet zo erg. Ik leerde veel dingen van tante Margrit. Ik pakte mijn koffers. Ik nam mijn gitaar. Ik moest op zijn minst nog acht uur op een bus zitten. En ik had inspiratie voor een nieuw liedje. Misschien komt het door die ene jongen. Ik nam mijn koffers van mijn bed af en rende de trap af. Nana stond al te wachten aan de auto. Ik zag de groep jongens staan. Ze hielden waterballonnen vast. Dit was geen goed teken. Ik wist zeker dat er geen water in zat. Ik rende naar de auto en plofte alles in de koffer. Net toen ik in de auto wilde stappen raakte een ballon me. Ze begonnen te lachen. Ik weet niet wat het was maar het stonk uren in de wind. Vlak voor ik instapte draaide ik me om. Ik was mega kwaad. Ik deed de koffer terug open. Ik wist niet wat ik aan het doen was. Ik kon mezelf niet controleren. Mijn haar was nat van de groene smurrie. De jongens keken me raar aan. Ze stopten met lachen. Ik nam mijn boog. Ik stak hem in elkaar. Ik zorgde er precies voor dat ze niet zagen wat ik aan het doen was. Mijn buurvrouw die tevens ook de moeder was van de leider van de groep kwam naar buiten. Ik zag haar niet. Ik nam mijn pijlenkoker. Uit het niets spande ik mijn boog. De jongens schreeuwden. De moeder van de jongen schreeuwde ook. "Duivelskind! Heks! Laat mijn zoon met rust!" Ze reden snel weg. De moeder liep naar binnen. "Stap snel de auto in. Straks komt de politie nog!" schreeuwde Nana. Ik deed wat ze zei. Ik had haar al genoeg problemen bezorgt afgelopen jaar. En dat wil je niet weten. Nana zette me buiten de stad af aan het bushokje. De jongens hielden me in de gaten van ver. Ik nam mijn rugzak af en ging zitten. Ik haalde een klein zakje uit. Ik nam wat water. Ik nam heel het zakje binnen. Het begon te regenen. Ik keek in de plas water voor me. Mijn ogen waren helemaal rood. Je kon duidelijk zien dat ik aan de drugs zat. Het kon me niets schelen op dat moment. Ik voelde me terug goed. Ik kon weer even door het leven. De jongens zagen wat ik net had genomen. Ze reden naar me toe. Ik staarde voor me. Ik deed alsof ze er niet waren.
"Wat heb je genomen?" vroegen ze. Ik staarde voor me. Ik deed alsof ik hen niet hoorde. "Wat heb je genomen!" schreeuwde hij nog eens extra hard. Ik deed mijn rugzak open. Ik haalde er nog een zakje uit. Ik zwierde het voor zijn ogen. "Zie je dit. Dit is mijn beste vriend. Het zorgt ervoor dat ik blijf leven." Ik zwierde het zakje voor hen. "Had ik dit niet dan hing ik al lang uit het raam." De jongens staarden naar het zakje. Ik griste het weg. Ik trok het zakje open. Ik nam het helemaal in. De jongens staarden naar me. De bus kwam aan. Ik stapte op. Ik keek hen na. Ik deed mijn kap af. Nu had ik hen. Nu had ik hen te pakken. Nu zouden ze naar me komen smeken. Smeken om het hen te vergeven. Ze keken me geschrokken na. De leider liet een kleine traan. Hij had spijt. Het voelde o zo goed om hen terug te hebben. Ik vond dit gevoel zo leuk. En het kwam niet door de drugs. Wraak. Het voelde zo goed. Ze hadden gelijk. Ik was een heks. En een verdomd goeie ook. Ik grijnsde en ging achteraan zitten.
JE LEEST
Fall in love with a 17 year old boy (dutch)
RomanceIk ben verliefd op hem geworden. Ik zag hem. Ik wil hem. Ook al weet ik dat het onmogelijk is. Hij is te oud en woont te ver. Hij is alles voor me. Ik help hem. En hij helpt mij. Voor zo ver we kunnen Ik sloot de videochat af. Ik vind hem leuk. M...