19

913 43 1
                                    

Het is buiten aan het sneeuwen en omdat Fred, George en ik weer straf hebben -we hebben weer een explosie gemaakt- mogen we niet naar Zweinsveld en zijn dus een sneeuwpop aan het maken. 'Die sneeuwpop is mislukt' lach ik terwijl ik er nog wat sneeuw tegen aanduw. 'Hij lijkt dus op jou' lacht George waardoor ik met mijn ogen draai en dan tikt Fred ons aan en zien we voetstappen door de sneeuw gaan, ik knik naar de jongens die langzaam naar de voetstappenlopen en dan hem pakken. 'Kom op jongens' zegt Harry. 'Geniepig' zegt Fred. 'Maar niet geniepig genoeg voor ons' zegt George. 'En daarbij, wij hebben een betere weg' zeg ik. 'Kom op, ik wil naar Zweinsveld' zegt Harry die zo te zien goed tegenspartelt. 'Weten we' zeggen we alle drie tegelijk en dan duwen we hem het gebouw in. 'Wij laten je een kortere weg zien' zegt Fred. 'Als je rustig wordt' vult George aan. 'Kom maar spelen met de grote jongens' lachen ze tegelijk waardoor ik met mijn ogen draai. 'Wat doe je' vraagt Harry boos. 'Sssht' doet Fred. 'Wat is de deze onzin' vraagt hij als ik hem de kaart heb gegeven. 'Wat is deze onzin, zei hij' lacht George 'Dat daar, is het geheim van ons succes'. 'Maar we hebben besloten dat jij het meer nodig hebt' zeg ik. 'George aan jou de eer' zegt Fred. 'i sonelemery swear that i am up to no good' zegt hij en hij tikt op de kaart en Harry leest de eerste woorden. 'Ze hebben nog heel wat van ons te goed' zeg ik. 'Wacht eens! Dit is Zweinstein.  En is dat...' zegt hij verward. 'Perkamentus' zegt Fred. 'In zijn kantoor' vult George aan. 'Wat aan het rondwandelen' zeg ik. 'Dus je bedoelt dat deze map' zegt hij. 'Iedereen laat zien' zegt Fred. 'Iedereen' vraagt Harry. 'Iedereen' zegt George. 'Waar ze zijn' zegt Fred. 'Wat ze doen' zeg ik. 'Elke minuut' zegt George. 'Van elke dag' zegt Fred. 'Briljant, van waar hebben jullie het' vraagt hij. 'Gestolen van Vilder natuurlijk' zeg ik 'In ons eerste jaar'. 'Luister. Er zijn zeven geheime gangen die buiten het kasteel gaan' zegt George. 'Wij raden je...' zeg ik. 'Deze aan' zeggen we alle drie tegelijk en we wijzen op een gang. 'Het gaat recht naar Zweinsveld' zegt George. 'Maar je moet wel opschieten, Vilder komt deze kant op' zegt Fred. 'Harry, vergeet niet als je klaar bent om te zeggen' begin ik. 'mischief managed' zeggen we tegelijk. 'Anders kan iedereen het lezen'. En dan vertrekt Harry en maken wij verder onze sneeuwman af. Als onze sneeuwman af is nemen we er een foto mee al duwt George ons, die achter de sneeuwman staat waardoor we allemaal lachend neervallen. 'Heel de foto verpest' lach ik. 'Ach ja, we staan nooit echt goed op een foto' zegt Fred. 'Spreek voor jezelf, ik ben altijd knap' zegt George waardoor ik wat sneeuw in zijn gezicht duw en zo zitten we in een sneeuwballengevecht. Na een uur gaan we naar binnen om iets droogs aan te trekken en loop ik naar de bib als ik ineens iemand mijn mond voel bedekken en me mee sleuren naar buiten, natuurlijk spartel ik tegen want ik denk meteen dat het Sirius Black is. 'Verdomme Harry, ben jij wel lekker' zeg ik kwaad als we buiten zijn en ik een woedende Harry voor me zie. 'Ben jij wel lekker' roept hij kwaad. 'Volgens mij ben jij de persoon die me half ontvoerd' zeg ik geërgerd. 'Volgens mij ben jij de persoon die met Sirius Black samenwerkt' kaatst hij terug. 'Ik doe wat' vraag ik verward. 'Je hebt me wel gehoord. Ik heb je door Audrey. Jij bent de dochter van Sirius Black en natuurlijk werk je samen met hem' zegt hij. 'Waarom zou ik' vraag ik. 'Omdat jij zijn dochter bent' zegt hij kwaad. 'En dan' vraag ik. 'Je klinkt niet echt verrast' merkt Ron op. 'Natuurlijk niet. Fred en George hebben het voor me uitgezocht ik weet het sinds het eind van de vakantie' zeg ik. 'En toen is Sirius Black ontsnapt, toeval? Ik dacht het niet' zegt Harry waardoor ik ook wat twijfel in Hermelien en Ron hun ogen zie. 'Serieus, ik ben met jou mee naar je-weet-wel gegaan in je eerste jaar' zeg ik. 'Ja, om er zeker van te zijn dat hij me zou krijgen' zegt hij. 'Hij heeft me half-vermoord jij oen' zeg ik geërgerd. 'Door jou vader zijn mijn ouders dood en nu help jij hem mij te vermoorden, zo vader zo dochter zeker' zegt Harry boos. 'Jij denkt dat jij de enige bent die Sirius Black haat. Word dan maar eens wakker! Die zogenaamde vader van mij heeft mijn moeder vermoord. Jij bent niet de enige die ouders verliest' zeg ik boos. 'Maar hij is je enige familie. Dus je helpt hem natuurlijk. Is het niet verdacht dat jij weet wie je vader is en plots is hij ontsnapt en plots duikt hij hier op, alle twee onlogische dingen. Dingen die je nooit voor elkaar zou kunnen krijgen, tenzij hij hulp had' zegt Harry. 'Geloof wat je wilt, Potter. Ik help hem niet, ik denk dat ik de enige persoon ben dat hem zelfs nog meer haat dan jij' zeg ik boos en dan draai ik me om en loop het kasteel in. Ik loop tegen de tweeling op die mijn boze gezicht blijkbaar opmerken. 'Wat is er met jou' vraagt Fred. 'De grote Harry Potter denkt dat ik Sirius Black help' zeg ik spottend. 'Wat' zegt de tweeling tegelijk. 'Ja je hoorde me. Hij heeft ergens gehoord, geen idee van wie dat ik zijn dochter ben en nu ben ik meteen verdacht om hem te helpen' zeg ik. 'Dat is onmogelijk, jij bent ten eerste altijd bij ons' zegt Fred. 'En ten tweede haat jij hem' zegt George. 'Dat zei ik dus ook, maar ja, hij is zo zeker van zijn stuk dat hij me niet wou geloven' zeg ik boos. 'Soms is hij ook zo dom' zucht Fred. 'Meestal' zeg ik. 'Gelukkig heb je ons nog' zegt George en dan slagen ze beiden een arm om me heen. Ik heb echt geluk met die twee. 

Don't let goWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu