38

838 36 0
                                    

Hier zitten we dan, nablijven van Umbridge. Oh wat heb ik een hekel aan die vrouw. Zij ook aan mij, ik moet haast nog meer nablijven als Harry en normaal heb ik Zwerkbal die me afleid maar ja, Fred, George en ik zijn geschorst! Voor ons hele leven! Die vrouw is niet goed bij haar hoofd... Fred, George en ik zitten dan nu ook in haar lokaal, wegens stinkbommen. Waar ik alleen niet aan had gedacht is dat Fred en George nu dus ook moeten schrijven en dan hebben ze door dat ik al een halfjaar met mijn eigen bloed schrijf. 'Schrijf maar op: Ik mag geen grappen uithalen' zegt ze en zo beginnen we met schrijven, alleen laat ik weer de geen vaak weg, waardoor hij lichter is als de rest. Na heel veel schrijven mogen we weg en kijkt de tweeling me met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Ja' zeg ik onschuldig. 'Waarom zei je niks' fluistert/roept George. 'Wel, ik had met Harry afgesproken om het geheim te houden' zeg ik bedenkelijk. 'Ik ben je vriendje' zegt Fred. 'Je beste vriend' zegt George. 'Ik wou niet dat jullie bezorgt waren. Ik kan ook voor mezelf zorgen' zucht ik. 'Jij brengt jezelf vaker in de problemen als wij' zegt George. 'Geen bewijs van' zeg ik. 'We zijn gewoon bezorgt Audrey. We willen niet dat er iets met jou gebeurt' zegt Fred. 'Waarom is iedereen zo bezorgt over mij! Wees liever bezorgt over Harry of Ron, waarom ik' zeg ik. 'Omdat je mijn vriendin bent' zegt Fred. 'Beste vriendin' zegt George weer waardoor ik met mijn ogen rol. 'Ik verdwijn niet ineens' zeg ik droog. 'Zou zomaar kunnen. Die broer van jou heeft toch geschreven dat ze je vast komen zoeken' zegt Fred. 'Hij zei ook dat hij me ging beschermen' zeg ik. 'Dat is vijftien jaar geleden! Misschien is hij nu ook een dooddoener' zegt George. 'Dat is hij niet' zeg ik boos. 'Hoe weet jij dat nu' vraagt George. 'Moet je echt mijn broer voor me verpesten' vraag ik boos. 'Ik ben je broer' zegt George fel waardoor ik geschrokken achteruit stap. 'George, rustig' zegt Fred kalmerend. 'Ik ga wandelen' mompel ik en ik draai me om en wandel weg. Waarom is alles zo ingewikkeld? Natuurlijk is George mijn broer, ik zie hem toch zo. Beschermend, grappig, de perfecte grote broer. Daar twijfelt hij toch niet aan? Ik ben gewoon nieuwsgierig naar Ryan, hij is een bloedverwant. Niemand vervangt George, hij is mijn beste vriend en mijn broer. 'Alles oké' vraagt Astrid die over me komt zitten. 'Verward' zucht ik. 'Wat is er' vraagt ze. Ik leg Astrid alles uit waardoor ze verbaasd kijk. 'Maar George is de beste grote broer ooit! Waarom twijfelt hij daar aan' vraag ik. 'Jongens zijn ook onzeker' grinnikt Astrid. 'En dan zeggen ze dat meisjes ingewikkeld zijn' zucht ik. 'George denkt gewoon dat als je Ryan vindt, hij misschien zijn plek krijgt' zegt Astrid. 'Maar George is onvervangbaar! Hij was er altijd, Ryan is een herinnering' zeg ik. 'Waarom zeg je dat tegen mij? En niet tegen hem' vraagt Astrid en dan loopt ze weg en ik begin ik ook door de gangen te lopen. Ik zie Fred en George staan en spring op de rug van één van de twee. 'Audrey' zucht de stem onder me, George. 'Ik steel hem' zeg ik en ik sleur George aan zijn voet mee door de gangen. 'Wat' vraagt hij. 'Niemand vervangt jou' zeg ik en ik geef hem een knuffel. 'Wat' vraagt hij nog eens. 'Natuurlijk ben je mijn grote broer! Al is het wel raar dat mijn grote broer en mijn vriendje hetzelfde uiterlijk hebben... Maar je blijft mijn grote broer! Zelfs als ik Ryan vind vervangt hij jou niet. Als ik Ryan vind want volgens mij moet ik daarvoor naar een grote groep dooddoener en daar heb ik eigenlijk totaal geen zin in' ratel ik waardoor George lacht. 'Het spijt me' zegt hij. 'Het is oké, ik moet ook niet heel de tijd zo lopen zeuren over Ryan' zeg ik. 'Alles oké' vraagt hij en hij steekt zijn vuist uit. 'Alles oké' zeg ik en ik duw mijn vuist tegen de zijne en dan word ik over zijn schouder gegooid en rent hij lachend door de gangen. 'George' gil ik lachend terwijl hij blijft lopen en dan stopt. 'Mister Weasley, kan u u vriendin neer zetten' vraagt een ijzige stem. 'Eigenlijk ben ik zijn zus' zeg ik terwijl George me neerzet en professor Umbridge grote ogen opzet. 'Ik ben samen met Fred' zeg ik droog. 'En ik ben George' vult George aan. 'Maar dat is toch een tweeling' vraagt ze in de war. 'Dus' vraag ik. 'Dus als hij je broer is, dan is de andere ook je broer' zegt ze waardoor ik grijns. 'Ach ja' zeg ik en ik trek George mee die begint te lachen. 'Dat was geniaal' lacht hij. 'Die vrouw gaat nooit meer normaal kunnen kijken als ik Fred kus' grinnik en ik loop terug de leerlingenkamer in. 'Alles oké' vraagt Fred als ik naast hem ga zitten en ik knik. De rest van de dag is eigenlijk gevuld met leren, net als de rest van de week. 

Don't let goWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu