6-derde jaar

1.1K 50 1
                                    

Ons derde jaar is begonnen. Ron komt dus ook naar school en Percy is klassenoudste. 'Jullie drie maken het Percy niet te moeilijk als klassenoudste, niet zoals bij Charlie' zegt ze beschuldigend. 'Mam, we hebben het Charlie niet zo moeilijk gemaakt' zegt Fred. 'Hoeveel punten hebben jullie Griffoendor gekost' zeg Percy. 'We zijn gestopt met tellen na november' zeg ik. 'Maar we hebben er ook veel bij gekregen' zegt George. 'Vooral Audrey, die meid is slim' zegt Fred. 'Weet ik' grijns ik. 'Een een ego heeft ze ook' zegt George. 'Oké, kom, snel, snel, anders missen jullie de trein nog' zegt Molly en we rennen over het perron. 'Oké, Percy jij eerst' zegt ze als we voor de muur staan en Percy rent door de muur. 'Fred, nu jij' zegt ze. 'Hij is niet Fred, dat ben ik' zegt George verbaasd. 'Eerlijk vrouw, en dan noem jij jezelf onze moeder' zegt Fred hoofdschuddend. 'Oh, sorry George' zegt Molly. 'Ik was maar aan het lachen. Ik ben Fred' zegt Fred en hij rent de muur door gevolgd door George. 'Excuseer me' roept een jongen die naar Molly stapt. 'Kunt u me zeggen hoe u..u' stotter hij. 'Bij het perron komt' maak ik zijn zin af, de jongen komt me vaag bekend voor. 'Audrey, manieren' zegt Molly bestraffend. 'Geen zorgen lieverd, het is ook Ron zijn eerste keer' zegt ze. 'Alles wat je moet doen is gewoon recht naar de muur rennen' zegt ze. 'Succes' zegt Ginny. 'Ik zou ook geloven wat een vreemde vrouw me zegt' zeg ik en dan ren ik zelf door de muur. Ik dump mijn spullen en zoek dan de coupés af naar de tweeling. 'Waar bleef je' vraagt George als ik in de coupé kom. 'Er was een jongen die niet wist hoe hij er moest komen' zeg ik en ik plof naast het raam. 'Hoe was jullie vakantie' vraagt Leo die naast me komt zitten. 'Oké' zeggen we alle drie tegelijk. 'Heb je gehoord dat we een nieuwe leerkracht verweer tegen de zwarte kunsten hebben' zegt hij. 'We hebben elk jaar een nieuwe leerkracht' zegt George. 'Ene Krinkel, blijkbaar stottert hij' zegt Leo.  'Dit wordt dan toch leuk' grijns ik. 'Erger als vorig jaar kan niet' zegt Fred. 'Hoe vaak heeft die man me wel niet bijna tegen de muur gegooid' zucht ik. 'Ja, hij wou ons zelfs straf laten schrijven toen we tegen Zwadderich zwerkbal moesten spelen en een team zonder jager en drijvers, is geen team' zegt George. 'Welke lessen hebben jullie gepakt' vraagt Leo. 'Verzorging van Fabeldieren en waarzeggerij' zegt de tweeling. 'Alles' zeg ik. 'Alles' zegt Leo verbaasd. 'Ja, niet zo verbaasd, meneertje' zeg ik. 'Ik heb verzorging van Fabeldieren en dreuzelkunde' zegt hij. 'Oh, ik zit dus bij leer der oude runnen en voorspellend rekenen alleen' zucht ik. 'Ja, waarom kies je ook die vakken' zegt George. 'Ze lijken me heel interessant' zeg ik. 'nerd' kucht de tweeling. 'Zie maar dat jullie jullie vakken wel kunnen' grijns ik. 'Komt jullie broertje niet dit jaar naar school' vraagt Leo. 'Ja, Ronald' lach ik. 'Hij haat het als je hem zo noemt. Iedereen twijfelt of hij wel in Griffoendor komt' zegt Fred. 'Ik geloof dat hij bij ons komt' zeg ik. 'Hij lijkt me anders ook wel wat voor Huffelpuf' lacht George. 'George' zeg ik grijnzend. Na een treinrit zijn we er eindelijk. 'Eerste keer dat we de seremonie mee volgen' lacht George. 'Hopelijk zijn we dit jaar op tijd' zeg ik. 'Waarschijnlijk niet, jullie kennende. Hoe kan het zelfs dat jullie er vorig jaar niet bij waren' zegt Leo. 'Die stomme kar stopte ineens' mok ik. 'En nu de echte reden' lacht Leo. 'We hebben geprobeerd de kar achteruit te duwen' zegt George. 'Het is gelukt' zegt Fred. 'Maar toen wou hij niet meer vooruit' zeg ik en we stappen van de trein. 'Hallo Hagrid' roep ik nog voor ik de andere kant op ga. We stappen op de kar met vier en Angelina komt er ook bij, ik deel met haar de slaapzaal, ze is het enige andere meisje van mijn leeftijd in Griffoendor. We rijden naar het kasteel en vlak voor we de zaal in willen lopen komen we Vilder tegen. 'Dit jaar ga ik jullie betrappen' zegt hij. 'Beste Vilder, waarmee dan? Wij doen toch nooit iets fout' grijns ik. 'Ik hou jullie in de gaten' zegt hij en dan lopen we de zaal in en gaan zitten. 'Wedden dat Ron zichzelf in de ziekenzaal krijgt' grijns ik naar Fred. 'Deal' zegt hij en we schudden elkaars hand. 'Wedden dat Audrey zichzelf in de ziekenzaal krijg' vraagt Fred aan George. 'Deal' zegt George en ook zij schudden elkaars hand. 'Audrey komt elk jaar in de ziekenzaal' zegt Leo. 'Niet mijn schuld' zeg ik verbaasd. 'Vorig jaar was niet jou schuld' zegt de tweeling. 'Stomme Zwadderich met hun ik gooi Audrey van haar bezem' mompel ik. 'Daar zijn de eerste jaars' zegt Leo en iedereen wordt stil. 'Ron Weasley' zegt professor Anderling. Ron wandelt nerveus naar voor en gaat zitten, als hij de hoed op krijgt schrikt hij waardoor ik grinnik. 'Griffoendor' roept de hoed en George, Fred en ik beginnen heel luid te klappen. 'Harry Potter' zegt ze dan waardoor echt iedereen stil is. 'Dat is de jongen die niet wist hoe hij op het perron moest komen' fluister ik. 'Heb jij gelachen met Harry Potter' vraagt Fred. 'Jup' zeg ik droog. 'Griffoendor' roept de hoed na een tijdje. 'Wij hebben Potter' roept George. Ik lach en klap luid mee met mijn tafel. Ik kijk naar Harry Potter, hij komt me echt bekend voor, die ogen, van waar ken ik die ogen?

'Audrey' lacht een vrouw met ros haar die me oppakt. Ik lach en grijp met mijn handen naar heer gezicht. 'Kleine Audrey toch. Hoe kan je nu Harry inkleuren' lacht ze terwijl ze door mijn haar aait. 'Tante Lily' lach ik terwijl ik mijn kleine armpjes over elkaar doe. 'Hij voed je ook op zoals hij is hé. Later ga je nog veel in de problemen komen, kleine meid' glimlacht ze. Ik giechel zachtjes en kijk haar onschuldig aan. 'Ik zal je papa wel op zijn donder geven, samen met nonkel James' zegt ze. 'Ikke kijken' roep ik. 'Jij mag op Harry letten' zegt ze. 'Ikke altijd op Harry letten' zeg ik. 'Beloofd' vraagt tante Lily en ze steekt haar pink uit. 'Beloofd' zeg ik en ik haak mijn kleine pink in de hare. 

'Audrey' roept Leo in mijn oor waardoor ik opschrik. 'Waar zat je met je gedachten' vraagt George grijnzend. 'Nergens, gewoon wat aan het dromen' zeg ik en ik schep ook op. 'We mogen niet op de derde verdieping komen' zegt Fred. 'We gaan dus naar de derde verdieping' zeg ik. Die avond kan ik nergens aan denken behalve het visioen. Ik kende de ouders van Harry, ik noemde ze tante Lily en nonkel James. Wie zijn mijn ouders?

Don't let goWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu