Hoofdstuk 7

612 14 13
                                    

De bus hobbelende al de hele weg. Alsof we op een weg met keien reden. Ik draaide me om en staarde in het gezicht van Emma. ‘Dus je had gelijk. Hij is de Harry van One Direction’: riep Emma ongelovig. Ik legde mijn vinger op mijn lip en mimede shhh. Ik knikte langzaam om haar vraag te bevestigen en keek glazig door het busraam naar buiten. Ze klakte bewonderend met haar tong. ‘We…’: ik slikte even. Moest ik dit wel vertellen. Na gisteravond was ik er niet eens meer zo zeker van of die zoen niet een of ander verzinsel was. Gewoon een illusie, iets onwerklijks. Emma keek met vragend aan. Ze hing zowat aan mijn lippen. ‘We hebben gezoend’ Ik pulkte aan de losse draadjes onderaan mijn jas. Emma begon hysterisch met haar handen in de lucht te zwaaiend. Ik beet op mijn lip. ‘Maar hij trok zich terug, alsof hij zich opeens iets realiseerde’ Emma werd meteen weer kalm. ‘Hij zoende jouw?’: vroeg Emma voor de duidelijkheid. Ik haalde het moment dat ik de laatste twaalf uur niet uit mijn gedachten kon verdwijnen weer voor mijn netvlies en knikte instemmend. Hij was immers degene die zich voorover had gebogen en zijn lippen zacht op de mijne had gedrukt. Teder en met een vleugje vanille. ‘Ik zeg het je, er is iets’: verzuchtte ik. Ik keek de bus rond en zag een paar bankjes een oude vrouw schichtige blikken op ons werpen. Onze blikken kruisten en ik ontweek snel haar blik. Emma raakte mijn pols even aan. ‘Elena luister, misschien moet je hem wat tijd geven’ Ik zuchtte. Misschien had Emma wel gelijk. Misschien was Harry nog niet helemaal klaar voor een ons. ‘Er komt een dag dat hij zijn liefde voor jou zal uitten’ Ik zuchtte en voelde me warm van binnen te worden. ‘Is hier iemand soms verliefd?’: vroeg Emma plagerig en ze gaf me een por in mijn zij. Toen stopte de bus. Een goed excuus voor mij om snel op te staan en niet te antwoorden. Ik wist het antwoord zelf niet eens. Natuurlijk was Harry aantrekkelijk, lief. Hij had alles. Maar toch was er iets. Dat voelde ik. Toen Emma ook opstond en naar me toe liep nam ze niet eens de moeite het nog eens te vragen, naar grote opluchting. We stapten met een grote groep mensen de bus uit en liepen verder over de stoep. De bus reed achter ons met een hels kabaal weg. Ik was vanuit Emma’s huis met de bus naar de stad gereden. We waren we toe aan een middagje shoppen. Iets wat ik erg had gemist door de ruzie van ruim een week.

Bij de Zara, Mijn favoriete kledingwinkel, was het gelukkig rustig. Met Emma naast me liep ik door de grote klapdeuren naar binnen. Binnen rook het naar nieuwe kleren en mint. Sacha, mijn favoriete verkoopster die me altijd goed kledingadvies gaf, kwam stralend op ons aflopen. ‘Elena, Emma’: zei ze opgewekt. Ze glimlachte. ‘Fijn dat jullie er zijn ik heb jullie lang niet gezien’ Emma en ik keken elkaar even aan. ‘In ieder geval, we hebben de nieuwe collectie binnen gekregen’ Sacha liep op een kledingrek met shirts af. Emma en ik liepen haar achter na. ‘Kijk gerust maar even rond. Vraag het maar als jullie nog iets nodig hebben’ Ze knikte even en liep toen naar de kassa waar ze verder ging met de boekhouding. Emma en ik begonnen de kledingrekken af e zoeker naar iets leuks. ‘Hoe gaat het thuis’: begon Emma. Ik zuchtte en wou haar net vertelen dat alles goed ging totdat ik me realiseerde dat dat helmaal niet klopte. Mijn ouders deden immers anders de laatste tijd. Ik haalde mijn schouders op. ‘Het lijkt wel alsof mijn ouders een geheim voor me hebben’ Emma die een zwart rokje omhoog hield liet haar hand zakken. ‘Laatst waren ze aan het fluisteren en toen ik binnen kwam hadden ze zo’n schuldige blik over hun gezicht’ ‘Wat zeiden ze precies’: vroeg Emma met een bezorgde blik in haar ogen. Ik probeerde het pijnlijke moment terug te halen. ‘Mijn vader vond dat ze me iets moesten vertellen, maar mijn moeder zei dat ze moesten wachten op het goede moment’ Emma sloeg haar hand voor haar mond. ‘Denk je dat het iets ergs is?’Ik haalde mijn schouders op. ‘Misschien is het wel niet zo erg’: opperde Emma en ze sloeg haar arm om me heen. Ik wou haar meer dan graag geloven, niets liever dan dat. En misschien moest ik dat ook gewoon doen. ‘Don’t worry be happy’: zong Emma op een zwierige toon. Ik lachte smalend en zong met haar mee. Het eindresultaat was een enorme lachbui waarna we de winkel maar uit gingen. ‘Bedankt’: zei ik tegen Emma terwijl we over de stoep liepen. ‘Waarvoor?’: vroeg Emma. Ik probeerde onder het lopen niet op de strepen tussen de tegels te lopen. ‘Dat je mijn vriendin bent. Dat je me opvrolijkt wanner ik verdrietig ben’: vertelde ik haar. ‘We zijn niet voor niks vriendinnen’: zei Emma en ze haakte mijn arm in de hare. Arm in arm liepen we verder. Nadat we in London’s leukste kledingwinkels waren geweest (en dat waren er veel) liepen we in de richting van het dichtstbijzijnde bushalte. ‘Ik vind het een geslaagde dag’: zei Emma. ‘Ik ook’: zei ik terwijl ik mijn hoofd uit stak om te kijken of de bus er al aan kwam. Na nog geen twee minuten kwam een bus aan rijden. De oude buschauffeur achter het stuur staarde chagrijnig voor zich uit. Emma stapte als eerste de bus in. ‘Één kaartje graag’ De man overhandigde haar een kaartje waarna ze opzei schoof zodat ik een kaartje kon kopen. ‘Één kaartje graag’: zei ook ik. ‘Dat wordt dan 2 pond’: hoorde ik de stem van de man terwijl ik mijn portemonnee pakte. Terwijl ik naar mijn geld zocht hoorde ik de man geïrriteerd met zijn vingers trommelen. Toen ik mijn portemonnee opende zag ik tot mijn grote schrik dat ik alleen een briefje van vijftig in mijn portemonnee had zitten. Daar had hij natuurlijk niet van terug. ‘Emma, heb jij nog kleingeld?’: vroeg ik mijn vriendin die gelijk haar portemonnee tevoorschijn haalde. Na een korte blik erin te werpen schudde ze haar hoofd. Ik keek de chauffeur vragend aan. ‘Geen geld geen ritje’ ‘Dan ga ik ook niet’: zei Emma terwijl ze richting de uitgang van de deuren liep. ‘Nee, blijf jij maar ik loop wel’ Emma schronk me een blik waarmee ze wilde zeggen, weet je het zeker?Ik knikte en gaf haar een knuffel. ‘Ik spreek je nog’: was het laatste wat ik zei voordat de bus deuren sloten en de bus met een rommelend geluid weg reed. Een paar mensen keken me door het raam boos aan. Ik negeerde ze en draaide me om. Dat werd dus lopen.

Het was nog zo erg nog niet om te lopen. Afgezien van de afstand natuurlijk was het best verfrissend. Het koele juni briesje waaide door de straten van London. Ik kneep mijn ogen dicht tegen de felle zon en dacht eerst dat het een verbeelding was maar toen ik een paar maal met mijn ogen had geknipperd was hij daar nog steeds. ‘Harry!’ Ik zwaaide enthousiast naar de overkant van de straat waar Harry abrupt stil stond. Hij droeg een donkere jeans met bloes erboven. Een donker blauwe muts bedekte zijn bruine krullen. Hij keek verschrikt op (waarschijnlijk omdat hij dacht dat ik een fan was). Maar toen hij mij zag veranderde zijn blik niet. Zonder uit te kijken stak ik de straat over, waarbij ik bijna aangereden werd door een brommer. De bestuurde riep me na, maar ik schonk hem geen aandacht. ‘Elena!’: zei Harry toen ik veilig tegenover hem stond. Ik probeerde te glimlachen. ‘Wat doe jij hier?’Hij keek een beetje schichtig om zich geen. ‘Ik ben wezen shoppen met mijn vriendin’ ‘Leuk’: zei Harry. Hij frunnikte aan de bos sleutels in zijn hand. ‘Even over gisteren’: begon ik. Een brok ontstond in mijn keel. Ik slikte. ‘Die zoen?’: zei Harry ter bevestiging. Hij praatte zachter, op fluistertoon bijna. ‘Dat betekende niks’ Het voelde of mijn hart in duizenden kleine stukjes brak. Hoe kon Harry dat nou zeggen?‘Omg, dat is Harry Styles’: hoorde ik toen iemand aan de overkant van de straat schreeuwen. ‘We moeten gaan’: beval Harry. Hij pakte mijn arm vast en trok me mee. Zijn looppas veranderde in een ren tempo. Bij een smal steegje sloeg hij af. Pas toen we aan het eind van de steeg waren stopte hij. Harry hijgde nog wat na. ‘Ik hou van mijn fans maar soms…’ Hij keek me aan een stopte. Opeens was ik me er van bewust dat onze gezichten nog maar een paar centimeter van elkaar afstonden. Een paar seconden gingen verder. Ik bewoog me naar voren om hem te zoenen, maar Harry trok zich net voordat mijn lippen de zijne raakten terug. Hij ging met zijn hand door zijn haar en staarde naar de grond. ‘Wat is er toch?’: bracht ik hulpeloos uit. ‘Gisteren zoende je me nog en nu…’ Ik zuchtte. ‘Ik hou van je’: zei ik zacht. Het klonk oprecht maar toch kwetsbaar. Harry trok een moeilijk gezicht. ‘Ik kan het niet’: zei hij een tikkeltje geïrriteerd. Ik slikte. ‘Geef me dan één reden waarom je niet van mij kan houden’ Harry zuchtte. ‘Omdat ik je broer ben’

No more lying {Harry Styles}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu