18

162 6 0
                                    

Ik word wakker van het felle licht dat de kamer in schijnt. Ik doe mijn ogen open en gooi mijn benen over de bedrand. Au, dat doet pijn.

Voorzichtig sta ik op terwijl ik me vasthoud aan de muur. Ik leun tegen de muur en staar naar mijn armbandje. Hierdoor is het allemaal begonnen.

Mijn hoofd bonkt. Ik duw me van de muur af en wil naar de badkamer lopen. Halverwege val ik bijna op de grond, maar ik word opgevangen door een arm.

Ik kijk omhoog en zie Jayden staan. Lilly en Milo staan in de deuropening. Ik voel me schuldig tegenover hen. "Wat heb je gedaan?" vraagt Milo. Ik kijk hem expres niet aan. "Sorry" zeg ik alleen maar.

"Zeg je nou sorry omdat het niet goed met je gaat" zegt Lilly met een glimlach. "Ik denk het" zeg ik. Ze loopt naar me toe en geeft me een knuffel. "Dat hoeft niet hoor" zegt ze. "Ja, we willen je helpen, maar dan moet je ons wel toelaten" zegt Milo. "Ik weet het. Sorry" zeg ik nogmaals.

Milo komt naar me toe. "Je hoeft geen sorry te zeggen" hij neemt me van Jayden over en begeleid me naar de badkamer. Ik kijk hem dankbaar aan. Daarna loopt hij de badkamer uit en ik ga naar de wc.

Ik loop voorzichtig de badkamer uit. Elke stap doet pijn. "Gaat het?" vraagt Jayden. Ik knik. "Je hoeft je niet groot te houden voor ons" zegt hij daarna. Milo en Lilly knikken. "Sorry" zeg ik weer. "Waarom zeg je steeds sorry?" vraagt Lilly. Ik haal mijn schouders op. "Ik weet niet. Het voelt gewoon alsof dit alles mijn schuld is" zeg ik.

Jayden trekt me op zijn schoot. Ik kijk hem niet aan. Hij tilt mijn hoofd op zodat ik hem wel móét aankijken. "Dit is niet jouw schuld. Ik beloof je dat het goed komt en dat we gaan winnen."

Ik kijk hem aan. "Dat kan je helemaal niet beloven, want het Duister is sterk" zeg ik zwakjes. "Wij zijn ook sterk. Sterker dan zij. Ik weet dat wij gaan winnen" brengt hij er tegenin. Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd.

Niet veel later hoor ik een stem die ik op dit moment wel als laatste wil horen. Op elk moment eigenlijk. Sander.

"Dus jullie horen er ook bij" concludeert hij. Duidend op Lilly, Milo en Jayden. Hij steekt zijn hand uit om zich voor te stellen. Ik sla zijn hand weg. "Ga weg Sander" ik kijk hem boos aan.

Hij gaat op een stoel zitten. "Ik denk dat ik nog even blijf. Het is wel gezellig hier" zegt hij nonchalant wat me nog bozer maakt.

Ik loop op hem af en ga voor hem staan. "Je hebt het recht niet om hier te komen" kaats ik naar hem. Ik heb de neiging om hem te slaan. Milo trekt me naar achter voor ik iets kan doen. "Laat mij maar" zegt hij.

Hij loopt naar Sander en trekt de stoel weg zodat Sander op de grond valt. Lilly barst in lachen uit. "En nu weg wezen" zegt Milo. Sander staat op. "En wat nou als ik blijf" hij legt zijn armen over elkaar en blijft relaxed staan.

Jayden loopt naar hem toe en geeft hem een stomp in zijn maag. Sander klapt dubbel en kermt van de pijn. Lilly staat ook op en duwt Sander zonder pardon de kamer uit. Sander heeft teveel pijn om er iets tegen te doen.

Lilly draait zich lachend om en klapt in haar handen. "Opgeruimd staat netjes" zegt ze lachend. We lachen allemaal met haar mee.

Als ik in bed lig en Lilly, Jayden en Milo weg zijn hoor ik Joy praten. *Jullie moeten morgen naar Mermadia gaan* zegt ze. *Is goed* is mijn antwoord. Ik hoef niet te weten waarvoor. Van Wendy moet ik hier nog een week blijven, maar dat kan dus niet. Ik pak mijn telefoon en app in de groep.

Diana: we moeten morgen naar Mermadia.
Milo: maar je mag nog niet weg.
Diana: ik weet het. Dus we moeten iets doen.
Jayden: we zijn rond half 11 in het ziekenhuis.
Lilly: is goed.

Ik leg mijn telefoon weg en staat naar het plafond. Hoe moet ik nou weer ongezien dit ziekenhuis uitkomen? En wat is er in Mermadia? Ik draai me om en val in slaap.

This Is Us (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu