Ik word wakker van Lilly. "Diana, wakker worden" zegt ze zacht.
Ik open mijn ogen en kijk naar haar. Ze heeft wallen onder haar ogen en haar lippen zien er droog en gebarsten uit.
Ik kom overeind en pak haar hand. Samen zwemmen we naar buiten. Daar staat iedereen op het plein voor de boom. Zodra Lilly en ik naar buiten komen zijn alle blikken op ons gericht.
Ik sla mijn ogen neer. Ik hoef iedereen niet zien staren. Ik weet al dat het mijn schuld is zonder alle beschuldigende blikken. Het enige wat ik wil is gewoon naar huis en dit alles vergeten. Het duurt nog maar 3 dagen, maar ik ben er nu al kapot van.
We lopen naar voren zodat we het goed kunnen zien. De koningin staat voor de boom en ze word vastgebonden door 3 personen die ik maar al te goed ken. Sander, het monster en R.
"Waarom doet niemand iets?" fluister ik naar Lilly. Ze haalt haar schouders op. De koningin kijkt angstig. We kunnen ze niet laten winnen.
Ik schiet 3 harde waterstralen recht in hun buik. Ze struikelen een stuk naar achter en grijpen hoestend naar hun buik. Ik zwem naar de koningin toe en maak haar los. Voordat ik het doorheb steekt Sander een mes in m'n schouder. Ik slaak een gil en val op de grond. Daar blijf ik hijgend liggen.
Ik zie vanuit mijn ooghoek hoe de koningin wegzwemt. Ik sta op en kijk Sander met een grijns aan terwijl ik het mes langzaam uit mijn schouder trek. Het doet immens veel pijn, maar ik probeer het niet te laten merken. Sander kijkt me argwanend aan.
Snel gooi ik het mes door Sander's staart. Hij glijd onderuit en valt op de grond. Ik ga bovenop hem zitten terwijl het bloed uit mijn schouder drupt.
Ik geef hem een klap op z'n hoofd. Veel te snel draait Sander ons om zodat hij nu boven ligt. Hij pint mijn handen boven mijn hoofd en kijkt me met een gemene grijns aan.
Ik draai mijn hoofd en zie dat Lilly, Jayden en Daan het opnemen tegen R en het monster.
Waar is de rest? En waarom helpen de inwoners van Mermadia ons niet? Ze zijn niet blijven kijken, maar ze zijn allemaal gillend weggerend.
Ik ontwijk op het nippertje Sander's vuist en hij beland keihard tegen de stenen grond aan. "Fuck" zegt Sander. Doordat hij afgeleid is stuur ik nog een straal en hij valt van me af.
Ik sta op en gris het touw van de grond waarmee ze de koningin wilden vastmaken. Ik draai Sander's arm op zijn rug en hoor het kraken. Mijn schouder klopt hevig en het kost veel moeite om niet op de grond in elkaar te zakken.
Ik maak het touw strak vast om Sander's polsen en overhandig hem met een glimlach aan een van onze beveiligers.
Ik kijk naar links en zie dat het Lilly, Jayden en Daan ook gelukt is om R en het monster uit te schakelen. De bewakers voeren ze af naar onze cellen. Niet ondergronds en met veel meer kleur, maar alsnog even gruwelijk. Ik loop naar ze toe.
"Waar is de rest?" vraag ik aan niemand in het bijzonder. "Ze zijn met de koningin aan het overleggen of ze de diamantjes wel of niet moeten halen" vertelt Daan. Ik knik begrijpend.
Daarna pak ik Lilly's hand en trek haar mee. Ik heb even tijd met een vriendin nodig. We gaan op een rustig plekje zitten.
"Wat is er allemaal gebeurd in het Duister?" vraagt ze. Ik sla mijn ogen neer en er loopt een traan over mijn wang. Ik wil er niet meer aan denken. Ik wil het gewoon vergeten. Ik veeg de traan snel weg. "Ik snap het als je er nog niet klaar voor bent" zegt ze. Ik glimlach dankbaar naar haar.
"En, wat vind je van Daan?" vraag ik aan Lilly om de sfeer wat luchtiger te maken. Ze bloost en kijkt naar de grond. Ik lach.
"Je vind hem leuk hè" lach ik. "Echt niet!" brengt Lilly lachend tegen me in. "Hij kan niet boven water leven" herinner ik haar. Het lijkt of ze ergens over nadenkt.
Uiteindelijk zegt ze: "kan hij wel." Ik kijk haar met open mond aan. Ze kijkt van me weg. "Hoe?" vraag ik. Ze steekt de arm met het armbandje uit. "Hij heeft er ook een" zegt ze. "Wow" breng ik ademloos uit.
"Lilly, je vind hem leuk" zeg ik weer met een glimlach. Ze kijkt me aan en knikt langzaam. Gelijk daarna komt er een lach op haar gezicht. "Ik wist het!" lach ik.
"Wat wist je?" horen we opeens de stem van Daan. "Dat vissen kunnen zwemmen" zeg ik snel. Wat? Natuurlijk kunnen vissen zwemmen idioot. Lilly barst gelijk in lachen uit. Ik lach met haar mee. Daan kijkt ons niet begrijpend aan.
"Ik laat jullie wel even alleen" zeg ik als ik uitgelachen ben.
Als ik op sta stuurt Lilly me een boos gezicht. Ik blaas een kushandje naar haar en zwem dan weg.
JE LEEST
This Is Us (Voltooid)
FantasyDiana is een heel normaal meisje met een heel normaal leven. Maar wat als plotseling alles veranderd...