Zuchtend leg ik mijn telefoon weer op Wim's nachtkastje, ik haat dat ik nu hier lig, hier lig in zijn armen, ik haat hem. Ik haat Jackson en ik haat Rachel en ik haat Nathan.
Leugenaar, fluisteren mijn gedachten, vette leugenaar, ik haat ze niet, nou ja, Rachel haat ik wel. Heel erg, en ik weet dat ik haar niet mag verwijten dat ze Jackson van me heeft afgepakt. Hij was nooit van mij, en zal ook nooit van mij zijn. Wim beweegt in zijn slaap en verslapt zijn greep om mijn middel eventjes. Ik voel me vies, al helemaal nadat ik dat berichtje van Nathan heb ontvangen. Het is echt een ongelofelijke lul.
Een hele grote lul.
Wim ruikt raar, naar zweet, wiet en nog iets, iets waar ik nu even niet opkan komen. Ik walg van mezelf, ik wriemel uit Wim's grip en kleed me zachtjes huilend aan, dan pak ik mijn telefoon van het nachtkastje af en deblokkeer Nathan. Snel stuur ik hem een berichtje.
-Mckenzy
Sorry
-Nathan
Wat wil je van me?
-Mckenzy
Ik wil afleiding, kun je dat voor me regelen?
Nathan is aan het typen...
-Nathan
Wat had je in gedachten dan?
-Mckenzy
Dat mag je zelf bedenken, je hebt vast een grote fantasie. ; )
-Nathan
Ik kom je ophalen, wacht je buiten op me?
Het flirten, de seks, de sigaretten, allemaal een vorm van afleiding. Als ik niet met suicidiale gedachten wil rondlopen, heb ik dit soort afleiding nodig. En daar schaam ik me kapot voor, hartstikke kapot voor.
Ik weet ook niet wat me meer zeer doet, de depressie of de dingen die ik doe om daar niet aan te denken. Ik loop de trap af en doe dan de voordeur achter me dicht. Nathan staat op de stoep, leunend tegen mijn auto, ik herken zijn fiets, een lelijk verroest ding waarvan de ketting elk moment kan losgaan.
"Hoi," zeg ik een beetje buiten adem, hij staat daar, in zijn pyjamabroek, die geruit is, en met een vette grijns op zijn gezicht. "Hoi," hij doet niet de moeite om zachtjes te praten of de jubelstemming te verbergen. Zijn grijns is zo breed, dat ik uiteindelijk ook ga grijnzen.
"Je bent een klootzak, Nathan." Zijn grijns wordt nog breder, als dat al mogelijk is. "Weet ik, goed he?"
"Och hou je kop dicht en neem me mee naar je huis."
"Zo, gewillig zijn we?" "Nee, koud," klaag ik, terwijl ik weer lieg.
"Spring maar achterop bij mij, dan gaan we samen weg, en ik weet nog niet waarnaartoe maar ik weet wel de weg naar mijn huis." Zachtjes giechelend omhels ik zijn middel stevig terwijl ik achterop de fiets ga zitten.
Het ding zwikt aan alle kanten en ik ben beschaamd om te vertellen dat ik misschien een kreetje heb geslagen omdat ik dacht dat we zouden vallen.
Ugh, doodsangsten. Wie heeft ze niet. Hij stopt voor zijn huis en laat me afstappen. Ik volg hem naar binnen, de sterke, smerige geur van alcohol hangt in de lucht, de geur is zo sterk dat het lijkt alsof er een massieve wolk in de kamer zweeft. Gadver.
Ik volg Nathan de trap op en hij grijnst weer, maar hij lijkt nu toch wel wat zenuwachtiger. Het is een schoolavond, en het is al half twee of zoiets, iets in die richting in elk geval.
JE LEEST
Mr. Arrogant & Mvr. Diva
ChickLit"Ik weet dat het raar is om haar zo in de gaten te houden, maar er is iets, iets aan haar waardoor ik niet direct kan wegkijken." Nathan, een excentriekeling, beetje een player, (vervang dat 'beetje' maar door een behoorlijke player) is net verhuis...