Hoofdstuk 12

56 1 0
                                    

Ik stap het huis in, mijn vader ligt op de bank, in slaap. De alcohol dampen ruik je vanaf hier. Ik sluip langs hem heen naar mijn kamer, ik draai de deur op slot en kleed me dan om. Ik hang mijn telefoon aan de oplader, dan ga ik aan mijn huiswerk uit pure verveling en als dat klaar is, waag ik het om naar buiten te stappen om naar de badkamer te gaan. Ik neem een snelle douche en kleed me dan vlug weer aan.

Ik loop naar beneden, maak voor mijn vader avondeten en loop dan weer naar boven. Mijn telefoon gaat.

"Hallo?" "Hi schat, het is Wim." Zucht. "Oh hallo." "Zeg kensje, ik vroeg me af of je vrij was vanavond, mijn ouders zijn niet thuis en Jackson is bij z'n vriendin, dus we hebben het rijk voor ons alleen... wat dacht je ervan?"

"J-" dan denk ik aan Nathan's woorden. Ik wil aanbeden worden, ik wil dat een jongen vereerd is met mij naar bed te mogen, en ik weet dat ik dat niet kan vinden bij Wim. Ik weet ook dat ik dat waarschijnlijk nooit zal vinden, zeker niet met mijn reputatie.

"Ja. Ik kom eraan, geef me twintig minuten." Ik moet Nathan uit mijn gedachten zien te krijgen, die griezel spookt door mijn hoofd en dat vind ik maar niks. Hij moet zich met zijn eigen zaken bemoeien, en zijn zaken hebben niks met de mijne te maken.

Ik pak mijn tas, klim het raam uit en rijdt dan naar Wims huis. Zijn huis is in dezelfde straat van Nathan, alleen woont Nathan in een krot op de hoek, en Wim in het midden, in een villa.

Ik druk op de bel. Hij doet open en voor ik de kans heb om hoi of iets anders te zeggen, drukt hij zijn droge lippen op de mijne, ruw en kneuzend. Normaal kan hij nog wel eens teder zijn, maar dit is niet zo'n avond. Vanavond is het pure lust.

Ik kreun op de juiste momenten, gun hem z'n pleziertje, maar ik walg, wálg van zijn handen op mijn huid. Ik heb zin om alle plekken waar hij me ooit heeft aangeraakt, onder te dompelen in dikke bleek. Alles om maar van zijn aanraking af te komen.

Als hij klaar is, laat hij zich met zijn volle gewicht op me zakken, en kust me dan nog eens. Ik heb zin om te kotsen.
"Het was leuk, ik zie je wel weer." Gelukkig hoef ik de nacht niet te spenderen. Dan had ik een moord gepleegd. De moord van wie weet ik niet.

Ik kleed me geruisloos weer aan en klim dan het raam uit, hij is al te ver heen om zich nog ergens anders om te bekommeren.

Als ik land, en een blik op de overkant van de straat werp, zie ik dat het licht in Rachels kamer aan is. Haar raam staat ook open. Dan zie ik twee silhouetten. Rachel, en Jackson. Hij doet een plotse stap naar haar toe en tilt haar dan op, om haar vervolgens te zoenen. De pijn in mijn borstkas valt mee.

Ik weet dat ik nog niet naar huis wil, ik wil eigenlijk Nathan zien, maar ik moet sterk zijn. Ik ga tegen mijn wil in terug naar huis. Ik zie dat de televisie aan is. Hij zit waarschijnlijk in zijn stoel. Mooi zo.

Ik zet een stap de hal in en wil net naar boven lopen als mijn vader uit het niets verschijnt. "Zeg Kensje, waar denk jij naartoe te gaan, vieze slet! Dankzij jou is je moeder dood. Je hebt het enige goede in mijn leven vernietigd." De walm alcohol is sterker, véél sterker dan vanochtend.

"Papa-" hij slaat me, hard. Dan duwt hij me tegen de trap aan, ik voel hoe de marmere punt in mijn rug prikt. Zijn hand is slechts een vage schim, mijn gezicht brand als hij eenmaal stopt. Ik kan het bloed zowel ruiken als proeven. Ik moet mijn best doen om niet over te geven. Ik wil dood. Ik wil uit mijn lijden worden verlost. Ik wil zoveel, maar dat is juist wat me zwak maakt.

Maar fuck it, ik wil ook eens iets. Ik ren naar boven zodra mijn vader terug is gewaggeld naar zijn stoel, en zoek naar mijn telefoon. Dan bel ik Nathan. Hoe ik aan zijn nummer kom, weet ik op dit moment niet meer. Het is pas half elf, niet heel laat.

"Hallo?" Hij klinkt slaperig. Wat schattig. "Nathan?" "Ja, dit is Nathaniël." "Het is Mckenzy." "Oh." Hij klinkt oprecht verbaasd. "Wat is er?" "Kan ik naar je toekomen?" "Je was hier eerder al. In mijn straat, toen had je ook langs kunnen komen." Hij klinkt verbitterd.

"Dat weet ik. Maar ik heb het over nu." "Fuck." Ik hoor hem op de achtergrond nog harder vloeken en zelfs wat mompelen, en dan stemt hij toe.

Ik kleed me normaal aan, in kleding die ik normaal gesproken alleen thuis draag; een spijkerbroek en een sweater, mijn ribben doen zeer en zowel mijn lip als mijn neus gonzen en voelen nat. Mijn hoofd bonst. Ik neem schoolspullen mee en mijn telefoon oplader, ook kleding voor morgen.

Dan ga ik naar zijn huis, ik stap op de fiets, ook al doet alles, maar dan ook echt alles zeer, en rijd naar hem toe.

Ik parkeer mijn fiets bij de lantaarnpaal en wikkel dan een ketting om het vreem van de fiets en de paal. Ik zie het licht in Nathans kamer aangaan en dan verschijnt hij even later in de verder verduisterde gang.

"Je moet wel stil zijn. De rest slaapt." Dan pakt hij mijn schooltas aan en ik volg hem de trap op. Hij zet mijn tas neer en gaat op het bed zitten, ik kom naast hem zitten. "Waarom nu, Mckenzy?" Ik kijk hem aan. Hij ademt hard uit. "Wie- wat... hoe?" "Een paar jongens in een steegje die iets van me wilden." Hij laat zijn vingers over mijn lip gaan, ik krimp ineen als hij over de snee gaat, en dan laat hij zijn blik op mijn neus vallen. "Oh Mckenzy. Ik kan niet eerlijk zijn met jou, als jij dat niet met mij bent. Wie heeft dit gedaan, Kenzie?" Ik schud mijn hoofd, dat kan ik hem niet vertellen.

Want als ik dat doe, dan zal ik het enige familielid wat ik nog heb, kwijtraken.

Mr. Arrogant & Mvr. DivaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu