Nathan is zonder twijfel te goed voor me. Wat hij in mij zo aantrekkelijk vindt, moet ik zelf nog ontdekken, want ik kan het zelf niet benoemen.
Momenteel lig ik in zijn armen, wachtend tot hij zich ontspant, zodat ik weg kan. Maar ik wil niet weg. Ik zou het wel moeten willen. Als ik te lang blijf, vernietig ik deze jongen. Deze prachtige, onschuldige, lieve jongen. Ik zal hem beschadigen, net zolang tot hij niet meer gerepareerd kan worden.
Of ik dit nou met opzet of ongeluk ga doen, ik kan het ons beide garanderen. De gedachte om nu uit deze cocon van totale veiligheid en sereniteit te stappen en er geen terugweg naar te vinden is nog angstaanjagender dan het feit dat ik uiteindelijk weer naar huis en mijn vader onder ogen moet komen.
Ik denk niet dat ik ooit nog in slaap ga vallen. Dit is mijn droom, en ik wil niet wakker worden, waarom wil ik niet wakker worden? Omdat deze pure jongen mij volledig mezelf laat zijn. Wanneer kan ik ooit eens mezelf zijn? Nooit.
Zelfs als ik helemaal alleen ben, ben ik niet mezelf, maar slechts een schim, een kopie van het origineel. Wanneer was ik voor het laatst gelukkig, als in, écht gelukkig? Ik kan het me niet voor de geest halen wat me verontrust en zeer doet.
Hij draait zich, voor zover dat mogelijk is met mijn gewicht op hem, en dan bezorgen zijn volgende woorden me haast een hartaanval. "Neem een foto, daar doe je langer mee," hij opent één oog en de grijns die verborgen is in die blik, is genoeg om me week in de knieën te krijgen, ondanks dat ik horizontaal en verticaal maar ook diagonaal naar Nathan, naast Nathan en op Nathan lig. Sommige mensen lachen met hun mond, de groeven in hun gezicht kunnen daar vaak van getuigen, maar dan heb je de mensen die met hun ogen lachen, die kraaien pootjes in de dunne huid wat de ogen omringd, spreken soms boekdelen. Nathan lacht met beide. Alleen lacht hij met zijn mond voor iedereen, en met zijn ogen voor niemand.
Opeens voel ik me zo nietszeggend klein, dat ik er van schrik door de grote onverwachtheid van het onbekende gevoel wat me zo plots overvalt. "Hé, alles oké?"
"Ik dacht dat je sliep," antwoord ik schaapachtig. Daar is die vernauwing van zijn ooghoeken weer. Zijn irissen die elektrisch geladen lijken te worden en opgelicht te zijn. Hij grijnst en nu worden de mondhoeken van zijn lippen ook omhoog getrokken, alsof de cameraman "actie" brult en de acteurs direct in hun rol vallen.
"Serieus, Mckenzy, wat is er?" "Niets, ik was gewoon nog wakker, dat is alles." "Zal ik op de grond gaan liggen," vraagt hij me, en zijn bezorgdheid voor mijn welzijn is welgemeend en het raakt me diep dat hij al zoveel om me geeft terwijl hij me nauwelijks kent.
Mensen kunnen je verrassen, en ik heb me te lang en te vaak al laten verrassen, en nooit heb ik de verassing leuk gevonden. Nooit. Maar hier, veilig weggestopt als het ware, voor de rest van de wereld, realiseer ik me dat ik haast met smart op zijn volgende motief zit te wachten.
Ik wíl me laten verrassen door Nathan, omdat ik hem vertrouw. Iets wat ik niet vaak doe, maar wel meer zou moeten doen.
Geweldig, ik klink als een therapeut.
Of de gestoorde in een gekkenhuis.Nathan kijkt me bezorgd aan. "Mckenzy, is alles goed?" "Ja," het brok in mijn keel zorgt ervoor dat de woorden moeizaam over mijn lippen de atmosfeer in rollen.
"Weet je het zeker," vraagt hij me nog een keer. "Heel zeker. Nathan het gaat prima." "Doet er iets zeer? Moet ik een pijnstiller voor je halen?" Ik schud mijn hoofd en begraaf mijn gezicht in zijn schouder. "Oké, wat is er?"
Ik begin te lachen. Waarom kan deze jongen altijd recht door me heen zien? Waarom vraagt deze jongen altijd twintig keer hoe het met me gaat terwijl hij weet dat hij nooit het antwoord zal krijgen wat hij wilt horen?
Waarom is Nathan mijn rots in de branding, wat is het dat mij zo op mijn gemak laat voelen in zijn buurt?
"Mckenzy?" "Ik ben gelukkig," fluister ik, zijn armen spannen zich even aan voordat hij een zucht laat ontsnappen. Hij haalt diep adem en begraaft dan zijn gezicht in mijn schouder, hij mompelt iets. "Wat zei je?" "Niets." "Nathan," begin ik op een zeurderig toontje, ik haat mezelf als ik op die toon begin, maar ik kan het niet laten, ik wil weten wat hij zei. Hij zucht nog eens diep, een teken dat hij zich overgeeft en verstevigd zijn grip om mijn middel. "Ik zei, dat ik ook gelukkig ben, maar dat ben ik altijd als ik bij jou in de buurt ben." Mijn hart stopt en trekt pijnlijk samen, ik denk dat ik even niet meer weet hoe ik adem moet halen. Ik ben wel vaak buiten adem als ik bij Nathan in de buurt ben, merkt een stemmetje in mijn achterhoofd op.
Ik weet dat ik dit eigenlijk niet moet doen, ik herken de symptomen en ik weet dat ik teleurgesteld zal worden, ik moet hier een einde aan maken, dit stoppen voor dat het verder gaat.
Maar ik kan het niet. Nee, ik wil het niet. Het idee om nu een eind te maken aan onze afspraak, doet pijn. Ik ben bang dat als ik er nu een einde aan brei, ik zo diep zal vallen, dat ik niet meer omhoog zal kunnen klimmen.
Ik ben niet gewoon bang, ik ben doodsbang. En wat zou er met Nathan gebeuren als ik hem nu in de steek laat? Deze jongen die gewoon zonder vragen mij in zijn leven heeft geaccepteerd, ondanks mijn herhaaldelijke walgelijke gedrag naar hem en alles wat hij voorstelt, ben.
Het is raar om te bedenken dat ik me zo goed voel in de armen van iemand die technisch gezien niet eens een kennis is. Als ik me wil bewegen, laat ik een zacht geluidje horen. Nathan laat me los, drukt het licht op zijn nachtkastje aan en trekt me naar zich toe, zijn handen liggen op mijn wangen en hij staart in mijn ogen, me vragend aankijkend of ik in orde ben.
"Nathan het gaat prima." "Je liegt alweer. Waarom kan je me niet gewoon de waarheid vertellen, Mckenzy?" Ik wil hem geen antwoord geven. Ik buig me naar voren en druk mijn lippen op de zijne, zachtjes en rustig. De wateren verkennend. Hij trekt zich niet terug en ik vat dit op als een goed teken, ik druk hem dichter naar me toe door mijn hand op zijn nek te leggen.
Dat had ik niet moeten doen, hij verstijft.
A/n
Zo hé, uh dat is lang geleden dat ik een update heb geplaatst, oeps.
X,
Fleeingpeanuts
JE LEEST
Mr. Arrogant & Mvr. Diva
ChickLit"Ik weet dat het raar is om haar zo in de gaten te houden, maar er is iets, iets aan haar waardoor ik niet direct kan wegkijken." Nathan, een excentriekeling, beetje een player, (vervang dat 'beetje' maar door een behoorlijke player) is net verhuis...