Zwijgend baanden we ons zelf een weg door de bevroren struiken en bomen heen.
Ik kon me niet herinneren dat we ooit zo snel het bos hadden verlaten. Normaal gesproken duurde het een eeuwigheid voordat ik me de uitgang voor geest haalde en eropaf begon te lopen.
De zon was inmiddels op gekomen en ik zag dat vrijwel bij elk huis in Excalicent al licht brandde.
Iedereen is natuurlijk al vroeg voor de voorbereidingen van vandaag.
Mijn huis was ergens helemaal achteraan, vlak naast de andere kant van het donkere woud, dat ons mini stadje omringde. Ik heb me daar nooit goed bij gevoeld. Omsingeld door duisternis is niet bepaald een prettige gedachte.
Een klein wit pluisje viel op het topje van mijn neus. Het was koud en nat.
Vreemd. Toen ik vanochtend wakker werd en op pad ging door het bos sneeuwde, het nog niet.Er is blijkbaar een enorme sneeuwstorm aan het opborrelen, ergens in het hart van de donderwolken boven ons.
Na een poosje zag ik mijn huis. Het was net als alle andere huizen klein en van hout. Het dak liep in een punt en de veranda leek het ieder moment te kunnen begeven onder het gewicht van het huis.
Ik stampte met mijn laarzen het doorgebogen trapje op en wandelde - op de voet gevolgd door June naar de voordeur.
Ik veegde mijn voeten en klopte op de deur.
Een bel hadden we nooit gehad. En niet alleen omdat we er geen geld voor hadden, maar ook omdat mijn tachtigjarige oma er gek van zal worden.Oma woont al sinds haar zestigste bij ons in huis, vanwege de dood van haar man en de sneeuwstorm die haar huis verwoestte, tien jaar terug.
Ik hoorde èèn paar banden rollen en de voordeur ging krakend open.
Mijn oma zat in haar rolstoel voor me en glimlachte openlijk naar ons.
'Hè June, leek je te zien!' Wat zie je er prachtig uit, heb je je al aangekleed voor vandaag?'
June leek zich een beetje ongemakkelijk te voelen onder de volle kracht van mijn oma's wijze blik.
'Nee, nog niet, dit is gewoon mijn dagelijkse kleding.'
Oma haar gezicht klaarde op.
'O, ik dacht al, wat een oud ding.' Ze gebaarde naar de grijze jas en broek. Haar schoenen zaten vol gaten.'Kom verder kom verder, de thee is net klaar!'
De hal was halfduister, er hing maar èèn kaars aan de muur die een schemerig licht op de enige foto van ons in huis wierp.
Hij was van tien jaar geleden, toen ik zeven jaar was en mijn vader nog leefde. Oma stond ook op deze zogenaamde "familie foto" samen met opa. We zagen er allemaal opvallend vrolijk uit. Dat was logisch, niemand van de kinderen was tot toen nog verkozen om te vechten, als èèn of andere gladiator in de arena's.
Ik had toendertijd èèn broer van 10, de eerste leeftijd van wanneer je mee kan doen bij de afbetaling.
Ik zie Roy nog grijnzend voor me, roodharig en groot met een kop vol sproeten. Net als vader. Hij is omgekomen toen hij ging jagen in het woud. Een hele stomme actie, dat was het zeker. De enige eetbare wezens die daar rond kruipen worden gegeten door de giftigste schepsels van allemaal. De skorpix, een akelig klein rood rupsje dat zich voed met het bloed van zijn slachtoffers. Vader werd erdoor gebeten en stierf eenzaam in het donker.
Ik word er verdrietig van als ik aan de dag denk waarop Roy gekozen werd. Zijn foto, op het scherm, live! Dit hele gebeuren ziet de regelring als èèn groot feest. Uiteraard, zij hoeven niet mee te doen en afgeslacht te worden.
JE LEEST
De Afbetaling - Voltooid #wattys2017
Science FictionIn het land Fox is de regelring de baas. De regelring bestaat uit de drie rijkste families van het land Nevox die de macht grepen in dit verloren land. Ooit had de bascent het hier voor het zeggen. Tot de verradelijke burgers hen van de troon stoten...