25.

1.1K 55 20
                                    

Donderdag zaten Eva en Wolfs met een zaak. Een jongetje van 9 jaar was vermist. Vermoedelijk wilde de vader het jongetje mee naar zijn geboorteland nemen nadat er een hevige scheur was ontstaan in het huwelijk met de moeder. Een geval dat ze – helaas – vaker tegenkwamen.
Wolfs leunde met zijn ellebogen op het bureau, zijn hoofd in zijn handen. Zijn schouder begon weer pijn te doen, de pijnstillers begonnen zijn werking te verliezen. Een porseleinen bord deed behoorlijk veel pijn, daar was hij wel achter gekomen.
Hanne had geen kik gegeven, niet eens een verontschuldiging kon ervan af. Ze was er zelf net zo van geschrokken, maar dat had ze niet geuit. Het stel had geen woord meer gewisseld. Hanne at op de bank in de woonkamer en Wolfs aan de eettafel. Voor het slapengaan hadden ze elkaar kort slaap lekker gewenst. Ze draaiden zich met de rug naar elkaar toe en vielen in slaap.
"Wolfs? We zijn 'm op het spoor." Eva begroette hem met een vriendschappelijk schouderklopje, op zijn verkeerde schouder.
Hij kromp in elkaar en perste zijn tanden op elkaar. Zijn vervloekingen kon hij nog net binnen houden.
Geschrokken trok Eva haar hand weg.
"Gaat het wel?" vroeg ze bezorgd.
"Het is niets", wuifde Wolfs het weg. Hij ging rechtop zitten en bewoog zijn schouderbladen, het hielp echter niets.
"Wat heb je gedaan, man?" vroeg Eva geschrokken. Ze zag de pijn in zijn ogen.
Wolfs negeerde haar vraag.
"Ik pak even een aspirine, ga jij maar vast naar de auto." Langzaam, en met pijnlijk gezicht stond hij op van de bureaustoel. Hij griste een strip aspirines uit de lade en verdween richting de toiletten.
Eva liet het er niet bij. Ze dacht meteen aan de vorige keer dat hij last van zijn rug had gehad, dat was toen niet zijn eigen schuld geweest. Ongegeneerd liep ze achter hem aan, de mannentoiletten in.
"Eef, alsjeblieft", zuchtte Wolfs geïrriteerd. Hij drukte met zijn duim twee van de pillen uit de verpakking. Een van de witte dingen stuiterde op de wasbak en tolde rond. Net op tijd kon hij het ding vangen, voordat het in de afvoer verdween.
"Wat heeft ze gedaan, Wolfs?" vroeg Eva. Ze klonk kalm, te kalm, en kwaad.
"Het was een ongeluk, Eva. Verdomme!" kaatste hij geërgerd terug. Hij stopte de twee tabletten in zijn mond, kauwde er een aantal keer op en hield vervolgens zijn mond onder de kraan om een flinke slok water te nemen. Toen hij zijn waterige mond afveegde aan zijn overhemd, ontving hij een harde duw van zijn partner. Met twee handen tegen zijn borst. Met zoveel kracht dat hij een sprongetje naar achteren deed.
"De vorige keer heb ik het erbij gelaten, maar dit keer doe ik dat niet meer, Wolfs", maakte Eva hem duidelijk, met een priemende vinger in zijn richting gestoken. Ter intimidatie had ze een stap naar voren gezet, zodat hun gezichten maar enkele centimeters van elkaar verwijderd waren.
"Het was een ongeluk", herhaalde Wolfs sissend.
Eva staarde hem strak aan.
"Ik geloof niet in meerdere keren dezelfde ongelukjes maken." Ze gaf hem nog een duw. Ditmaal ter ondersteuning en om hem te laten beseffen dat het écht niet goed zat. Vervolgens liep ze zonder nog wat te zeggen de mannentoiletten uit.

Ontering [Flikken Maastricht]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu