33.

1.1K 54 12
                                    

Wolfs stak de sleutel in het slot en opende de deur van zijn woning.
"Hanne?" riep hij ter begroeting. Hij sloot de deur achter zich en liep zonder zijn jas uit te doen de woonkamer in. Zijn vriendin trof hij aan in de keuken.
"Floris?" Met open mond van verbazing staarde ze hem aan. "Waar is Tess?" vroeg ze vrijwel meteen.
"Bij Eva", antwoordde Wolfs met strak gezicht. "Ik kwam wat spullen ophalen en met je praten."
"Je komt toch wel terug?" reageerde Hanne met trillende stem.
Wolfs liet een korte stilte vallen waarin hij de juiste woorden zocht.
"Ik kan dit niet meer zo, je hebt hulp nodig, Hanne."
De vrouw in kwestie trok en keukenstoel naar achteren en nam plaats. Ze keek hem doordringend aan.
"Je ziet spoken, Floris. Er is niets met mij aan de hand, écht niet. Het spijt me van wat er is gebeurd, maar het zal echt niet nog eens gebeuren."
Bijna geloofde Wolfs het, zo overtuigend bracht ze het. Met haar zachte trillende stem en haar smekende kraaloogjes. Toch wist hij er omheen te kijken. Het zou haar niet meer lukken hem zo gemakkelijk te manipuleren. Hijs greep naar de binnenzak van zijn colbertje en haalde er een opgevouwen brochure uit. Het was van een kliniek, niet ver van Maastricht vandaan, waar mensen zoals Hanne geholpen konden worden.
"Ik heb een plek gevonden waar ze je kunnen helpen", vertelde hij haar en hij schoof het foldertje onder haar neus.
Hanne liet haar ogen over de voorkant glijden, maar schoof daarna demonstratief de brochure bij haar vandaan.
"Een inrichting? Kom op, Floris, ik ben niet gek", zei ze hem kwaad.
Wolfs zuchtte.
"Het is een kliniek Hanne, je wordt hier geholpen", benadrukte hij. "Je krijgt medicijnen, je kan praten met mensen en je hebt even geen stres aan je kop; geen werk, geen zorgen om Tess." Hij wilde enkel het beste voor haar, maar dat leek zij nog niet door te hebben.
"Je wil gewoon Tess bij mij vandaan houden", dacht Hanne.
Nogmaals zuchtte Wolfs. Hij nam plaats op de keukenstoel tegenover haar en pakte haar hand vast.
"Natuurlijk niet, Han. Dat weet je toch wel", probeerde hij haar ervan te overtuigen. Hij streelde over de rug van haar hand. "Ik wil toch gewoon het beste voor jou."
Hanne's blik leek enigszins te verzachten, maar nog steeds werd ze niet overtuigd. Ze hield zich nog steeds vol dat er niets mis met haar was, dus de hele ophef begreep ze niet. Ze trok haar hand demonstratief uit de zijne.
"Ik heb geen hulp nodig", benadrukte nogmaals. "En ik wil graag mijn dochter thuis hebben."
Langzaam schudde Wolfs zijn hoofd.
"Dat gaat niet gebeuren. Je mag haar zien hoeveel je wilt, maar ze blijft bij mij, tenzij jij je laat helpen." Hij wilde haar niet chanteren met haar eigen dochter, maar op dit punt kon hij niet meer anders. Er moest iets gebeuren.
"Pardon?" bracht ze vinnig uit.
Wolfs stond op van de stoel en liep richting de hal.
"Dit kan je niet maken, Floris!" schreeuwde ze hem na.
De man in kwestie draaide zich om en staarde haar kort aan met schuldige blik.
"Het spijt me", verontschuldigde Wolfs zich, waarna hij naar de bovenverdieping liep.

Ontering [Flikken Maastricht]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu