8.

45 5 2
                                    

*laurens*
Ik kom weer bij. Mijn hoofd voelt zwaar aan. Ik wil opstaan, maar het lukt niet. Ik voel aan mijn hoofd. De klap tegen de trap viel niet mee. Ik bloedt. Ik krimp ineen van de pijn, alles doet zeer. Ik probeer nog eens recht te staan en deze keer lukt het me. Ik moet een pijnstiller pakken. Met moeite klim ik de trap op. Trede per trede. Bij elke stap wordt mij hoofd zwaarder. Wanneer ik boven ben slenter ik richting de badkamer en open voorzichtig de deur. Ik passeer langs de spiegel en ben verplicht er in te kijken. Mijn ogen zien blauw en mijn lip ligt open. Mijn hele gezicht ziet er verminkt uit. Ook mijn rug zit vol plekken en schrammen net zoals de rest van mijn lichaam. Zo kan ik morgen niet naar school. Ik kijk op mijn horloge, 23 uur, hoelang heb ik daar dan niet gelegen?  Ik probeer mijn wiskunde skills boven te halen in de hoop dat mijn brein niet door elkaar geschud is. 5 uur? Ik frons mijn wenkbrouwen.

Snel gris een pijnstiller uit de kast. Eens in mijn kamer laat ik me op mijn bed vallen om in slaap te vallen en nooit meer wakker te worden.

LITTEKENSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu