Hoofdstuk 4, De date

1K 11 8
                                    

Hier is alweer hoofdstuk vier van Lynn. Dit is een spannend hoofdstuk, dus voor mensen die daarvan moeilijk kunnen slapen: ga dit niet vlak voor het slapen lezen. Dan kan je gegarandeerd niet meer slapen.

Na het eten ga ik meteen na mijn kamer. Ik moet nog kijken welk jurkje ik aan ga doen. Ik weet eigenlijk al wat ik aan wil. Maar ik laat het toch nog even door Tessa keuren. Ik doe mijn kledingkast open. Daar hangen drie jurkjes, een kort zwart jurkje. Die vind ik zelf het leukst. Hij heeft geen bandjes en een strikje boen aan de linker kant. Verder heb ik nog twee andere jurkjes. De ene had ik aan met het klassen feest in klas één, dus die doe ik natuurlijk niet meer aan. Waarom ik hem nog heb weet ik zelf eigenlijk ook niet. Ik denk dat ik het gewoon zonde vind  om hem weg te gooien. En verder heb ik nog een vrolijk zomer jurkje met bloemetjes. Ik ben niet van plan om die nu aan te doen. Dus ik pak het zwarte jurkje uit mijn kast en trek hem aan. Nadat ik mijn jurkje aan heb gedaan loop ik naar Tessa en ik vraag: ‘En wat vind je. Kan dit? Dan doe ik er een panty en mijn hakken bij aan.’ ‘Ja leuk!’ ‘Oké, mooi. Wil jij zometeen mijn haar in vlechten?’ Vraag ik aan Tessa. Het is handig om een vriendin bij je te hebben. Vooral één die goed is in je haar mooi maken. ‘Haha ja tuurlijk. Voor jou altijd.’ Antwoord Tessa lachend.

Ik loop de deur uit. Naar de overkant van de gang daar klop ik aan. ‘Ja ik kom er aan.’ Hoor ik Mick schreeuwen. Even later word de deur open gedaan. Ik zie een hele knappe jongen in een mooi strak G-Star shirt en een stoere Jeans. Hij heeft zijn mouwen opgestroopt en zijn bruine haar vol in de gel gestopt. Het duurt even voor het tot mij doordringt dat de knappe jongen Mick is, mijn date! ‘Hey’ Zeg ik droog. ‘Heey’ Antwoord hij. En we geven elkaar een kus. Hand in hand lopen we de trap af. Eerst gaan we naar het park en dan naar de bios. ‘Spring maar achter op.’ Zegt hij. ‘Oké’ antwoord ik. En samen fietsen we naar het park.

Bij het park stapt Mick van zijn fiets af. En tilt mij van zijn bagage drager. Hij draait een rondje en zet me dan weer neer. Hand in hand lopen we het park in. We gaan op een bankje zitten. ‘Help, help!’ hoor ik iemand roepen. In een ruk sta ik op. ‘Hoorde jij dat ook?’ Vraag ik aan Mick. ‘Nee, ik weet niet waar je het over hebt. Ga maar weer zitten meis.’ Plots zie ik een ‘geest’ voor me staan. ‘Help, help’ Roept de geest nu. Van schrik doe ik een stap naar achter. ‘Help, help! Je moet me vertrouwen. Help me! Alsjeblieft.’ Ik voel meteen dat ik de ‘geest’ moet helpen. Dus ik zeg tegen Mick! ‘Er staat hier een geest. Niet zomaar één. Nee ze praat tegen me. Normaal staan geesten maar een beetje te staan. Maar deze roept: “Help, help!” De geest zei dat ik haar moest vertrouwen en dat ik mee moest komen. dus wil je alsjeblieft mee komen? Ik weet dat het lastig voor je is. Maar je moet me vertrouwen.’  ‘Oké meis voor jou altijd.’ Mick is naast Tessa een van de weinigen die gelooft dat ik geesten zie. En daar ben ik blij mee. ‘Kom me. Kom mee. Snel!’ Zegt de geest nu. ‘Oké’ Antwoord ik. ‘We gaan met je mee.’ Ik sta op en trek Mick mee over eind. We volgen de geest. Ze gaat best snel. We moeten rennen om haar bij te houden. Waarom heb ik nu ook weer hakken aan gedaan denk ik bij mezelf. Dan blijft de geest staan.  Ik zie een aantal spullen op de grond liggen. Waaronder een fiets en een mobieltje. ‘Mijn zusje’ Begint de geest. Ze is ontvoerd. Ze fietste hier. En toen kwam er plots een man aan. Help me. Ik ben zo bang dat haar iets over komt.’ ‘Ja, ik snap het.’ antwoord ik. ‘Maar wat kunnen we doen?’ ‘Wat zegt de geest?’  vraagt Mick nieuwsgierig. ‘Ik leg het je later wel uit. Plots doet er iemand iets voor mijn ogen. Ik zie niks meer. Ik voel alleen dat iemand me duwt. ‘Nee!’ Hoor ik de geest zeggen. ‘Ik blijf bij je. Ik laat niet nog iemand in de steek.’ En op het moment dat ik wat terug wil zeggen voel ik plots dat iemand een kranten prop in mijn mond duwt. Al struikelend word ik naar een auto gebracht. Tenminste dat denk ik. Want ik kan niks zien. Door de doek die iemand voor mijn ogen had gedaan. Ik word in de kofferbak geduwd. Ondertussen begint  de auto te rijden. Ik merk dat mijn panty kapot is en dat mijn been bloed. Ook op mijn armen zitten schaaf wonden. En door het touw dat mijn handen bij elkaar houd krijg ik ook snij wonden op mijn polsen.

LynnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu