Hoofdstuk 12, Waar ben ik?!

501 7 12
                                    

Hier is het volgende hoofdstuk van Lynn! Misschien duurde het even, maar ik heb bijna vakantie dus dan kan ik wat meer schrijven!!! Veel leesplezier!

Vlak voor het raam is plots een man verschenen. En nee, niet zomaar een man het is dè man. Ja dè man uit mijn droom. Hij die drie littekens boven zijn linker oog heeft.

*Grijp het!*

Plotseling lijkt de stem die ik hoor zijn veranderd in een of ander commanderend beest. Maar aan de angst in zijn stem te horen is het wel serieus. Maar WTF, hoe kan ik een geest grijpen?! De ‘stem’ lijkt antwoordt te geven op mijn gedachtes.

*Vertrouw me! Je moet het zien te vermoorden!*

Hoe dan? Ik heb geen wapen, geen “techniek-om-iemand-te-doden” en ik kan hier niet midden in de gang een of andere geest die niemand ziet vermoorden.

*Probeer het gewoon! Het is heel belangrijk! Doe het NU!*

Oké, rustig. Ik luister al! “Tessa. Ik moet even wat doen van een geest. Dus let niet op mij.” Zeg ik zo nonchalant mogelijk. “Oké?!” Krijg ik als vaag antwoord.

*Luister naar me. Ik tel af en dan storm je op de geest af, je grijpt hem in zijn keel en duwt hem tegen de muur. 3… 2.. 1.. NU!*

Zo snel ik kan ren ik naar oude man toe en ik grijp hem in zijn keel. Maar wat er gebeurd is anders dan alle dingen die ik had kunnen verwachten. Hij ‘vecht’ niet terug, schreeuwt niet, beweegt niet. Of tenminste, bewegen kan je het niet echt noemen. Maar het is iets anders, het is als of.. alsof.. we samen geteleporteerd worden. Plotseling val ik ergens op de grond. Ik val niet van een hoge afstand, want het doet geen pijn, maar toch leek het alsof ik vanuit de lucht helemaal op de aarde neerdaalde. Ik kijk om me heen. De man is nergens meer te bekennen, alsof hij verder is geteleporteerd en mij hier heeft achter gelaten. Ik zit in een kille kamer. Het bijzondere is dat er geen gat in het dak zit, terwijl ik toch echt naar beneden viel, dus waar ik vandaan kwam is en blijft een raadsel. Ik kijk nog eens goed naar de kamer, het komt me vaag bekend voor. Ik kan het niet goed zien want het is hier nogal donker. Toch weet ik zeker dat ik hier eerder ben geweest. De kamer is kil, er brand amper licht, wat er brand aan licht zijn een paar zielige kaarsjes, ook is het hier niet zo warm. Gelukkig heb ik mijn jas aan, dus is het net te doen zo. De ramen klapperen, door de wind waaien de gordijntjes heen en weer en muizen of zo ritselen in de kasten. Na niet zo’n lange tijd ben ik aan het ligt gewent. Ik zie een stoel staan in de kamer, en de deur staat op een kier. Plotseling weet ik het. Ik ben in de kamer van mijn droom! ‘Hallo, Lynn.’ Ik schrik op. De man uit mijn droom met de drie littekens boven zijn hoofd en dus ook de man uit de gang staat achter me. ‘Wij hebben elkaar hier eerder ontmoet. Ik denk niet dat je weet waar je bent. Maar ik heb het je al een keer geprobeerd uit te leggen.’ ‘W… w… wie ben jij? En wat moet je van me?’ Zeg ik op een angstige toon. Dat was niet zo’n slimme zet, want nu weet de geest dat ik het eng vind en als hij iets van me wil weet hij nu dat ik een makkelijke prooi ben. Tenminste dat denkt hij, ik zelf weet wel beter. ‘Zo, dus iemand had jou verteld dat je met mij mee moest gaan…’ Probeert Litteken-vent onder mijn vraag uit te komen. ‘Eu, soort van. Maar ik vroeg je iets.’ ‘Dat is nu even niet zo belangrijk. Wat wel belangrijk is, is wat kom jij hier doen? Ik bedoel wie heeft jou op mij afgestuurd.’ Litteken-vent laat zich kennelijk niet zo snel kennen. Dus ik beantwoord wel eerst zijn vraag even. ‘Wat ik hier kom doen? Geen idee… ik ben hier immers niet op eigenkracht heen gekomen. Volgens mij kunnen we beter de vraag veranderen in “Waarom heb jij mij hier heen ge ‘teleporteert’”?” Ik heb geen zin om aan die vent uit te leggen dat ik een of andere stem hoor maar hem niet kan zien. ‘Trouwens, hoe kan ik hier überhaupt met jou komen, want jij bent een geest en ik een mens. Over het algemeen kunnen wij elkaar niet voelen of aanraken.’ ‘Dat is een ingewikkeld verhaal. En waarom ik jou hier heen heb gebracht? Nou dat lijkt me nog al logisch. Jij rent als een gek op mij af, dus ik verdwijn uit zelfverdediging. En hoe jij hier komt dat weet ik ook niet. Maar schijnbaar had jij mij vastgepakt toen ik teleporteerde. Dus het is jou eigen schuld, want jij denkt toch zeker niet dat je hier zomaar weer weg komt? Of wel soms?’ Zegt Litteken-vent op een dreigende toon. ‘Euh, nee.’ Zeg ik op een veel banger toontje dan verwacht. Dat was weer niet slim, nu help ik Litteken-vent weer herinneren dat ik het allemaal maar eng vind.

*Grijp hem! Probeer hem alsnog te doden!*

Hoe dan?! Dan teleporteert hij weer! Zeg ik in mezelf tegen ‘de stem’.

*Probeer het gewoon, wat heb je te verliezen?*

Nou, ik kan meegevoerd worden naar iets engs, ik kan hier alleen achter gelaten worden en hij kan me dood maken misschien?!!!

*Ah, ja… Maar doe het voor mij!*

Ik weet niet eens wie je bent.

*Doe het gewoon, doe het. GRIJP HEM!*

Oké, oké. Rustig… Tel jij weer af.. dan ren ik op hem af.

*Yeah, mooi. 3… 2… 1… NU!*

Opnieuw ren ik op hem af. Maar deze keer met een iets ander gevoel. Nu weet ik ongeveer wat er gaat gebeuren. Waarschijnlijk word ik weer mee gevoerd en komt hij weer achter mij terecht. Of in ieder geval iets wat daar op lijkt. En ja hoor. Weer word ik geteleporteerd. Maar nu kom ik ergens anders. Niet dat dat zo gek is… maar toch, op zo’n manier bedoel ik het niet. Ik heb het meer over het klimaat hier. Of in ieder geval de temperatuur. En ik val harder. Het is niet zo als op het oude vloerkleed van net. Nee deze val is zelfs redelijk pijnlijk. Als ik na de val mijn ogen open doe zie ik vuur! Alleen maar vuur! Overal om mij heen is een grote vlammen zee van vuur. Opvallend is dat het stuk waar ik op zit niet brand. Gelukkig maar, want dat had ik echt niet overleefd. Ik sta op en draai me om, om te kijken of Litteken-vent, die nog steeds zijn naam niet heeft verteld, achter me staat. Maar dat is nu niet zo. Ook door de vlammen heen is hij nergens te bekennen. Hopelijk is in het vuur terecht gekomen en nu dood! Dat is wat ik hoop, maar mijn hersens weten wel beter. Ik begin het steeds warmer te krijgen. Ik moet hier echt niet te lang blijven, want dat overleef ik niet. Dan word ik zeg maar geroosterd als een soort.. eum.. hamburger. Ja een hamburger. Dat lijkt me een goede optie, ik word een hamburger!

*AUUUUWWWW!!!!!!!*

Meteen is mijn stemming een stuk anders. Behalve dat de ‘stem’ me nu kan commanderen, heeft hij dus ook nog pijn en schreeuwt. Hij schreeuwt zo hard en vaak dat je bijna gaat denken dat je zelf ook pijn hebt. Ik heb nog steeds geen idee wie de ‘stem’ is en waar hij vandaan komt. Ik weet niet eens of het wel een hij is. Maar omdat ‘stem’ mannelijk is hou ik het voor het gemak maar op ‘hij’. Misschien heeft de ‘stem’ enig idee hoe ik hier weer weg kan komen. En hij ook, want schijnbaar gaat hij met mij mee. Misschien kan de ‘stem’ uit zich zelf wel teleporteren, en volgt hij mij altijd. Of hij houd mij vast zonder dat ik het voel. Ik heb werkelijk waar geen idee. Maar dat is niet het belangrijkste wat ik nu aan mijn hoofd heb. Ik bedoel, ik sta in een of andere kamer met vlammen van ieder twee meter hoog om mij heen.

*AUWWWWW, HELP ME!!!!! RED ME!!!! SNEL!!!*

Echt gek word ik van die stem. Ik bedoel wie gaat er nou aan iemand die bijna dood gaat van de hitte om hulp vragen?! Ik smelt serieus weg als ik hier nog veel langer blijf staan. Hopelijk dooft het vuur snel, of … ik moet het laten stoppen. Hoe was dat ook alweer met scheikunde. Met die branddriehoek, eum… o ja, 1. zuurstof weghalen, geen optie, dan ga ik zelf ook dood. 2. Zorgen dat het kouder is dan de ontbrandingstemperatuur, dat werk ook niet, want ik heb hier geen airco of zo. 3. De brandstof weghalen, dus dan moet ik er achter zien te komen wat de brandstof is. Maar hoe krijg ik dat ooit voor elkaar. Ik kan moeilijk in een vuur van meer dan 100 graden gaan zoeken naar de brandstof. En veel langer hou ik het hier sowieso al niet meer vol in die hitte. Wat moet ik doen? Hoe kom ik hier in hemelsnaam weg???

Dat was het dan al weer! Ik hoop dat je genoten hebt en tot de volgende keer!

LynnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu