Hoofdstuk 9, De paragnost.

649 12 19
                                    

Hallo allemaal. Het heeft een tijdje geduurd, maar hier is hij dan, hoofdstuk 9. Waarom het zolang heeft geduurt zijn twee redenen, het mooie weer XD. Ik bedoel, als het dertig graden is ga ik niet binnen achter de computer zitten typen. En een minder leuke reden: Huiswerk :(. Jap, want huiswerk gaat toch voor. Maar veel lees plezier en vergeet niet te stemmen en te reageren!!!

‘Heey Lynn.’ ‘Ow, heey Tessa. Kijk ik heb net een brief gekregen.’ ‘Ow, leuk! Van wie?’ ‘Eum.. van mijn broer.’ Antwoord ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is. ‘Sinds wanner heb jij een broer?’ ‘Eum, nou dus al 16 jaar.. sinds mijn geboorte, dat is doorgaans wel logisch met familie.’ ‘Maar, waarom heb je dat nooit verteld? Lekkere vriendin ben jij.’ ‘Rustig! Ik kom er ook pas net achter dat ik een broer heb.’ ‘Ow, dus je krijgt een brief waarin staat dat je een broer hebt.’ ‘Ja, daar komt het eigenlijk wel op neer. Tenminste, tenzij Lars een meisjes naam is.’ ‘Aha, juist. Zullen we gaan eten, dan kunnen we zometeen naar die paragnost.’ ‘Ja, goed idee.’ Eindig ik ons gesprek en samen met Tessa loop ik richting de keuken.

Nadat we hebben gegeten lopen we samen naar buiten, we pakken onze fiets en gaan op weg naar de paragnost. Nog geen tien minuten later staan we voor zijn huis. ‘Dit moet het zijn.’ zegt Tessa als ze het naambordje ziet. ‘Oké, mooi, anders hadden we een probleem. Ik bedoel, als het hier niet is dan kunnen we de hele wereld af zoeken.’ ‘Haha, ja dat is zo.’ *Ding, Dong* Ik druk op de deurbel. Het duurt niet lang of ik zie door het kleine half doorzichtige raampje iemand aankomen. Gelukkig is hij thuis, anders hadden we hier voor niks heen gefietst.

‘Hallo, dus jullie moeten Lynn en haar vriendin zijn.’ Begroet Peter ons. ‘Ja,’ antwoord ik en ik schud hem de hand, ‘ik ben Lynn, en dit is Tessa.’ ‘Hallo.’ Zegt Tessa en ook  zij schud Peter de hand. ‘Kom binnen, dan schenk ik even wat thee in.’ ‘Oké, lekker.’ Zeg ik en samen met Tessa loop ik Peter achterna naar binnen. We gaan op de bank zitten. Peter zet de thee voor ons neer en gaat tegenover ons zitten. In ons gesprek krijg ik vooral bevestiging over dat al die geesten die ik heb gezien echt bestaan en informatie over hoe ik er het beste mee om kan gaan. Ook verteld hij dat als ik het moeilijk vind, ik naar een of andere cursus kan gaan waar ze paranormale mensen helpen. Verder vind ik het eigenlijk niet zo heel interessant, maar dat kan ook komen omdat ik graag de brief van mijn broer wil beantwoorden. De tijd lijkt als een soort slak voorbij te gaan, maar gelukkig zijn we uiteindelijk klaar met praten en wijst hij ons de deur. Tessa en ik lopen naar buiten en stappen op onze fiets. ‘Doeg Peter, heel erg bedankt.’ ‘Tot ziens’

Eindelijk zij we thuis, ik heb in mijn hoofd al helemaal bedacht wat ik in de brief naar mijn broer ga zetten. Hopelijk gaat een brief naar Amerika sturen snel, ik bedoel als ze zo’n brief met de boot versturen duurt het meer dan een week voor hij er is, en dus meer dan twee weken voordat ik weer antwoord heb. Ach ja, wat maakt het uit, het is in ieder geval iets. Beter dan dat hij nooit aan komt. Ik vraag me trouwens wel af wat Lars van me wil, ik bedoel als je helemaal een leven hebt opgebouwd in Amerika, dan ben je toch niet meer geïnteresseerd naar iemand die je niet kent die schijnbaar familie van je is. Maar ja, we zien wel, want hij kan toch niks doen zolang hij in Amerika is. En familie doet je meestal toch niks kwaad?! Oké, het zal wel, laat ik maar gewoon die brief gaan schrijven want dit gepeins slaat toch nergens op. Ik pak een blaadje en begin te schrijven:

Dear Lars,

Ik neem aan dat je gewoon Nederlands kan dus ik ga geen moeite doen om mijn slechte Engels te gebruiken in een brief. Aller eerst, leuk dat je mailt, ik stond trouwens inderdaad wel raar te kijken. Ik bedoel het is niet niks als iemand je plots stuurt dat hij mijn broer is, maar dat begrijp je zelf ook wel. Ik woon inderdaad in een tehuis, en deel mijn kamer met mijn beste vriendin Tessa. En tegenover onze kamer woont mijn vriend Mick. Je vertelde ook dat je wist van  mijn “gave”. Daarmee neem ik aan dat je bedoeld dat ik geesten zie, maar hoe wist je dat, van paps en mams, of zie je zelf ook geesten? Ik zou het ook heel leuk vinden om jou wat beter te leren kennen. Daarom schrijf ik eigenlijk deze brief terug, als we elkaar dan nog wat beter kennen kunnen we elkaar misschien wel een keer opzoeken. Lijkt me heel leuk.

LynnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu