H7: Deel twee van het geniale plan

1.1K 80 103
                                    

'Waarom moest ik weer fietsen?' hijgde ik buiten adem, terwijl mijn fiets heen en weer slingerde en ik mijn tas stevig onder mijn oksel had geklemd

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Waarom moest ik weer fietsen?' hijgde ik buiten adem, terwijl mijn fiets heen en weer slingerde en ik mijn tas stevig onder mijn oksel had geklemd.

Ik haatte fietsen met een persoon achterop, ik haatte fietsen met een tas, ik haatte fietsen.

'De laatste keer dat ik jou achterop had genomen, waren we verongelukt. Het is nu jou beurt,' gilde Quine achter mij, terwijl ze angstig haar armen steviger rond mijn middel sloeg.

In de verte zag ik Jesse fietsen en het verbaasde mij dat hij ons nog niet had opgemerkt. We waren niet echt subtiel met ons gillen, omdat we vrij hard faalde in het fietsen.

'Zit nu eens stil,' siste ik naar Quine, die voornamelijk de reden was dat we niet in één lijn fietsen. 'Anders verongelukken we alsnog.'

'Ik heb een rokje aan en het gaat altijd naar omhoog,' zeurde Quine.

'Je hebt toch nylons aan? Wat maakt het uit?'

Ze grommelde wat, maar bleef uiteindelijk toch stiller zitten.

'Wat gaan we dan doen, als we aan Jesse zijn huis zijn?' vroeg ik.

'Zoeken naar een struik en ons daarachter verstoppen.'

Ik begon te lachen, waardoor de fiets weer een gevaarlijke bocht maakte en Quine slaakte een gilletje.

'Dit is geen film, Quine! Wat wil je dan achter die struik doen?'

'Kijken wat hij doet natuurlijk,' zei ze overtuigend. 'Wat anders?'

Ik haalde mijn schouders op, omdat ik absoluut geen andere optie had of gewoonweg een idee.

Waarom waren we hier zelfs aan begonnen? Kon ik niet gewoon afwachten, zoals Quine eerst had voorgesteld? Of zoals ik had beloofd aan Jesse.

Als hij te weten zou komen dat we hem hadden gevolgd naar zijn huis, hij zou woedend kunnen worden. Of nog erger, mij als een krankzinnige aanzien.

Niet dat hij dat nu al niet deed, maar dat was niet het punt.

Ik begon trager te fietsen, waardoor Jesse in de verte nog maar een klein stipje werd.

Quine voelde aan dat we trager begonnen te fietsen, dus ze klopte op mijn rug. 'Ga is wat sneller fietsen, zo meteen zijn we Jesse nog kwijt.'

'Ik weet het niet Quine,' zei ik op zachte toon.

'Wat weet je niet?'

'Of dat dit wel een goed idee is...' Ik kneep met mijn vingers in mijn fietsstuur, waardoor mijn knokkels wit werden en uiteindelijk ontspande ik ze weer.

De frisse wind sneed op mijn wangen en enkele tranen sprongen in mijn ogen door de koude, waardoor mijn zicht troebel werd. Mijn handen zagen ook helemaal rood en ik voelde mijn vingers niet meer.

This isn't a jokeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu