Hoofdstuk 17

67 3 0
                                    

Het mes viel uit mijn hand. Ik was helemaal de weg kwijt. Eerst kust hij me, dan sluit hij me op en nu blijkt hij voor mijn vriendinnen gezorgd te hebben. Langzaam liep ik naar Liv. Ze keek me aan en ik wist dat ze het echt meende en niet aan het ijlen was ofzo. Toen keek ik naar Ivy en mijn hart sloeg een slag over. Ze was heel bleek en overal lag bloed. Haar ogen waren dicht en ze ademde nauwelijks. "We moeten haar hier weg zien te krijgen" zei Hunter voorzichtig. Ik denk dat hij bang was dat ik hem alsnog een mes in de rug zou steken. Ik knikte en stak mijn hand uit naar Liv om haar overeind te helpen. Toen zag ik pas dat ze vast zaten. Even dacht ik na en toen wist ik hoe we hier weg konden komen zonder gesnapt te worden. "Abyssus!" zei ik. Liv en Hunter keken me raar aan. Toen keek Hunter opeens heel bang en Liv begon te glimlachen. Ik draaide me om en zag Abyssus staan. Hij keek me aan alsof hij op een bevel wachtte. "Kan je ook portalen maken ofzo?" Vroeg ik. Abyssus knikte. "Mooi, maak dan alsjeblieft mijn vriendinnen los en zorg dat we thuis komen" zei ik. Abyssus ging aan de slag en na een minuutje stonden we klaar om naar huis te gaan. "Als je thuis bent moet je me oproepen" zei Abyssus. "Anders kan ik hier niet weg" ik knikte en Abyssus opende de poort. Hunter liep met Ivy in zijn armen door de poort en Liv volgde. Net toen ik naar binnen wilde stappen vloog de deur open. Het portaal sloot zich en toen ik omkeek was Abyssus gewond. Iemand had een mes naar hem gegooid en hij was zijn krachten tijdelijk kwijt. "Dacht je nou echt te kunnen ontsnappen meisje?" Lachte de man gemeen. Ik keek om me heen om te zien waar ik heen kon vluchten maar ook hier waren geen ramen en maar een deur. Helaas stond meneer de psychopaat ervoor. Abyssus was verdwenen maar ik wist dat hij nog leefde. "Wat wilt u van ons?" Vroeg ik. De man lachte opnieuw en liep langzaam naar mij toe. "Ik wil jou, jou krachten maken mij machtig en onoverwinnelijk" zei de man toen hij vlak voor me stond. Ik rolde mijn ogen. "En hoe was je van plan mijn krachten te gebruiken?" Vroeg ik. De man lachte. "Ik heb zo mijn manieren..." Mijn hand gleed langzaam richting mijn wapenriem. Hij had het niet door, tenminste dat dacht ik. Hij greep mijn hand beet. "Denk je nou echt dat je van mij kan winnen?" Hij begon nog harder te lachen terwijl hij mijn handen stevig vast hield. Toen schoot mijn knie omhoog. Dat verwachtte hij overduidelijk niet en blijkbaar was ik sterker dan ik dacht want hij viel en begon te schreeuwen. Ik rende naar de deur en pakte mijn fiets. Ik schoot weg en fietste alsof mijn leven ervan af hing, wat waarschijnlijk wel zo was. Toen ik thuis was klom ik mijn kamer in en schoof ik mijn kast voor mijn raam. Toen besefte ik pas dat mijn moeder op bed zat. Toen ze me zag begon ze te huilen en riep mijn vader. Ze liep op me af en knuffelde me dood. Mijn vader rende naar binnen en knuffelde me ook. Toen lieten ze me los en was het alsof er een vulkaan uitbarstte. "Waar sloeg dat op!" "Ga nooit meer alleen op een missie!" "Je het nog geen ervaring!" "Je had dood kunnen gaan!" En ga zo maar door. Uiteindelijk hielden ze op en keken me aan. "Sorry..." mompelde ik terwijl ik omlaag keek. Ik besefte me nu pas hoe stom ik was geweest. Toch had ik er geen spijt van.

________________
Hi! Het is bijna over.... Nooooo! Maar gelukkig nog niet helemaal. We weten namelijk bijna of we een vervolg gaan schrijven, en anders gaan we heus nog wel andere verhalen schrijven. Kijk ook even naar ons nieuwe boek.
Xxx.  E. en N.

Demon girl (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu