°39°

14 0 0
                                    

POV. Michael

'Wanwaar zo vrolijk, Clifford?' Luke kijkt me lachend aan wanneer ik een deuntje fluit.

Ik haal mijn schouders op. 'Ik moet toch iets doen voordat de Alpha komt?'

Luke knikt. 'Van mij mag je altijd zo vrolijk blijven.'

Ik druk een kus op zijn lippen. 'Ik hou van je, Hemmings.'

'En ik van jou.' Voordat Luke zijn armen om me heen kan slaan geef ik hem zacht een speels duwtje waardoor hij naar achter stapt.

Een speelse uitdrukking staat op zijn gezicht en ik grijns. ''Straks, als we samen in dat beekje van je liggen ben ik van jou.'

Luke begint te grijnzen. 'Daar hou ik je aan.'

Ik grinnik. 'Het lijkt me beter dat jij en Calum nu weg gaan, de Alpha komt eraan.'

Luke knikt, glimlacht en drukt dan een kus op mijn lippen.

Ik zoen hem genietend terug.

Na de kus roept Luke Calum, hij kijkt me ondeugend aan. 'CALLIEWALLIEPALLIEDALLIE WE GAAN EVEN WEG!'

'Hè!' Roept Calum verontwaardigt waardoor we beide in de slappen lach schieten. 'Noem me niet zo!'

Luke grijnst. 'Calliewalliepalliedallie.'

Calum kijkt Luke zuchtend aan, toch staat er een glimlach op zijn gezicht. 'Lukeywukeydukeypukey.'

Ik barst in lachen uit door de uitspraak van de nieuwste bijnaam van Luke.

'Calliewalliepalliedallie.'

'Ahh... whatever.' Calum kijkt Luke lachend aan.

Ik druk een kus op Luke zijn lippen als afscheid, wanneer de twee weg lopen hoor ik Clalum nog iets roepen. 'MUKEYDUKEYPUKEY!'

'Dat hoorde ik, Hood!' Ik grijns.

Wanneer de jongens weg zijn hoef ik niet lang te wachten op de Alpha, zo'n tien minuutjes.

De bijnamen van Luke en Calum blijven door mijn hoofd spoken, en maken me melig.

Niet dat het een goed moment is nu, maar het boeit me niet.

Met een nerveuse glimlach begroet ik de Alpha.

Hij knikt naar me en zijn blik blijft op mij hangen, op alle andere moment zou ik het cool gevonden hebben dat hij zijn aandacht op mij vestigte, maar nu was het het laatste wat ik wilde...

Zenuwachtig haalde ik adem. 'Wilt u wat te drinken hebben?'

De Alpha schudt zijn hoofd. 'Nee, dankje, Michael.'

'Hoe gaat het met je wonden?' De Alpha wijst naar mijn armen.

'Ze zijn aan het helen..' Het komt er somber uit terwijl ik mijn mouwen opstroop en ze laat zien. 'Ik weet niet waardoor het zo lang duurt...'

De Alpha knikt langzaam. 'Ik heb besloten dat je in de roedel mag, je krijgt de plek van de wolf die je aanviel.' (A/N geeft zichtzelf een facepalm omdat ze zijn naam vergeten is en hem niet kan opzoeken doordat ze geen wifi heeft...)

Ik knik voorzichtig, niet goed wetend welke reactie ik zou moeten geven.

Dan kijk ik hem even aan. 'Dankuwel, maar wat gebeurd er dan met hem?'

'Hij zal gestraft worden met hetgeen wat hij bij jou gedaan heeft, en dan wordt hij uit de roedel gezet.'

De Alpha kijkt naar me. 'We weten niet waar hij nu is, maar er wordt naar hem gezocht.'

Wanneer hij mijn geschokte gezicht ziet kijkt hij me troostend aan. 'Je hoeft niet bang te zijn dat hij je weer te pakken neemt, ik zal de grond rondom je huis extra laten bewaken.'

Ik knik zachtjes, hopend dat de Alpha er niet achter zal komen dat Luke en Calum hem vermoord hebben.

'Je kan langskomen wanneer je je beter voelt, dan stel ik je aan de roedel voor en hoor je er officieel bij.'

Ik bedank de Alpha en laat hem uit.

Wanneer ik weer alleen ben bel ik Luke op dat hij naar huis kan komen.

Lachend loop ik naar de voordeur wanneer er nog geen vijf minuten later aangebeld wordt.

Ik heb echt zin om met Luke in het beekje verderop te gaan zwemmen, een vrolijk gevoel gaat door me heen.

Glimlachend open ik de deur en bespring Luke letterlijk wanneer ik hem zie zodat we samen op de grond vallen. 'IK ZIT IN DE ROEDEL!'

The Dark Side Of Two KindsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu