Pov. Luke
Ik hoop dat Michael het naar zijn zin kan krijgen in Zweden. Lekker het bos in. Misschien een huisje bij een meer? Wie weet.Voorlopig zijn we nog op een prachtig eiland. Eilandrozen sieren het prachtige bos voor de blauwe oceaan. Michael zegt altijd dat ik oceaan blauwe ogen heb. Ik pluk een roos en steek deze in Michaels haar en glimlach naar hem. Hij glimlacht terug.
'Vergeet maar even je zorgen,' geef ik Michael raad. Hij knikt en plaatst zijn lippen op de mijne.
'Waarvoor was dat?' Vraag ik glimlachend als we terug trekken.
'Ik moest toch mijn zorgen vergeten,' zegt Michael glimlachend, 'en ik miste je lippen.''Zeg tortelduiven, ik heb eten gevonden, gaan we eten en daarna weer weg?' Komt Calum tussen ons staan.
'Goed idee, ik rammel' zegt Michael en wrijft over zijn buik heen. Calum stoot mij aan.
'Ik heb een soort sausje over jou eten gedaan, net als de mijne, krijg je kracht van,' zegt hij zacht en knipoogt. Ik glimlach als ik het bloed op mijn eten zie. Glimlachend pak ik het fruit op en stop het in mijn mond.
'Ik dacht dat jij niet at,' zegt Michael.
'Slimmerd kijk eens op mijn eten,' lach ik half. We eten in stilte en staan dan weer op.'Kunnen wel echt niet even hier blijven? Het is hier zo mooi' zeurt Michael. Ik kijk hem alleen maar aan en hij klimt al op mijn rug. Hij vertelt me dat hij weer goed zit en weer stijgen weer op.
Vliegen is echt heerlijk! Lekker met je haren in de wind en alle zorgen met de wind mee laten voeren. Even weg van de beschaving en- wacht wat is dat lichtje in de verte?
'Uhm, ik denk dat wel bezoek krijgen van een vliegtuig,' zegt Calum. Shit, natuurlijk. Hoe gaan we dit oplossen?
'Laten we hoger gaan vliegen. Dan hebben we geen last van het vliegtuig,' zegt Calum die mijn gedachten heeft gelezen.
'Goed idee,' zeg ik en we gaan hoger vliegen.Het vliegtuig is gepasseerd en ze hebben niks kunnen merken dat wij er waren.
'Hoelang nog?' vraagt Michael voor de zoveelste keer. Calum zucht duidelijk. Hij is er duidelijk zat van en heeft de hoop op gegeven, dat is duidelijk te zien.
'We zijn er bijna,' zegt hij.
'We zitten nou boven Denemarken,' bevestig ik.
'Jeah! We zijn er bijna! We zijn er bijna! Maar nog niet helemaal!' Zingt Michael. Lachend schud ik mijn hoofd.
'De zon komt bijna op,' informeert Calum ons, 'We zullen moeten landen. Met licht kunnen wel niet onbeschermd vliegen. Onze ringen willen dan niet zo goed meer hun werk doen.'
'Laten we dan maar een landing inzetten,' zeg ik.
'Goed plan,' stemt Calum in, 'misschien kunnen we in Denemarken wel een auto ofzo huren.'
'Dat is slim,' zegt Michael, 'ik kan wel auto rijden.' Ik glimlach door zijn aanbod. Waarschijnlijk omdat wij de hele tijd hebben gevlogen, wilt hij nou ook iets doen.We zijn geland ergens in de buurt van Kopenhagen.
'Wat als we nou dit dorpje doorlopen. Misschien zien we iets van een garage,' stelt Michael voor.
'Goed idee,' vertel ik hem.We lopen al een tijdje en mijn benen worden zwaar. Ook niet gek nadat wel een hele nacht hebben gevlogen.
'Mijn benen doen zeer,' zeur ik.
'Mijne ook,' zegt Calum. Michael zucht.
'We zullen er zo wel zijn,' zegt hij, anders transformeer ik wel en dan jullie op mijn rug. Dan zijn we zo in Kopenhagen.'
'Mikey,' zucht ik. 'Wat als je gezien wordt?'
'Tja, ik hoef het aan geen enkele Alpha uit te leggen,' zegt hij.
'Zo werkt het niet, Michael en dat weet je.'
'Je heb gelijk,' zegt hij.
'Volgens mij zie ik daar een garage,' zegt Calum ineens en wijst naar het einde van de straat. Michael klapt blij in zijn handen.
'Auto!' Roept hij als klein kind.
'Oké, laten weten afspreken dat we niet een te dure kiezen. Je mag blij zijn als die rijdt,' meldt Calum.
'Misschien kan Michael dan naar de supermarkt even gaan; eten voor zichzelf halen. Wij regelen het wel met de auto.'
'Oké is goed,' zegt Michael een springt in het rond.
'Volgens mij moet er een hond uitgelaten worden,' zegt Calum. Michael stuurt hem een blik en Calum houdt zijn mond al. Michael is gewoon vrolijk.
'Ga nou maar naar de supermarkt,' gromt Calum.
'Oke,' zegt Michael, hij kust mijn lippen en wil weglopen, maar opeens betrekt Michael zijn gezicht.
'Wat is er aan de hand?' Vraag ik.
'Ashton,' zegt hij, 'via de link.'
JE LEEST
The Dark Side Of Two Kinds
FanficTwee rassen. Twee stammen. Twee mythisches. Een eeuwige ruzie. Een liefde. Wat als weerwolven en vampieren echt bestaan? Wat als ze tussen ons in leven en we hebben het niet door? Wat als er stiekem wordt gevochten tussen twee rassen waar we geen w...