XVI Wanneer je wint, maar het voelt alsof je verloren hebt
'Moge jullie Koningin worden!' riep de vrouwe stem vrolijk.
De bevroren mensen kwamen weer tot leven. Ze schreeuwden terwijl ze hun geweren laadden en op de vijand schoten. Niemand had in de gaten dat Marrin ineen gedoken achter een pion zat. Ze keek langs het zwarte gevaarte en zag een opening in de gevechtslinie aan haar linker kant. Ze schatte de afstand naar de overkant, het was een eind, maar het zou moeten kunnen lukken. De mensen leken haar toch geen aandacht te geven, dus waarom ook niet?
Marrin verliet haar schuilplek en begon te rennen. Maar opeens waren alle ogen op haar gericht toen ze door hadden dat Marrin rechtstreeks naar de overkant wilde sprinten. Er werd geschreeuwd en een man schoot in Marrins richting. Marrin struikelde en voelde hoe de kogel haar vlees in sneed. Ze schreeuwde het uit, maar dat was niet te horen doordat de mensen daarna gewoon doorgingen met elkaar neer te schieten. Kreunend kronkelde Marrin op de grond en sleepte zichzelf naar het dichtstbijzijnde schaakstuk toe terwijl ze een bloedspoor achter liet. Ze legde haar rug tegen het schaakstuk aan en voelde haar been branden. Zo snel als ze kon maakte ze een drukverband met haar broekspijpen, maar wist dat ze na dit alles de kogel uit haar been moest krijgen. Daarnaast vervloekte ze zichzelf, want ze wist door de vrouwe stem dat Jerrai ook ergens op het bord moest zijn en nu dus ook een gat in zijn been had.
Ze zuchtte en legde haar hoofd tegen het schaakstuk aan. Na even gezeten te hebben keek ze om zich heen. De twee groepen waren elkaar nog steeds aan het neerschieten en Marrin had het gevoel dat de opofferingsregel was zodat je die mensen als schild kon gebruiken...Hoe langer Marrin achter het schaakstuk zat en op adem probeerde te komen, hoe meer ze er achter kwam dat de verplaatsingen van de schaakstukken onlogisch waren. Ze fronste, maar merkte dat wit in de aanval was gesprongen. Marrins frons werd dieper, ze moest aan de overkant zien te komen voordat de zwarte koning schaakmat zou staan. Ze moest naar een andere plek toe.
Met moeite stond ze op en schrok toen een zwart paard aan haar linkerkant door wit licht uit elkaar spatte. Marrin drukte zichzelf angstig tegen het schaakstuk aan en zag een zwarte pion die wat veiliger stond. Ze rende er half heen en drukte zich weer tegen een zwart oppervlak aan. Daarna vielen haar ogen op een pion een heel stuk verder, maar niet te ver dat het zou lijken dat ze weer naar het midden zou rennen. Ze waagde het erop en voelde hoe haar been protesteerde. Daarnaast bleek de afstand een stuk groter te zijn dan ze in eerste instantie dacht. Hijgend kwam ze bij de pion die niet veel later een witte pion met een oorverdovende knal uitschakelde. De zwarte bol die zich in de witte pion genesteld had zette zich bij die knal uit en liet de stukken overal heen vliegen. Toen de witte pion helemaal verbrijzeld was, schoof de zwarte pion schuin naar voren. Marrin had niet veel andere keuze dan de zwarte pion volgen en ze hoopte op zo toch op tijd de overkant van het bord te bereiken.
Langzaam maar zeker lukte dat -de overkant bereiken- en ze was nog maar een vak van haar doel verwijderd. Haar hart klopte in haar keel en het voelde alsof ze de hele tijd aan gekeken werd. -Dat werd ze ook door Jerrai, maar dat wist Marrin niet.-Uiteindelijk deed haar pion de laatste stap naar voren en toverde zichzelf om tot een koningin. Marrin lachte en juichte en keek langs het schaakstuk naar de witte koning die er verloren bij leek te staan.
'Schaak. Mat,' zei ze en haar ogen twinkelden in het donker. 'Het is voorbij.' En na die woorden hard op te hebben gesproken, stortte de witte koning in en Marrin stak triomfantelijk haar vuist in de lucht.
'Ha ha!' Ze had gewonnen! Met een enorme glimlach draaide ze zich om, maar zag met een schok plots de overkant. Maar wat haar nog meer verbaasde was haar broer die daar ook bij een koninginnen schaakstuk stond... Marrins wenkbrauwen trokken iets naar elkaar toe toen ze zag hoe alle mensen van het bord verdwenen. Uiteindelijk loste ook alle schaakstukken op, behalve de koninginnen.
Diep van binnen wilde Marrin rennen, maar ze durfde niet. Deels omdat haar knie nog steeds naar de kloten was, deels omdat ze bang was dat er dan iets zou gebeuren. Jerrai daarentegen liep van zijn koningin weg en verplaatste zich langzaam naar het midden toe. Marrin wist dat hij haar kon zien -dat voelde ze- en ging daarom ook langzaam naar het midden toe met een enorme pijn in haar been.
En toen stonden ze daar. Haren vuil van het stof van de verbrokkelde schaakstukken. Benen vol bloed. Ogen vol tranen en ongeloof. Mond als een streep. Een lichaam vol angst. Ze bewogen niet en stonden daar tegenover elkaar, bijna als vreemden...
'Gefeliciteerd!' zei er plots een stem en iemand kwam in een bungelend gevaarte naar beneden dalen. Marrin en Jerrai keken op. Het was een vrouw, een lange, slanke vrouw. Haar golvende haar was roetzwart en had een opvallende kroon gevangen.
'Bedankt,' zeiden ze zacht, niet wetend wie ze was en wat ze met ze van plan was.
'Geen dank, geen dank!' zei de vrouw en het gevaarte waar ze op stond raakte de grond. 'Jullie hebben het zelf bereikt.' Ze stapte van het platform af met haar gouden hakken die matchte met haar rood en gouden jurk.
'Schud elkaar de hand, jullie hebben goed gespeeld. Het is niet vaak dat er twee op een bord staan,' zei ze. 'En al helemaal geen tweeling.' Marrin keek Jerrai aan met een kleine glimlach. Daarna schudde ze elkaars hand zoals de vrouw hen vertelde.
'Goed, goed. Dan geef ik hierbij jullie kronen,' ze raakte Marrins hoofd aan en daarna die van Jerrai. Jerrai's kroon was wit, die van Marrin was zwart. 'Jullie zien er beeldig uit!' De vrouw glimlachte en klapte een keer in haar handen.
'Wat moeten we nu doen?' vroeg Marrin die haar kroon aanraakte.
'Ja, hoe komen we terug?' vroeg Jerrai.
'Terug?' vroeg de vrouw. 'Ik hoop jullie hier in ieder geval niet terug te zien voor de komende vijf jaar.' De glimlach op haar gezicht vervaagde niet. De tweeling fronste en ze keken elkaar aan.
'Mag ik het niet snappen,' zei Marrin, de vrouw keek haar glimlachend aan.
'Je gaat naar jouw paleis en je kan jouw bord helft voor vijf jaar niet verlaten. Duidelijk genoeg?' zei ze en de glimlach leek een stuk enger te worden. Marrin keek Jerrai aan en Jerrai keek Marrin aan, hun harten klopten in hun keel. Beide deden ze tegelijk een stap naar voren, maar werden door een onzichtbare barrière regen gehouden. Marrin legde haar hand op de onzichtbare muur en keek Jerrai vol angst aan.
'Jerrai!' riep ze en sloeg haar hand tegen de muur. Jerrai deed hetzelfde, maar ze kon niet horen hoe hij ook haar naam schreeuwde. Frustratie bloeide in Marrin op en ze begon weer op de muur te staan. De vrouw lachte alsof iemand net een goede mop had verteld.
'Ik zei vijf jaar,' zei ze lachend en genoot van de tranen die de tweeling uit de ogen liepen. 'Ga terug zo als je zei. Terug is het paleis.' Marrin sloeg nog een keer keihard op de onzichtbare muur en liet zich daarna naar beneden vallen. Hulpeloos keken ze elkaar aan met tranen in de ogen. Zo wilden ze geen afscheid nemen. Niet nu, nooit niet! Waarom moest dit zo eindigen? Waarom net wanneer het lot een andere wending leek te nemen?
Er begon een onzichtbare kracht aan haar kleren te trekken en Marrin stribbelde tegen. Ze werden uit elkaar getrokken! Met alle macht probeerde Marrin en Jerrai weer bij elkaar te komen en ze reikten naar elkaars handen die steeds verder van elkaar verwijderd werden. Ze schreeuwden elkaars namen en gebruikte al hun kracht om alleen nog naar harder naar achter te worden getrokken. De tranen stroomden over hun wangen en vielen spetterend op de grond. Steeds verder werden ze van elkaar verwijderd tot ze uiteindelijk in een duisternis werden getrokken. Die duisternis gooide ze de toren uit en dreef ze het bos in. Hoe graag ze ook terug wilden, ze hadden de macht over hun ledematen verloren...
• • •
Woorden: 1411
Totaal: 27562Hallo, ik ben Red en ik houd er van om mijn personages te laten lijden... >.<
Dit is niet het einde tho, zo erg ben ik nou ook niet xD
En laatste hoofdstuk van juli! :P
JE LEEST
Het spel van de Koningin
Fantasy'Schaak. Mat,' zei ze en haar ogen twinkeleden in het donker. 'Het is voorbij.' ~ De toren van het lot geeft iedereen van negentien of ouder de kans om via een schaakspel om zijn of haar klasse te spelen. Waarbij je de hoogste klasse Bisschop, de mi...